Inhoudsopgave 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 Algemene veiligheidswaarschuwingen Aansprakelijkheid van de fabrikant Beoogd gebruik Identificatieplaatje Deze gebruiksaanwijzing Verwerking Wegwijs in de gebruiksaanwijzing Om energie te besparen Indicaties voor toezichthoudende instanties in Europa 2 Beschrijving 2.1 2.2 2.3 2.4 2.
Inhoudsopgave 4 Reiniging en onderhoud 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 Waarschuwingen Reiniging van de kookplaat Reiniging van de ovenruimte Vapor Clean Demontage van de deur Reiniging van de ruiten van de deur Buitengewoon onderhoud 5 Installatie 5.1 5.2 5.3 5.
1 Waarschuwingen 1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen Persoonlijk letsel • Het apparaat en de bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Houd het apparaat buiten bereik van kinderen. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte. • Probeer geen vlammen/brand te doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
Waarschuwingen • De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven. • In geval van ingrepen op de etenswaren of aan het einde van de bereiding, de deur gedurende een aantal seconden 5 centimeter openen, het stoom laten ontsnappen en vervolgens de deur volledig openen. • Open de bergruimte (indien aanwezig) niet wanneer de oven ingeschakeld of warm is. • De voorwerpen in de bergruimte kunnen erg heet zijn erg heet zijn na het gebruik het gebruik van de oven. • Na gebruik het apparaat uitschakelen.
• Ga niet op het apparaat zitten. • Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot ze niet verder kunnen. De mechanische veiligheidsblokkeringen die de verwijdering van de roosters voorkomen, moeten naar beneden en naar de achterzijde van de oven gericht zijn. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten of oliën oververhit kunnen raken of vlam kunnen vatten.
Waarschuwingen • Plaats geen lege potten of pannen op ingeschakelde kookzones. • Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten. • Stop de verwijderbare onderdelen, zoals de roosters van de kookplaat, de vlamverdelers en de deksels niet in de vaatwasser.
• De omstandigheden voor de afstelling van dit apparaat kunt u vinden op het label met de gasafstelling. • Laat de gasaansluiting uitvoeren door bevoegd personeel. • Het aansluiten met een flexibele buis moet zodanig uitgevoerd worden dat de lengte van de buis niet langer is dan 2 meter bij maximale uitschuiving voor flexibele stalen buizen en 1,5 meter voor rubberen buizen. • De buizen mogen niet in aanraking komen met beweegbare delen, en mogen niet geplet worden.
Waarschuwingen • het gebruik van niet-originele reserveonderdelen. 1.3 Beoogd gebruik • Dit apparaat is bedoeld om thuis voedsel te bereiden. Elk ander gebruik is oneigenlijk. • Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningssystemen. 1.4 Identificatieplaatje Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd. 1.
Waarschuwingen Plastic verpakking Gevaar voor verstikking • Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter. • Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken van de verpakking. 1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor: Waarschuwingen Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten. Beschrijving Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Waarschuwingen 1.8 Om energie te besparen • Verwarm het apparaat uitsluitend voor als dit in het recept is aangegeven. • Ontdooi bevroren levensmiddelen voordat u ze in de ovenruimte plaatst, tenzij anders op de verpakking is aangegeven. • Bij meerdere bereidingen wordt geadviseerd om de levensmiddelen achtereenvolgens te bereiden zodat u de reeds opgewarmde ovenruimte het beste kunt benutten. • Gebruik bij voorkeur metalen en donkerkleurige bakvormen; deze helpen de warmte beter te absorberen.
Beschrijving 2 Beschrijving NL 2.
Beschrijving 2.2 Bedieningspaneel 1 Knoppen van de branders van de kookplaat Nuttig voor de inschakeling en de regeling van de branders van de plaat. Druk op de knoppen, en draai deze linksom op de waarde om de overeenkomstige branders te ontsteken. Om de vlam te regelen, moet de knop in de zone tussen het maximum en het minimum gedraaid worden. Om de branders uit te schakelen, moeten de knoppen op geplaatst worden.
Beschrijving NL 2.3 Kookplaat AUX = Hulpbrander SR = Halfsnelle brander R = Snelle brander UR2 = Ultra snelle brander 2.4 Andere onderdelen De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die aan de achterzijde van het apparaat naar buiten komt, en die ook na de uitschakeling van het apparaat kort doorgaat. Plaatsbare niveaus Het apparaat beschikt over niveaus om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen.
Beschrijving Interne verlichting Ovenschaal De interne verlichting van het apparaat wordt ingeschakeld: • als de deur wordt geopend; • wanneer er een willekeurige functie gestart wordt, met uitzondering van de functies Vapor Clean . • Wanneer de temperatuurknop kort rechtsom (handmatige activering en deactivering) wordt gedraaid. Het is niet mogelijk om de binnenverlichting uit te schakelen als de deur is geopend. Nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van het voedsel op het rooster erboven.
Beschrijving Zelfreinigende panelen Deze panelen absorberen kleine vetresten. NL Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig. De accessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen. De bijgeleverde of optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij erkende verkopers. Gebruik enkel de originele accessoires van de fabrikant.
Gebruik 3 Gebruik 3.1 Waarschuwingen De temperatuur in de ovenruimte kan tijdens het gebruik hoog oplopen Gevaar op verbranding • Houd de deur dicht tijdens de bereiding. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte • Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. • Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen. • Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit de buurt wanneer het apparaat in werking is.
Gebruik • Gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van het apparaat. • Laat of gebruik geen ontvlambare materialen in de nabijheid van het apparaat of de bergruimte. • Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden. • Plaats geen blikken of gesloten houders in de ovenruimte. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen. • Verwijder ongebruikte ovenschalen en roosters tijdens de bereiding uit de ovenruimte. 3.
Gebruik 3.4 Gebruik van de accessoires Roosters en ovenschalen Reductieroosters Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt. De mechanische veiligheidsblokkeringen om ongewenste verwijdering van het rooster te voorkomen, moeten naar beneden en naar de achterzijde van de ovenruimte gericht zijn. De reductieroosters moeten op de roosters van de kookplaat gelegd worden. Controleer of deze correct gepositioneerd zijn.
Gebruik Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het apparaat is voorzien van een elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te drukken en hem linksom te draaien op het symbool van de maximale vlam, tot de brander wordt ingeschakeld. Als de brander niet wordt ontstoken binnen 15 seconden, moet de knop op geplaatst worden en moet 60 seconden gewacht worden tot de volgende poging.
Gebruik Correcte plaatsing van de roosters van de kookplaat Controleer of de roosters goed op de kookplaat zijn aangebracht, alvorens de branders van de kookplaat te ontsteken. Onthoud daarbij dat: • Het apparaat is uitgerust met twee zijdelingse roosters (A) en een centraal rooster (B). • De zijdelingse roosters (A) een dikkere rand hebben die naar de zijkant van het apparaat moet zijn gericht. • De uitstekende referentiedelen (1) naar het midden van de kookplaat moeten zijn gericht.
3.7 Het gebruik van de oven Heractivering van het display Eerste gebruik Als de Eco-Light stand geactiveerd is (zie “Eco-Light” in het hoofdstuk “Instellingen”), schakelt het display 2 minuten na het laatste gebruik van het apparaat uit. Voor de activering van het display wanneer het is uitgeschakeld: • draai aan een van de twee knoppen van het apparaat of druk erop. Het apparaat laat een reeks pieptonen horen en na een aantal seconden wordt het display ingeschakeld.
Gebruik Historie Druk op het scherm met de klok op de terugkeerknop om de laatste programma's of uw gebruikte eigen recepten weer te geven. 3. Selecteer JA als u de chronologie wilt annuleren. Bereidingsfuncties De chronologie annuleren Als u de chronologie wilt annuleren: 1. Druk op het scherm met de klok op de terugkeerknop om de laatste programma's of uw gebruikte eigen recepten weer te geven. 2. Druk de bedieningsknop een enkele seconde in. 1.
Gebruik Het apparaat start de voorverwarmingsfase op. Op het display worden de gekozen functie, de vooringestelde temperatuur, de huidige tijd en de voortgang tot de bereiking van de temperatuur weergegeven. U kunt de vooringestelde temperatuur op ieder gewenst moment wijzigen door aan de bedieningsknop te draaien. Druk ter bevestiging op de knop of wacht 5 seconden. We raden u aan om tijdens de voorverwarmfase geen gerechten in de oven te plaatsen.
Gebruik Lijst van de bereidingsfuncties Eco Deze functie wordt aanbevolen voor de bereiding op één vlak, met een laag energieverbruik. Ideaal voor de bereiding van vlees, vis en groenten. Niet geschikt voor levensmiddelen die moeten rijzen. Voor een maximale besparing van de energie en een kortere bereidingstijd wordt het aanbevolen om de levensmiddelen in te ovenruimte te plaatsen zonder deze voor te verwarmen.
Geventileerde grill De lucht afkomstig van de ventilator verzacht de warmtegolven die worden verkregen door de grill, zodat ook dik voedsel uitstekend wordt gegrild. Ideaal voor grote stukken vlees (bijv. varkensscheenbeen). Geventileerde onderwarmte Met de combinatie van de ventilator en enkel de onderwarmte zal de bereiding sneller klaar zijn.
Gebruik Timer tijdens de functionering Bereiding met tijdinstelling Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren. 1. Druk tijdens een bereidingsfunctie op de bedieningsknop. 2. Draai de bedieningsknop naar links of rechts om de tijdsduur in te stellen (van 1 minuut tot 4 uur). Na enkele seconden stopt het symbool met knipperen en begint het aftellen. 3. Wacht tot het geluidssignaal de gebruiker meedeelt dat de tijd is verstreken. Het symbool knippert.
Gebruik 3. Enkele seconden nadat u de gewenste tijdsduur heeft gekozen, stopt het symbool met knipperen en wordt de bereiding op tijd opgestart. Draai aan de bedieningsknop op een aantal minuten bereidingstijd toe te voegen. U kunt de bereiding met de hand verlengen door nogmaals op de bedieningsknop te drukken. Het apparaat zal de normale werking hervatten met de instellingen van de bereiding die eerder geselecteerd werden. Voor het uitschakelen van het apparaat, zie “Een functie onderbreken”. NL 4.
Gebruik Geprogrammeerde bereiding Met geprogrammeerde bereiding wordt de functie bedoeld waarmee u de bereiding kan doen eindigen op een door u ingesteld tijdstip, met automatische uitschakeling van de oven. 4. Na enkele seconden stoppen de symbolen en met knipperen. Het apparaat wacht het begin van de vertraagde bereidingstijd af. 1. Druk op de bedieningsknop om de tijdsduur van de bereiding in te stellen als u een bereidingsfunctie en temperatuur heeft gekozen. 5.
Gebruik 7. Aan het einde van de bereiding wordt op het display het bericht “functie beëindigd” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u met een druk op de bedieningsknop kunt uitschakelen. Wijziging van de ingestelde gegevens van de geprogrammeerde bereiding Nadat de tijdsduur van de bereiding is gewijzigd, moet het uur van het einde van de kooktijd weer ingesteld worden. U kunt de bereiding met de hand verlengen door nogmaals op de bedieningsknop te drukken.
Gebruik 3.8 Advies voor bereidingen Algemeen advies • Gebruik de geventileerde functie om een gelijkmatige bereiding te bekomen op verschillende niveaus. • Algemeen gezien is het niet mogelijk om de bereidingstijden te verkorten door de temperatuur te verhogen (het voedsel zou aan de buitenkant goed gebakken kunnen zijn, maar binnenin minder). • De bereidingstijden van gesneden stukken zijn voor hetzelfde gewicht korter dan voor het hele stuk.
Gebruik • Om vlees te ontdooien kunt u een rooster gebruiken op het tweede niveau, en een ovenschaal op het eerste niveau. Op deze manier blijft het voedsel niet in contact met de vloeistof van de ontdooiing. • Brood en fruit in stukken ontdooien binnen dezelfde tijd, ongeacht het aantal en het totale gewicht. • De meest delicate delen kunnen bedekt worden met aluminiumfolie. • Voor het rijzen wordt aanbevolen om onderin de ovenruimte een bakje met water te zetten. 3.
Gebruik Bordenwarmer Voor het verwarmen of warmhouden van borden. Sabbat bereiding Aan de hand van deze functie kunt u levensmiddelen bereiden volgens de voorschriften die voor de Joodse rustdag gelden. Vapor clean Deze functie vereenvoudigt de reiniging aan de hand van stoom afkomstig van een kleine hoeveelheid water in de daartoe voorziene houder op de bodem. Hieronder beschrijven we het gebruik van de meest complexe speciale functies.
Gebruik 4. Als u het scherm met de instellingen van 1. Plaats het gerecht in het apparaat. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “speciale functies” ontdooien op gewicht selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. NL de timer afsluit, wordt het symbool links bovenaan weergegeven ter indicatie dat u een timer heeft geactiveerd. Ontdooien op gewicht U kunt de speciale timer elimineren door de tijd op nul in te stellen.
Gebruik 5. Selecteer het gewicht (in kilogram) van het levensmiddel dat u wilt ontdooien door aan de bedieningsknop te draaien. 8. Aan het einde wordt op het display het bericht “functie beëindigd” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u met een druk op de bedieningsknop kunt uitschakelen. 6. Bevestig de ingestelde parameters door op de bedieningsknop te drukken. Ingestelde parameters: Type 7.
Gebruik 1. Plaats het gerecht in het apparaat. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “speciale functies“ ontdooien op tijd selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 4. Draai aan de bedieningsknop om de waarde (van 1 minuut tot 13 uur) te wijzigen. 5. Bevestig de ingestelde parameters door op de bedieningsknop te drukken. 6. Druk opnieuw op de bedieningsknop om het ontdooien te starten. 7.
Gebruik Rijzen Voor het rijzen wordt aanbevolen om onderin de ovenruimte een bakje met water te zetten. 1. Plaats het de rijzen deeg op het tweede niveau in het apparaat. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “speciale functies” rijzen selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 4. Druk op de bedieningsknop om de functie te starten. 380 5. Het apparaat start de voorverwarmingsfase op... 6. ... en verricht vervolgens de gekozen functie.
Gebruik Het rijzen duurt maximaal 13 uur, tenzij anders is ingesteld. Tijdens het rijzen brandt de binnenverlichting niet. 8. Aan het einde wordt op het display het bericht “functie beëindigd” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u met een druk op de bedieningsknop kunt uitschakelen. Bordenwarmer 1. Plaats de bakplaat op het eerste niveau en plaats er de te verwarmen borden op. Stapel niet te veel borden op. Stapel maximaal 5/6 borden in maximaal twee rijen. 2.
Gebruik 4. Druk op de bedieningsknop om de functie te activeren of draai aan de bedieningsknop om de vooringestelde temperatuur te regelen (van 40° tot 80°). Als de functie is gestart kunt u een timer met een tijdsduur van maximaal 4 uur (zie “Timer tijdens de functionering”), een tijdsduur voor het opwarmen (zie “Bereiding met tijdinstelling”) of vertraagd opwarmen (zie “Geprogrammeerde bereiding”) instellen. 7. Druk op de bedieningsknop om de gewenste wijzigingen te verrichten. 5.
Gebruik Het apparaat vertoont een bepaald gedrag: • De bereiding kan een onbepaalde tijd duren. Het is niet mogelijk om een bereidingsduur in te stellen. • De oven verricht geen enkele vorm van voorverwarming. • De bereidingstemperatuur die u kunt selecteren, varieert van 60 tot 100 °C. • De lamp in de ovenruimte is gedeactiveerd. Bij het openen van de deur of een handmatige activering met de knop gaat de lamp niet aan. • De interne ventilator is gedeactiveerd.
Gebruik 3.10 Programma’s In deze stand kunt u een programma kiezen dat voor de bereiding van gerechten is geprogrammeerd. Aan de hand van het gekozen gewicht zal het apparaat automatisch de optimale bereidingsparameters berekenen. 1. Druk op het klokscherm op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het hoofdmenu programma’s selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 2. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 3.
Gebruik 5. Draai aan de bedieningsknop en selecteer het gewicht van het gerecht. De weergegeven tijd houdt geen rekening met de tijd die voor het opwarmen van de oven nodig is. Nu kunt u het gekozen programma opstarten, de instellingen permanent wijzigen of een vertraagde bereiding laten verrichten. 6. Als u kiest voor start, zal de bereiding worden opgestart met de instellingen van het programma. Het display toont daarbij de ingestelde parameters. 7.
Gebruik Een programma beëindigen Een programma permanent wijzigen 1. Het apparaat geeft het einde van het programma aan met geluidssignalen en het knipperende symbool . 1. Draai in het gekozen programma de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu van het gekozen recept wijzigen selecteert. 2. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 2.
5. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u het gewicht van het gerecht selecteert dat u met het programma wilt associëren. 9. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u de temperatuur van de bereiding selecteert die u met het programma wilt associëren. 6. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 7. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u de duur van de bereiding selecteert die u met het programma wilt associëren. 10.
Gebruik 13. U keert naar punt 2 van de procedure terug als u nogmaals op de bedieningsknop drukt. Sla het programma op door op de terugkeerknop te drukken. U wordt gevraagd om de gekozen wijzigingen te bevestigen. Het programma wordt niet gewijzigd als u de wijzigingen niet bevestigt. 14. Het display toont een bevestiging als de wijziging is bevestigd.
Gebruik Tabellen van ingestelde programma's Subtype Rosbief Varkensrugstuk Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp.
Gebruik VIS Subtype Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. (°C) Tijd (minuten) Verse vis - 0,5 2 160 35 Diepgevroren vis - 0,6 2 160 50 Zeebaars - 1 2 160 50 Zeeduivel - 0,5 2 160 57 Brasem - 1,2 2 180 65 Tarbot - 1 2 160 40 Temp.
Gebruik GEBAK Subtype Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. (°C) Tijd (minuten) - 1,5 2 160 50 Koekjes - 0,5 2 160 23 Muffin - 0,5 2 160 21 Soezen/beignets - 0,5 2 180 70 Merengue - 0,4 2 130 93 Cake - 1 2 150 60 Strudel - 0,8 2 170 45 Confituurtaart - 1 2 170 43 Briochebrood - 0,9 2 180 39 Croissant - 0,5 2 160 35 Temp.
Gebruik PIZZA Subtype Dieppan pizza Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. (°C) Tijd (minuten) - 0,9 2 280 12 vers 0,7 1(2) 280 7 diepgevroren 0,2 1(2) (3) 230 4 Pizza op steen (2) Breng de pizzasteen aan op de bodem van de ovenruimte. (3) De bereidingstijd van een diepgevroren pizza die op de pizzasteen afgebakken wordt, varieert niet, ongeacht het gewicht. PASTA/RIJST Subtype Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp.
Gebruik BEREIDING LAGE TEMP. Subtype Kalf Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. Tijd (°C) (minuten) - 1,5 2 90 540 rood 1,4 2 90 190 doorbakken 1 2 90 480 Varkenslende - 1 2 90 420 Lamsvlees - 1,5 2 90 480 NL Rundvlees De bereidingstijden beschreven in de tabel verwijzen naar het voedsel aangeduid in het recept, ze zijn indicatief en kunnen wijzigen naargelang uw persoonlijke smaak. De tabellen bevat de gegevens die werden ingesteld in de fabriek.
Gebruik 3.11 Eigen recepten Met dit menu kunt u een eigen recept invoeren aan de hand van door u gekozen parameters. De eerste keer dat u deze functie benut wordt u gevraagd een nieuw recept in te voeren. Als u de recepten heeft ingevoerd, worden ze in het desbetreffende menu weergegeven. 1. Druk op het klokscherm op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het hoofdmenu eigen recepten selecteert. 3.
Gebruik 4. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u het gewicht van het gerecht selecteert dat u met het recept wilt associëren. 7. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 8. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u de temperatuur van de bereiding selecteert die u met het recept wilt associëren. Het is mogelijk om een gewicht van maximaal 5 kg in te stellen of te wijzigen. De gebruiker dient echter de omvang van het gerecht in de ovenruimte te bepalen. NL 5.
Gebruik 12. U keert naar punt 2 van de procedure terug als u nogmaals op de bedieningsknop drukt. Sla het recept op door op de terugkeerknop te drukken. U wordt gevraagd om de naam van het zojuist gecreëerde recept in te voeren. 13. Voer de naam van het recept in. Draai aan de bedieningsknop en selecteer het in te voeren teken. Elke keer dat u op de bedieningsknop drukt wordt een teken van de naam ingevoerd. Het teken wist het voorgaande teken.
Gebruik 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u een eerder opgeslagen eigen recept in het menu “eigen recepten” heeft gekozen (in het voorbeeld is dit het testrecept). 2. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links tot u start selecteert. De bereiding wordt opgestart met de parameters die u eerder voor het recept heeft ingesteld. Tijdens de bereiding kunt u altijd de temperatuur en de bereidingstijd wijzigen.
Gebruik 2. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links tot u wijzigen selecteert. 4. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 5. Herhaal dezelfde stappen, beginnende bij punt 2 van hoofdstuk “Een recept toevoegen”. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links tot u annuleren selecteert. 4. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 5. Bevestig dat u het recept wilt wissen. Selecteer JA om het recept definitief te verwijderen.
Gebruik 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u een eerder opgeslagen eigen recept in het menu “eigen recepten” heeft gekozen (in het voorbeeld is dit het testrecept). 2. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links tot u delay timer selecteert. 4. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 5. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u met de bedieningsknop het einde van de bereiding heeft gekozen. Het symbool knippert.
Gebruik 3.12 Instellingen Met dit menu kunt u de configuratie van het product instellen. 1. Druk op het klokscherm op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het hoofdmenu instellingen selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. Taal Hiermee kunt u uit de beschikbare talen de gewenste taal kiezen. 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “instellingen“ taal selecteert. 2.
Gebruik Hiermee kunt u de weergegeven tijd wijzigen. 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links om de uren in te stellen. 2. Druk op de bedieningsknop om de minuten te kunnen wijzigen. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links om de minuten in te stellen. 4. Bevestig met een druk op de terugkeerknop. Toetsblokkering Deze functie blokkeert de bedieningen van het apparaat automatisch na een minuut normale werking als de gebruiker geen handelingen verricht.
Gebruik Demo stand (uitsluitend voor exposanten) Deze stand laat toe om de verwarmingselementen te deactiveren, terwijl men toch gebruik kan maken van het bedieningspaneel. • Bevestig de activering van de demostand door JA te selecteren. Als de stand geactiveerd is, wordt op het display het bericht “demo stand” weergegeven. Om het apparaat normaal te kunnen gebruiken, moet u deze stand op OFF instellen.
Gebruik Geluid Iedere keer dat u op de knoppen drukt laat het apparaat een geluid horen. Met deze instelling kunt u dit deactiveren. • Bevestig de activering van de warmhoudfunctie door JA te selecteren. NL • Deactiveer het geluid dat met een druk op de knoppen geassocieerd is door NEE te selecteren.
Gebruik • Bevestig de activering van de Eco-Light stand door JA te selecteren. • Stel deze stand in op UIT om te voorkomen dat het apparaat de lamp automatisch na een minuut deactiveert. Digitale klok Maakt de digitale weergave van de tijd mogelijk. • Bevestig de activering van de digitale klok stand door JA te selecteren. Als de Eco-Light stand ingesteld is op UIT, wordt op het display zwak verlicht de huidige tijd weergegeven wanneer het apparaat in stand-by is geplaatst.
Reiniging en onderhoud 4.1 Waarschuwingen Incorrect gebruik. Beschadiging van de oppervlakken • Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidaties, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten. • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
Reiniging en onderhoud Reiniging van de roosters van de vlamverdelers en van de deksels 1. Verwijder de elementen van de kookplaat. 2. Reinig met behulp van lauwwarm water en een niet-schurend reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle afzettingen 3. Maak zorgvuldig droog met een zachte doek of een microvezeldoek. 4. Breng de elementen weer op de kookplaat aan.
Reiniging en onderhoud Als de zelfreinigende zijpanelen en de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen worden verwijderd, kan de reiniging van de zijkanten makkelijker uitgevoerd worden. De zelfreinigende zijpanelen en de frames voor roosters/ovenschalen verwijderen: • Trek het frame naar de binnenkant van de oven zodat het uit de klemverbinding A komt, en verwijder het uit de zittingen achteraan B. Het zelfreinigende zijpaneel is aan het geleiderframe voor roosters/ovenschalen bevestigd.
Reiniging en onderhoud Reiniging van de bovenkant (enkel op sommige modellen) De ovenruimte is voorzien van een kantelende weerstand die u voor een eenvoudigere reiniging van de bovenkant kunt kantelen. 1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig op en draai de pallen 90° zodat de weerstand vrijkomt. 4.4 Vapor Clean Vapor Clean is een reinigingsprocedure die de verwijdering van vuil vergemakkelijkt. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenkant van de ovenruimte zeer makkelijk te reinigen.
Reiniging en onderhoud • Giet ongeveer 40 cc water op de bodem van de ovenruimte. Let op dat het water niet uit de insnijding komt. • Tijdens de geassisteerde reinigingscyclus moeten de zelfreinigende panelen (indien aanwezig), die eerder verwijderd werden, apart met lauw water en weinig reinigingsmiddel gereinigd worden. • Sproei met een spray een oplossing van water en afwasmiddel op de binnenzijde van de ovenruimte. Sproei op de zijwanden, de bovenwand, het bodemvlak en de deflector.
Reiniging en onderhoud 2. Op het display verschijnen de tijdsduur en de temperatuur van de reinigingscyclus. De parameters van de temperatuur en de tijdsduur kunnen niet gewijzigd worden door de gebruiker. 3. Druk 2 keer op de bedieningsknop om de reinigingscyclus te starten. 4. Nadat de reinigingscyclus Vapor Clean is uitgevoerd, wordt een geluidssignaal geproduceerd.
Reiniging en onderhoud 1. Open de deur en verwijder het minst hardnekkige vuil met een microvezeldoek. 2. Gebruik een sponsje met messingdraden voor het hardnekkige vuil. 3. Voor vetresten kunt u een specifiek ovenreinigingsproduct gebruiken. 4. Verwijder het resterende water uit de ovenruimte. Voor een betere hygiëne en om te vermijden dat het voedsel een onaangename geur krijgt, wordt aanbevolen om de ovenruimte te drogen door een geventileerde functie ongeveer 10 minuten in te schakelen op 160 °C.
Reiniging en onderhoud 3. Om de deur weer te monteren, moeten de scharnieren in de daarvoor bestemde openingen in de oven geplaatst worden, zodat de gleuven A helemaal op de openingen steunen. Laat de deur zakken zodat ze geplaatst wordt en verwijder de borghaken uit de openingen in de scharnieren. Demontage van de binnenruiten Voor een gemakkelijke schoonmaak, kunnen de binnenruiten van de deur worden gedemonteerd. 1. Open de deur. 2.
Reiniging en onderhoud 5. Verwijder de tussenruit door deze op te heffen. 4.7 Buitengewoon onderhoud Vervanging van de lamp voor de binnenverlichting Delen onder elektrische stroom Gevaar voor elektrische schok • Schakel de stroomtoevoer naar het apparaat uit. In de ovenruimte is een 40W-lamp aangebracht. 1. Verwijder alle accessoires uit de oven. 2. Verwijder de geleiderframes voor roosters/ovenschalen. 3. Verwijder de kap van de lamp met gereedschap (bijv. een schroevendraaier).
Reiniging en onderhoud 4. Draai de lamp los en verwijder ze. Demontage en montage van de pakking De pakking demonteren: • Haak de op de 4 hoeken en centraal geplaatste haken los en trek de pakking naar buiten. Raak ze niet direct met de vingers aan, gebruik altijd isolerend materiaal. 5. De nieuwe lamp aanbrengen. 6. Hermonteer het deksel. Houd de geprofileerde binnenkant van het glas (A) naar de deur toe gericht. De pakking monteren: • Haak de haken in de 4 hoeken en in het midden van de pakking vast.
De oven warmt niet op: • Defecte zekering: controleer en vervang de schakelaar indien nodig. • De functieknop is niet ingesteld: stel de functieknop in. • Controleer of de stand “demo” ingesteld werd (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf “Programma’s”).
Installatie 5 Installatie 5.1 Gasaansluiting Gaslek Explosiegevaar • Controleer na elke ingreep of het aandraaimoment van de gasaansluitingen zich tussen 10 Nm en 15 Nm bevindt. • Gebruik, waar dit wordt gevraagd, een drukregelaar in overeenstemming met de van kracht zijnde norm. • Na de installatie moet u eventuele lekken opsporen met een zeepoplossing, maar nooit met een vlam.
Installatie Aansluiting met een flexibele stalen buis Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op de gasaansluiting 1 van het apparaat en breng altijd de meegeleverde pakking 2 ertussen aan. NL Voer de aansluiting op het gasnetwerk uit met een rubberleiding conform de kenmerken van de van kracht zijnde norm (controleer of de afkorting van deze norm op de leiding gedrukt is).
Installatie Aansluiting met een flexibele stalen buis met conische verbinding Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de verbinding 3 zorgvuldig vast op de gasaansluiting 1 (schroefdraad ½” ISO 228-1) van het apparaat, en breng altijd de bijgeleverde pakking 2 aan. Breng isolatiemateriaal aan op de schroefdraad van de verbinding 3 en draai de flexibele stalen buis 4 vast op de verbinding 3.
Installatie Na de handeling moet de installateur een conformiteitscertificaat afgeven. Aanpassing aan de verschillende gastypes Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de straalpijpen op de branders vervangen worden en moet de lage vlam op de gaskranen geregeld worden. 1. Verwijder de roosters, de deksels en de vlamverdelers om de branderdoppen te bereiken. 2. Vervang de gasmondstukken met een sleutel van 7 mm, op basis van het te gebruiken gas (zie 5.2, “Plaatsing”).
Installatie Regeling van het minimum voor methaan of stadsgas Regeling van het minimum voor vloeibaar gas Schakel de brander in en laat hem op de lage stand branden. Verwijder de knop van de gaskraan, en handel op de regelschroef die zich naast het staafje van de kraan bevindt (afhankelijk van het model) tot een regelmatige minimum vlam wordt verkregen. Monteer de knop opnieuw en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander.
Installatie NL Afmetingen van het apparaat Positie van de elektrische aansluitingen en de gasaansluitingen.
Installatie Type van gas en toebehorende landen Type van gas 1 Methaan G20 G20 20 mbar G20/25 20/25 mbar 2 Methaan G20 G20 25 mbar 3 Methaan G25.1 G25.1 25 mbar 4 Methaan G25 G25 20 mbar 5 Methaan G2.350 G2.
Installatie 1 Methaan G20 - 20 mbar AUX SR R UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.0 1.8 3.0 4.2 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 72 97 120 145 Voorkamer (gedrukt op straalpijp) (X) (Z) (H9) (F3) 2 Methaan G20 - 25 mbar 400 AUX 500 SR 800 R 1200 UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.1 1.8 2.9 4.1 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 72 94 110 145 Voorkamer (gedrukt op straalpijp) (X) (Z) (H8) (H3) 3 Methaan G25.
Installatie 7 Vloeibaar gas G30/31 - 37 mbar AUX SR R UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.1 1.9 3.0 4.2 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 50 65 81 95 - - - - Gereduceerd verbruik (W) 450 550 900 1500 Nominaal verbruik G30 (g/h) 80 138 218 305 Nominaal verbruik G31 (g/h) 8 Vloeibaar gas G30/31 - 50 mbar 79 AUX 136 SR 214 R 300 UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.0 1.8 3.0 4.
Installatie 5.2 Plaatsing Buitenafmetingen Zwaar apparaat Pletgevaar • Plaats het apparaat op het meubel samen met een tweede persoon. • Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen. • Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur. • Til dit apparaat niet op door de handgreep beet te pakken.
Installatie Algemene informatie Het apparaat kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimale afstand van 50 mm van de zijkant van het apparaat, zoals wordt aangeduid in de afbeeldingen A en C betreffende de installatieklassen. Keukenkasten die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op een afstand van minstens 750 mm bevinden.
Installatie Zwaar apparaat Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Plaats eerst de voorste voetjes en daarna de achterste. Voor de stabiliteit is het absoluut noodzakelijk dat het apparaat correct genivelleerd wordt op de ondergrond. • Na de uitvoering van de aansluitingen van gas en elektriciteit moet het voetje vast- of losgedraaid worden tot het apparaat stabiel en horizontaal op de vloer staat. Montage van de plint De bijgeleverde plint is een integrerend deel van het product.
Installatie Bevestiging aan de muur (waar voorzien) 4. Op de muur de positie markeren waar het gat geboord moet worden. 1. Draai de schroef achter de kookplaat naast de gasaansluiting los. 5. Boor het gat en plaats een plug. 2. Haak de ketting aan het fornuis door middel van de zojuist verwijderde schroef. 3. De ketting horizontaal verlengen zodat het andere uiteinde van de ketting de muur aanraakt. 428 6. Bevestig de ketting en duw het apparaat naar de muur toe.
Installatie Elektrische spanning Gevaar voor elektrische schok • Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel. • Gebruik een persoonlijk beschermingsmiddel. • De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie. • Schakel de stroomtoevoer uit. • Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen. • Gebruik kabels die bestand zijn tegen temperaturen van minstens 90 °C.
Installatie 5.4 Voor de installateur • Na de installatie moet de stekker bereikt kunnen worden. De voedingskabel mag niet verbogen of vastgeklemd worden. • Het apparaat moet volgens de installatieschema’s worden geïnstalleerd. • Het schroefdraadelement van de verbinding niet losdraaien of forceren. Daardoor kan dit deel van het apparaat beschadigd raken en wordt de fabrieksgarantie ongeldig. • Verifieer op alle aansluitingen met water en zeep of gas lekt. Zoek eventuele lekken NIET op met open vuur.