Operation Manual

86
Aanwijzingen voor de installateur
2. INSTALLATIE
2.1 Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die worden aangeduid op het
plaatje op de zijkant van de oven. Dit plaatje mag in geen geval worden
verwijderd.
Een aardaansluiting in overeenstemming met de wijzen voorzien door de
veiligheidsvoorschriften van de elektrische installatie is verplicht.
Wanneer een verbinding met stekker en stopcontact wordt gebruikt, moet
gecontroleerd worden of deze van hetzelfde type zijn. Gebruik geen
verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat die oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
Wanneer een vaste aansluiting wordt gebruikt, moet op de
stroomtoevoerlijn van het toestel een omnipolair
onderbrekingsmechanisme worden aangebracht waarvan de
openingsafstand van de contacten minstens 3 mm bedraagt, en dat zich
op een makkelijk bereikbare plaats nabij het toestel bevindt.
Werking op 220-240V
: gebruik een
tripolaire kabel van het type H05RR-F /
H05RN-F (kabel van 3 x 1,5 mm
2
).
De aardleiding (geel-groen) van het uiteinde
dat op het apparaat moet worden
aangesloten, moet tenminste 20 mm langer
zijn dan de andere draden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor persoonlijk
letsel of materiële schade als gevolg van het veronachtzamen van
bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van een
afzonderlijk deel van het toestel.