Operation Manual
Wetenswaardigheid
i
Deze handleiding beschrijft alle
modellen en standaard- en speciale uit-
rustingen van uw ebike, die op het tijd-
stip van de redactiesluiting van deze
handleiding verkrijgbaar waren. Lands-
pecifieke afwijkingen zijn ook moge-
lijk. In acht nemen dat uw ebike niet met
alle beschreven functies kan zijn uitge-
rust. Dit betreft ook veiligheidsrele-
vante systemen en functies.
i
De informatie over gekwalificeerde
werkplaatsen lezen (Y pagina 10).
Veiligheidstechnische uitrusting
Als zonder bedieningseenheid of accu
wordt gereden, werkt het verlichtingssys-
teem niet. smart adviseert om altijd met
licht aan te rijden, ook overdag.
De smart ebike voldoet als pedelec aan de
wettelijke bepalingen voor deelname aan
het openbaar verkeer. In Nederland is dat
de Regeling voertuigen, artikel 5.9.3 tot en
met 5.9.71. Een voor deelname aan het open-
baar verkeer voorgeschreven verlich-
tingssysteem met actieve en passieve
onderdelen is aanwezig. Een geschikt rem-
systeem en een bel zijn eveneens aanwezig.
Tot het verlichtingssysteem behoren:
R
koplamp en achterlicht
R
witte reflector in de vorkkroon
R
rode reflector aan het zadel
R
rode reflector aan de bagagedrager*
R
reflecterende stroken op de bandflanken
R
gele reflectoren in de pedalen.
De veiligheidstechnische uitrusting
regelmatig controleren en zo nodig bij een
gekwalificeerde werkplaats laten repare-
ren.
Geschikte uitrusting
In het land waar u met uw smart ebike rijdt,
kan een helmplicht gelden. Voor uw eigen
veiligheid adviseert smart om onafhanke-
lijk van een helmplicht altijd een
geschikte helm en bril te dragen.
Geschikte, opvallende en lichtgekleurde
kleding dragen in combinatie met schoe-
nen, die geschikt zijn voor de gemonteerde
pedalen. Altijd uw aandacht bij het verkeer
houden en de verkeersregels in acht nemen
om uzelf en anderen niet in gevaar te bren-
gen.
Controle voor aanvang van de rit
Banden en wielen controleren
G
WAARSCHUWING
Scheef gemonteerde ventielen kunnen tij-
dens het rijden afscheuren. De band loopt
daarbij plotseling leeg. Er bestaat gevaar
voor ongevallen!
De montage van de ventielen controleren.
De ventielen moeten haaks op de velg staan.
Scheef zittende ventielen direct corrige-
ren.
Voor iedere rit controleren:
R
banden en wielen op beschadigingen en
binnengedrongen voorwerpen. Bescha-
digde wielen kunnen tot verlies van ban-
denspanning en verdere schade leiden
R
de profieldiepte van de banden
R
de zij- en hoogteslag van de wielen door
beide wielen vrij te laten draaien. Niet-
ronde wielen kunnen wijzen op scheuren
in de bandflank, een defecte as of gebro-
ken spaken. Daarbij ook nagaan of er
ratelende geluiden hoorbaar zijn en
eventueel lagers en boutverbindingen
controleren.
18
Controle voor aanvang van de rit
>> Veiligheid.
* Optie