Operation Manual
Rijden
Wegrijden en rijden
Motor starten en afzetten
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Elektronische wegrijblokkering en stuurslot
88
Contact in- en uitschakelen 89
Motor starten/afzetten 89
Problemen bij de motorstart - wagens met startknop 90
Afhankelijk van de uitrusting bestaat de mogelijkheid, met de sleutel in het
contact of de startknop het contact in- of uit te schakelen en de motor te star-
ten/af te zetten.
ATTENTIE
■
Nooit de motor afzetten voordat de wagen stilstaat - gevaar voor onge-
vallen!
■
Als de wagen wordt voortbewogen met niet-draaiende motor moet het
contact altijd ingeschakeld zijn. Anders kan het stuurslot vergrendelen - er
bestaat gevaar voor ongevallen!
■
De contactsleutel pas uit het contactslot verwijderen als de wagen tot
stilstand is gekomen » pag. 93, Parkeren. Anders kan het stuurslot ver-
grendelen - er bestaat gevaar voor ongevallen!
■
De wagen nooit met draaiende motor zonder toezicht laten, er bestaat
gevaar voor ongevallen, diefstal en andere!
■
De motor nooit in afgesloten ruimten (bv. in een garage) laten draaien -
vergiftigings- en levensgevaar!
VOORZICHTIG
■
De motor alleen starten als de motor niet draait en de wagen stilstaat - ge-
vaar voor schade aan de startmotor en de motor!
■
De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan
de motor en de katalysator! Als starthulp kan de accu van een andere wagen
worden gebruikt.
■
Bij wagens met startknop erop letten, waar de sleutel zich bevindt. Het sys-
teem kan de geldige sleutel herkennen, ook als deze op het dak van de wagen
is vergeten - gevaar voor verlies of beschadiging van de sleutel.
Let op
De motor niet bij stilstand laten warmdraaien. Zo mogelijk direct na het starten
van de motor wegrijden. Daardoor bereikt de motor sneller zijn bedrijfstempe-
ratuur.
Elektronische wegrijblokkering en stuurslot
Lees en bekijk eerst
en op bladzijde 88.
Door de elektronische wegrijblokkering (hierna wegrijblokkering) en het stuur-
slot wordt diefstal of onbevoegd gebruik van de wagen bemoeilijkt.
Wegrijblokkering
De wegrijblokkering zorgt ervoor dat de motor alleen kan worden gestart met
behulp van de originele sleutel.
Storing van de wegrijblokkering
Bij een storing van de componenten van de wegrijblokkering in de sleutel kan
de motor niet worden gestart. Op het display van het instrumentenpaneel ver-
schijnt een melding dat de wegrijblokkering actief is.
Om te starten de andere sleutel gebruiken, eventueel de hulp van een specia-
list inroepen.
Stuurslot - vergrendelen
›
Bij wagens met contactslot de sleutel uit het contact trekken en het stuur-
wiel draaien, tot het stuurslot vergrendelt.
›
Bij wagens met een startknop de motor afzetten en het bestuurdersportier
openen. Als het bestuurdersportier wordt geopend en daarna het contact
wordt uitgeschakeld, wordt het stuurslot pas na het vergrendelen van de
wagen automatisch vergrendeld.
88
Rijden