Operation Manual

7
BEDIENINGSPANEEL
1. CUE : Om een Cue-punt (een bepaald punt in een track) te bepalen en op te slaan in het geheugen. Steeds wanneer op de Cue-toets wordt gedrukt gaat de
speler terug naar het Cue-punt.
2. PLAY/PAUZE : Elke keer wanneer deze toets wordt gedrukt gaat de speler om de beurt in de Afspeel en Pauze mode.
3. REVERSE : Druk deze toets om een track achterstevoren af te spelen. Druk nog een keer om terug te gaan naar Play mode.
4. SKIP<< : Druk deze toets om de track opnieuw af te spelen of om naar een voorgaande track te gaan.
5. IN LOOP : Druk deze toets om het beginpunt van een Loop te bepalen ; indicator gaat aan.
6. OUT LOOP : Druk deze toets om het eindpunt van een Loop te bepalen en de Loop wordt gestart. Om de Loop te beƫindigen nogmaals deze toets drukken.
7. RELOOP : Druk deze toets om de laatst opgeslagen Loop te starten. Druk nog een keer om terug te gaan.
8. SKIP>> : Druk deze toets om naar een volgende track te gaan.
9. ID3 : Om informatie (titel) v.w.b. de af te spelen track te krijgen drukt u deze toets.
10. PITCH CTRL : Gebruik deze regelaar om de afspeelsnelheid van de track te regelen. Om de regelaar te kunnen gebruiken dient eerst toets 20 ( Pitch ) gedrukt te
worden.
11. DISPLAY
12. USB POORT : Voor het aansluiten van de USB memory stick.
13. SD KAART SLOT : Voor het aansluiten van een SD kaart, de contacten van de kaart moeten naar beneden wijzen. De unit kan geen kaarten lezen groter dan
4GB en is niet compatible met SDHC kaarten.
14. TIME : Bij gebruik van deze toets wordt de Verstreken tijd, Resterende tijd en Totaal resterende tijd weergegeven.
15. REPEAT : Druk deze toets om het afspelen van een track te herhalen of om de gehele Disc te herhalen.
16. SINGLE : Druk deze toets om te switchen tussen Single en Continue afspeel mode. In Single mode stopt de speler na afloop van een track. In Continue mode
stopt de speler na afloop van alle tracks.
17. USB/SD : Om USB of SD te selecteren.
18. PITCH BEND (--) : De afspeelsnelheid van de track wordt lager zolang de toets wordt gedrukt en keert terug naar de originele positie wanneer de toets wordt
losgelaten.
19. PITCH BEND (+ ) : De afspeelsnelheid van de track wordt hoger zolang de toets wordt gedrukt en keert terug naar de originele positie wanneer de toets wordt
losgelaten.
20. PITCH : Eerst dient deze toets gedrukt te worden alvorens de Pitch regelaar (10) gebruikt kan worden.
21. FOLDER/TRACK SEARCH : M.b.v. de draairegelaar kan door folders of tracks genavigeerd worden in zowel USB of CD mode.
VOORZIJDE
22. Gebalanceerde MIC 1 ingang met Gaincontrol ( Jack 6.35mm en XLR)
23. Instrument en MIC 2 ingang met Gaincontrol ( Jack 6.35mm)
24. USB/SD/Aux ingang (stereo) met Gaincontrol
25. Master Volumeregelaar
Streaming vanaf uw Smartphone: