Operation Manual
Stuurslot - ontgrendelen
›
Bij wagens met contactslot de sleutel in het contactslot steken en het con-
tact inschakelen. Als dat niet lukt, dan het stuurwiel iets heen en weer be-
wegen om het stuurslot te ontgrendelen.
›
Bij wagens met een startknop in de wagen stappen en het bestuurderspor-
tier sluiten. Onder omstandigheden kan het stuurslot pas bij het inschakelen
van het contact resp. het starten van de motor worden ontgrendeld.
ATTENTIE
De wagen nooit met vergrendelde stuurinrichting laten rollen - gevaar voor
ongevallen!
Contact in- en uitschakelen
Afb. 104 Standen van de sleutel in het contactslot / startknop
Lees en bekijk eerst
en op bladzijde 88.
Standen van de sleutel in het contactslot » afb. 104 -
Contact uitgeschakeld, motor afgezet
Contact ingeschakeld
Motor starten
Contact bij wagens met startknop in- en uitschakelen
›
Op de knop drukken » afb. 104 -
, het contact wordt in- resp. uitgeschakeld.
Bij wagens met schakelbak mag bij het in- resp. uitschakelen van het contact
het koppelingspedaal niet worden ingetrapt, anders probeert het systeem te
starten.
Bij wagens met automatische versnellingsbak mag bij het in- resp. uitschake-
len van het contact het rempedaal niet worden ingetrapt, anders probeert het
systeem te starten.
1
2
3
Motor starten/afzetten
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 88.
Voor het starten van de motor
›
De handrem stevig aantrekken.
›
Bij wagens met schakelbak de versnellingshendel in de neutrale stand zet-
ten, het koppelingspedaal intrappen en ingetrapt houden, tot de motor is
aangeslagen.
›
Bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in stand P of
N zetten » en het rempedaal intrappen en ingetrapt houden, tot de motor
is aangeslagen.
Motor starten
›
Bij wagens met contactslot de sleutel in stand
3
draaien » afb. 104 op pag.
89 -
, er wordt gestart. Vervolgens de sleutel loslaten, de motor slaat auto-
matisch aan.
Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, de sleutel in stand
1
draaien.
De startprocedure na 30 s herhalen.
›
Bij wagens met een startknop de knop kort indrukken » afb. 104 op pag. 89 -
, de motor slaat automatisch aan.
Bij wagens met dieselmotoren gaat tijdens het starten het voorgloeicontrole-
lampje
branden. Na het uitgaan van het controlelampje slaat de motor aan.
Motor afzetten
›
De wagen stilzetten.
›
Bij wagens met contactslot de sleutel in stand
1
draaien » afb. 104 op pag.
89 -
.
›
Bij wagens met een startknop de knop indrukken » afb. 104 op pag. 89 -
,
de motor en het contact worden gelijktijdig uitgeschakeld.
Bij wagens met automatische versnellingsbak kan de contactsleutel alleen
worden verwijderd als de keuzehendel in stand P staat.
Na langdurige hoge motorbelasting de motor niet direct afzetten als de wagen
stilstaat, maar nog ongeveer 1 minuut stationair laten draaien. Daarmee wordt
warmteophoping in de afgezette motor voorkomen.
Nooduitschakeling van de motor bij wagens met startknop
Het systeem is met een beveiliging tegen onbedoeld afzetten uitgerust, de
motor kan tijdens het rijden alleen bij een noodgeval worden afgezet.
89
Wegrijden en rijden