Operation Manual

Accu
Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen
De laadtoestands-
weergave van de
bedieningseenheid
geeft na een voltooide
laadprocedure niet
"vol" aan.
De accu wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur. De
accu wordt warm bij het opladen.
X
De accu laten afkoelen en laadprocedure herhalen.
X
De aanwijzingen voor het opladen van de accu aanhouden.
De laadtoestands-
weergave van de
bedieningseenheid
geeft de laadtoestand
niet betrouwbaar
weer.
Door vaak kort ontladen en weer opladen kan de synchronisatie
tussen laadtoestandsweergave en daadwerkelijke laadtoestand
van de accu niet worden gekalibreerd.
X
Na circa 30 laadcycli de accu volledig ontladen.
De laadtoestandsweergave wordt daarbij gekalibreerd op de
laadtoestand van de accu. Dat heeft geen invloed op de
levensduur van de accu.
Aandrijfsysteem/elektromotor
Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen
Het systeem kan wor-
den ingeschakeld,
maar de elektromotor
levert geen onder-
steuning.
De stekkerverbindingen aan het stuur of bij de motor zijn niet
correct aangesloten of zitten los.
X
De stekkers aan het stuur en bij de motor controleren en zo
nodig correct aansluiten.
Als het probleem door deze maatregelen niet kan worden ver-
holpen:
X
Het systeem laten controleren bij een gekwalificeerde werk-
plaats.
De dynamofunctie
(recuperatiefunctie)
van het systeem is
permanent actief en
kan ook niet naar de
ondersteuningsmodus
worden omgeschakeld
(Y pagina 27).
De remsensor in de remhendel van de voorrem reageert niet.
G
WAARSCHUWING
De dynamofunctie en de remondersteuning werken niet als de
verbindingskabel loszit. De remweg kan langer worden. Er
bestaat gevaar voor ongevallen!
X
Het systeem uit- en weer inschakelen (Y pagina 25).
Als dat niet helpt:
X
De verbindingskabel tussen de remhendel en de bedienings-
eenheid losmaken bij de stekker.
X
Het systeem direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten
controleren.
54
Wat te doen wanneer ...
>> Zelfhulp.