Inhoudsopgave 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Algemene veiligheidswaarschuwingen Aansprakelijkheid van de fabrikant Beoogd gebruik Typeplaatje Deze gebruiksaanwijzing Verwerking Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 2 Beschrijving 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Algemene beschrijving Bedieningspaneel Kookplaat Andere onderdelen Beschikbare accessoires 3 Gebruik 389 389 393 394 394 394 394 395 396 396 397 398 398 399 401 3.1 Waarschuwingen 3.2 Voorzorgsmaatregelen 3.3 Eerste gebruik 3.4 Gebruik van de accessoires 3.
Inhoudsopgave 4 Reiniging en onderhoud 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 Waarschuwingen Reiniging van de kookplaat Reiniging van de ovenruimte Vapor Clean (enkel op sommige modellen) Pyrolyse (enkel op sommige modellen) Demontage van de deur Reiniging van de ruiten van de deur Buitengewoon onderhoud 5 Installatie 5.1 5.2 5.3 5.
1 Waarschuwingen 1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen Persoonlijk letsel • Het apparaat en de bereikbare delen ervan worden zeer heet tijdens het gebruik. Raak geen verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte. • Probeer geen vlammen/brand te doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
Waarschuwingen • Tijdens het gebruik geen metalen voorwerpen zoals vaatwerk of bestek op het oppervlak van de kookplaat plaatsen omdat deze oververhit zouden kunnen raken. • Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat. • Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen. • Houd de deur dicht tijdens de bereiding.
Beschadiging van het apparaat • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes). • Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen. • Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot ze niet verder kunnen. De mechanische veiligheidsblokkeringen die de verwijdering van de roosters voorkomen moeten naar beneden en naar de achterzijde van de ovenruimte gericht zijn. • Ga niet op het apparaat zitten.
Waarschuwingen • Alle pannen moeten een vlakke en regelmatige bodem hebben. • In geval van overstroming of overkoken moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden. • Mors geen zuurhoudende stoffen zoals citroensap of azijn op de kookplaat. • Plaats geen lege potten of pannen op ingeschakelde kookzones. • Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen. • Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
Waarschuwingen • Gebruik kabels die bestand zijn tegen temperaturen van minstens 90 °C. • Het aandraaimoment van de schroeven van de stroomgeleiders van het klemmenbord moet gelijk zijn aan 1,5 - 2 Nm. Voor dit apparaat • Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat de lamp wordt vervangen. • Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat. • Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten. 1.
Waarschuwingen 1.3 Beoogd gebruik • Dit apparaat is bedoeld om thuis voedsel te bereiden. Elk ander gebruik is oneigenlijk. • Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningssystemen. 1.4 Typeplaatje Het typeplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd. 1.
Waarschuwingen Plastic verpakking Gevaar voor verstikking • Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter. • Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken van de verpakking. 1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor: Waarschuwingen Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten. Beschrijving Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Beschrijving 2 Beschrijving 2.
Beschrijving 2.2 Bedieningspaneel Nuttig voor de inschakeling en de regeling van de branders van de plaat. Druk op de knoppen, en draai deze linksom op de waarde om de overeenkomstige branders te ontsteken. Om de vlam te regelen, moet de knop in de zone tussen het maximum en het minimum gedraaid worden. Om de branders uit te schakelen, moeten de knoppen op geplaatst worden. 2 Terugkeerknop Met deze knop kunt u naar de vorige functie in het menu van het apparaat terugkeren.
Beschrijving 2.3 Kookplaat AUX = Hulpbrander SR = Halfsnelle brander R = Snelle brander UR2 = Ultra snelle brander 2.4 Andere onderdelen De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die aan de achterzijde van het apparaat naar buiten komt, en die ook na de uitschakeling van het apparaat kort doorgaat. Plaatsbare niveaus Het apparaat beschikt over niveaus om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.
Beschrijving Interne verlichting Rooster voor ovenschaal De interne verlichting van het apparaat wordt ingeschakeld: • als de deur wordt geopend; • wanneer er een willekeurige functie gestart wordt, met uitzondering van de functies Vapor Clean , Pirolisi Eco Om op een ovenschaal te zetten, voor het bereiden van voedsel dat kan lekken. Ovenschaal NL en Pirolisi (afhankelijk van het model). • Wanneer de temperatuurknop kort rechtsom (handmatige activering en deactivering) wordt gedraaid.
Beschrijving Rooster Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding. Draaispit (enkel op sommige modellen) Zelfreinigende panelen (enkel op sommige modellen) Deze panelen absorberen kleine vetresten. Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig. De accessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen. Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel dat gelijkmatig moet worden bereid.
Gebruik 3.1 Waarschuwingen De temperatuur in de ovenruimte kan tijdens het gebruik hoog oplopen Gevaar op verbranding • Houd de deur dicht tijdens de bereiding. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte • Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. • Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen. • Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit de buurt wanneer het apparaat in werking is.
Gebruik De temperatuur in de bergruimte kan hoog oplopen tijdens gebruik van de oven Brand- en ontploffingsgevaar • Gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van het apparaat. • Laat of gebruik geen ontvlambare materialen in de nabijheid van het apparaat of de bergruimte. • Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden. • Plaats geen blikken of gesloten houders in de ovenruimte. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen.
Gebruik 3.4 Gebruik van de accessoires Roosters en ovenschalen Reductieroosters Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt. De mechanische veiligheidsblokkeringen om ongewenste verwijdering van het rooster te voorkomen, moeten naar beneden en naar de achterzijde van de ovenruimte gericht zijn. NL De reductieroosters moeten op de roosters van de kookplaat gelegd worden. Controleer of deze correct gepositioneerd zijn.
Gebruik Draaispit (enkel op sommige modellen) 1. Breng de meegeleverde 4 draagpotten aan in de 4 gaten in de hoeken van de diepe ovenschaal. Draai ze met behulp van een gereedschap (bijv. een schroevendraaier) op de ringen vast. 2. Breng de steunen van het draaispit aan in de draagpotten, zie de onderstaande afbeelding. 404 3. Gebruik de bijgeleverde klemvork om het draaispit voor te bereiden. De vorken kunnen bevestigd worden met de bevestigingsschroeven. 4.
Gebruik 7. Activeer het draaispit door de functieknop op de functie te draaien en met de temperatuurknop een bereidingstemperatuur in te stellen. Het wordt aanbevolen om een beetje water in de ovenschaal te gieten zodat rookvorming wordt vermeden. 8. Verwijder de ovenschaal met het draaispit aan het einde van de bereiding. 9. Om het draaispit makkelijk te kunnen verplaatsen, moet de bijgeleverde en daarvoor bestemde handgreep vastgedraaid worden.
Gebruik 3.5 Het gebruik van de kookplaat Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het apparaat is voorzien van een elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te drukken en hem linksom te draaien op het symbool van de maximale vlam, tot de brander wordt ingeschakeld.
Gebruik Correcte plaatsing van de roosters van de kookplaat NL Controleer of de roosters goed op de kookplaat zijn aangebracht, alvorens de branders van de kookplaat te ontsteken. Onthoud daarbij dat: • Het apparaat is uitgerust met twee zijdelingse roosters (A) en een centraal rooster (B). • Plaats het centrale rooster (B) zo dat de groeven (2) uitgelijnd zijn met de uitstekende referentiedelen (1) van de zijdelingse roosters (A).
Gebruik 3.7 Het gebruik van de oven Heractivering van het display Eerste gebruik Als de Eco-Light stand geactiveerd is (zie “Eco-Light” in het hoofdstuk “Instellingen”), schakelt het display 2 minuten na het laatste gebruik van het apparaat uit. Voor de activering van het display wanneer het is uitgeschakeld: • draai aan een van de twee knoppen van het apparaat of druk erop. Het apparaat laat een reeks pieptonen horen en na een aantal seconden wordt het display ingeschakeld.
Gebruik Historie Druk op het scherm met de klok op de terugkeerknop om de laatste programma's of uw gebruikte eigen recepten weer te geven. 3. Selecteer JA als u de chronologie wilt annuleren. De chronologie annuleren Als u de chronologie wilt annuleren: 1. Druk op het scherm met de klok op de terugkeerknop om de laatste programma's of uw gebruikte eigen recepten weer te geven. 2. Druk de bedieningsknop een enkele seconde in. 1. Druk op het klokscherm op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen. 2.
Gebruik 5. Druk op de knop om de selectie te bevestigen. Het apparaat start de voorverwarmingsfase op. Op het display worden de gekozen functie, de vooringestelde temperatuur, de huidige tijd en de voortgang tot de bereiking van de temperatuur weergegeven. U kunt de vooringestelde temperatuur op ieder gewenst moment wijzigen door aan de bedieningsknop te draaien. Druk ter bevestiging op de knop of wacht 5 seconden. We raden u aan om tijdens de voorverwarmfase geen gerechten in de oven te plaatsen.
Gebruik Eco Deze functie wordt aanbevolen voor de bereiding op één vlak, met een laag energieverbruik. Ideaal voor de bereiding van vlees, vis en groenten. Niet geschikt voor levensmiddelen die moeten rijzen. Voor een maximale besparing van de energie en een kortere bereidingstijd wordt het aanbevolen om de levensmiddelen in te ovenruimte te plaatsen zonder deze voor te verwarmen.
Gebruik Geventileerde grill De lucht afkomstig van de ventilator verzacht de warmtegolven die worden verkregen door de grill, zodat ook dik voedsel uitstekend wordt gegrild. Ideaal voor grote stukken vlees (bijv. varkensscheenbeen). Geventileerde onderwarmte Met de combinatie van de ventilator en enkel de onderwarmte zal de bereiding sneller klaar zijn.
Gebruik Timer tijdens de functionering Bereiding met tijdinstelling 1. Druk tijdens een bereidingsfunctie op de bedieningsknop. 2. Draai de bedieningsknop naar links of rechts om de tijdsduur in te stellen (van 1 minuut tot 4 uur). Na enkele seconden stopt het symbool met knipperen en begint het aftellen. Met bereiding met tijdinstelling wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kunt beginnen, en deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen.
Gebruik 3. Enkele seconden nadat u de gewenste tijdsduur heeft gekozen, stopt het symbool met knipperen en wordt de bereiding op tijd opgestart. Draai aan de bedieningsknop op een aantal minuten bereidingstijd toe te voegen. U kunt de bereiding met de hand verlengen door nogmaals op de bedieningsknop te drukken. Het apparaat zal de normale werking hervatten met de instellingen van de bereiding die eerder geselecteerd werden. 4.
Gebruik Geprogrammeerde bereiding Met geprogrammeerde bereiding wordt de functie bedoeld waarmee u de bereiding kan doen eindigen op een door u ingesteld tijdstip, met automatische uitschakeling van de oven. 4. Na enkele seconden stoppen de symbolen en met knipperen. Het apparaat wacht het begin van de vertraagde bereidingstijd af. 5. Afhankelijk van de ingestelde waarden start het apparaat een voorverwarming van circa 10 minuten op... 2.
Gebruik 7. Aan het einde van de bereiding wordt op het display het bericht “functie beëindigd” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u met een druk op de bedieningsknop kunt uitschakelen. Wijziging van de ingestelde gegevens van de geprogrammeerde bereiding Nadat de tijdsduur van de bereiding is gewijzigd, moet het uur van het einde van de kooktijd weer ingesteld worden.
Gebruik Algemeen advies • Gebruik de geventileerde functie om een gelijkmatige bereiding te bekomen op verschillende niveaus. • Algemeen gezien is het niet mogelijk om de bereidingstijden te verkorten door de temperatuur te verhogen (het voedsel zou aan de buitenkant goed gebakken kunnen zijn, maar binnenin minder). • De bereidingstijden van gesneden stukken zijn voor hetzelfde gewicht korter dan voor het hele stuk.
Gebruik • Om vlees te ontdooien kunt u een rooster gebruiken op het tweede niveau, en een ovenschaal op het eerste niveau. Op deze manier blijft het voedsel niet in contact met de vloeistof van de ontdooiing. • Brood en fruit in stukken ontdooien binnen dezelfde tijd, ongeacht het aantal en het totale gewicht. • De meest delicate delen kunnen bedekt worden met aluminiumfolie. • Voor het rijzen wordt aanbevolen om onderin de ovenruimte een bakje met water te zetten.
Gebruik Lijst van speciale functies Ontdooien op gewicht Met deze functie kunt u afhankelijk van het gewicht en het type levensmiddel levensmiddelen ontdooien. Ontdooien op tijd Met deze functie kunt u met een instelbare tijd levensmiddelen ontdooien. Rijzen Het rijzen, dat wordt bevorderd door de warmte die van boven komt, doet deeg van eender welk type rijzen zodat een optimaal resultaat op korte tijd wordt gegarandeerd.
Gebruik Timer 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “speciale functies” timer selecteert. 2. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 3. Draai de bedieningsknop naar links of rechts om de tijdsduur in te stellen (van 1 minuut tot 4 uur). Na enkele seconden stopt het symbool met knipperen en begint het aftellen. 4. Als u het scherm met de instellingen van de timer afsluit, wordt het symbool links bovenaan weergegeven ter indicatie dat u een timer heeft geactiveerd.
Gebruik 1. Plaats het gerecht in het apparaat. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “speciale functies” ontdooien op gewicht selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 5. Selecteer het gewicht (in kilogram) van het levensmiddel dat u wilt ontdooien door aan de bedieningsknop te draaien. 6. Bevestig de ingestelde parameters door op de bedieningsknop te drukken. 4. Selecteer het type levensmiddel dat u wilt ontdooien door aan de bedieningsknop te draaien.
Gebruik 8. Aan het einde wordt op het display het bericht “functie beëindigd” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u met een druk op de bedieningsknop kunt uitschakelen. Ontdooien op tijd 1. Plaats het gerecht in het apparaat. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “speciale functies“ ontdooien op tijd selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. Ingestelde parameters: Type Gewicht (g) Tijd (standaard) 0.1 tot 1.1 Vlees (standaard 02h 00m 0.5) 0.
Gebruik 6. Druk opnieuw op de bedieningsknop om het ontdooien te starten. 7. U kunt de duur van het ontdooien verder wijzigen als de functie is gestart. Draai de bedieningsknop naar rechts of links om de gewenste wijzigingen te verrichten. 8. Bevestig de nieuw ingestelde ontdooitijd door op de bedieningsknop te drukken. In ieder geval zal het ontdooien automatisch 5 seconden na de laatste wijziging worden hervat. 9.
Gebruik 5. Het apparaat start de voorverwarmingsfase op... 6. ... en verricht vervolgens de gekozen functie. 7. Druk op de bedieningsknop om de gewenste wijzigingen te verrichten. Het rijzen duurt maximaal 13 uur, tenzij anders is ingesteld. Tijdens het rijzen brandt de binnenverlichting niet.
Gebruik Bordenwarmer 1. Plaats de bakplaat op het eerste niveau en plaats er de te verwarmen borden op. 4. Druk op de bedieningsknop om de functie te activeren of draai aan de bedieningsknop om de vooringestelde temperatuur te regelen (van 40° tot 80°). 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “speciale functies” bordenwarmer selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. NL Stapel niet te veel borden op. Stapel maximaal 5/6 borden in maximaal twee rijen. 5.
Gebruik Als de functie is gestart kunt u een timer met een tijdsduur van maximaal 4 uur (zie “Timer tijdens de functionering”), een tijdsduur voor het opwarmen (zie “Bereiding met tijdinstelling”) of vertraagd opwarmen (zie “Geprogrammeerde bereiding”) instellen. 7. Druk op de bedieningsknop om de gewenste wijzigingen te verrichten. 8. Aan het einde wordt op het display het bericht “functie beëindigd” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u met een druk op de bedieningsknop kunt uitschakelen.
Gebruik 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links om de verwarmingstemperatuur te wijzigen. 3.10 Programma’s In deze stand kunt u een programma kiezen dat voor de bereiding van gerechten is geprogrammeerd. Aan de hand van het gekozen gewicht zal het apparaat automatisch de optimale bereidingsparameters berekenen. 1. Druk op het klokscherm op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het hoofdmenu programma’s selecteert. 3.
Gebruik 2. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 5. Draai aan de bedieningsknop en selecteer het gewicht van het gerecht. 3. Selecteer het subtype gerecht dat u wilt bereiden en druk ter bevestiging op de bedieningsknop. Nu kunt u het gekozen programma opstarten, de instellingen permanent wijzigen of een vertraagde bereiding laten verrichten. 4. Selecteer het type bereiding (indien mogelijk, afhankelijk van het gekozen gerecht) en druk ter bevestiging op de bedieningsknop. 428 6.
Gebruik Een programma beëindigen De weergegeven tijd houdt geen rekening met de tijd die voor het opwarmen van de oven nodig is. 1. Het apparaat geeft het einde van het programma aan met geluidssignalen en het knipperende symbool . 7. Een speciaal bericht geeft het moment aan waarop u het voedsel in de oven moet plaatsen en u de bereiding moet starten. 8. Druk op de bedieningsknop om de bereiding te starten. 2.
Gebruik Een programma permanent wijzigen 1. Draai in het gekozen programma de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu van het gekozen recept wijzigen selecteert. 2. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u de functie selecteert die u met het programma wilt associëren. 4. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 430 5.
Gebruik 10. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 11. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u het niveau selecteert dat u met het programma wilt associëren. 13. U keert naar punt 2 van de procedure terug als u nogmaals op de bedieningsknop drukt. Sla het programma op door op de terugkeerknop te drukken. U wordt gevraagd om de gekozen wijzigingen te bevestigen. NL 9.
Gebruik Tabellen van ingestelde programma's VLEES Subtype Rosbief Varkensrugstuk Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp.
Gebruik VIS Subtype Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. (°C) Tijd (minuten) - 0,5 2 160 35 Diepgevroren vis - 0,6 2 160 50 Zeebaars - 1 2 160 50 Zeeduivel - 0,5 2 160 57 Brasem - 1,2 2 180 65 Tarbot - 1 2 160 40 Temp.
Gebruik GEBAK Subtype Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. (°C) Tijd (minuten) Tulband/donut - 1,5 2 160 50 Koekjes - 0,5 2 160 23 Muffin - 0,5 2 160 21 Soezen/beignets - 0,5 2 180 70 Merengue - 0,4 2 130 93 Cake - 1 2 150 60 Strudel - 0,8 2 170 45 Confituurtaart - 1 2 170 43 Briochebrood - 0,9 2 180 39 Croissant - 0,5 2 160 35 Temp.
Gebruik PIZZA Subtype Dieppan pizza Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. (°C) Tijd (minuten) - 0,9 2 280 12 vers 0,7 1(2) 280 7 diepgevroren 0,2 1(2) (3) 230 4 Pizza op steen (2) Breng de pizzasteen aan op de bodem van de ovenruimte. (3) De bereidingstijd van een diepgevroren pizza die op de pizzasteen afgebakken wordt, NL varieert niet, ongeacht het gewicht. PASTA/RIJST Subtype Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp.
Gebruik BEREIDING LAGE TEMP. Subtype Kalf Behandeling Gewicht Niveau (Kg) Functie Temp. Tijd (°C) (minuten) - 1,5 2 90 540 rood 1,4 2 90 190 doorbakken 1 2 90 480 Varkenslende - 1 2 90 420 Lamsvlees - 1,5 2 90 480 Rundvlees De bereidingstijden beschreven in de tabel verwijzen naar het voedsel aangeduid in het recept, ze zijn indicatief en kunnen wijzigen naargelang uw persoonlijke smaak. De tabellen bevat de gegevens die werden ingesteld in de fabriek.
Gebruik Met dit menu kunt u een eigen recept invoeren aan de hand van door u gekozen parameters. De eerste keer dat u deze functie benut wordt u gevraagd een nieuw recept in te voeren. Als u de recepten heeft ingevoerd, worden ze in het desbetreffende menu weergegeven. 1. Druk op het klokscherm op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het hoofdmenu eigen recepten selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen.
Gebruik 4. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u het gewicht van het gerecht selecteert dat u met het recept wilt associëren. 7. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 8. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u de temperatuur van de bereiding selecteert die u met het recept wilt associëren. 5. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. Het is mogelijk om een gewicht van maximaal 5 kg in te stellen of te wijzigen.
Gebruik 13. Voer de naam van het recept in. Draai aan de bedieningsknop en selecteer het in te voeren teken. Elke keer dat u op de bedieningsknop drukt wordt een teken van de naam ingevoerd. Het teken 14. Druk op de terugkeerknop om de programmering wel of niet te bevestigen als u de naam van uw recept heeft ingevoerd. Selecteer JA als u het recept wilt opslaan. De verrichte wijzigingen worden geannuleerd als u echter “NEE” selecteert. 15. Het display toont een bevestiging als de wijziging is bevestigd.
Gebruik Een eigen recept opstarten 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u een eerder opgeslagen eigen recept in het menu “eigen recepten” heeft gekozen (in het voorbeeld is dit het testrecept). 2. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links tot u start selecteert. De bereiding wordt opgestart met de parameters die u eerder voor het recept heeft ingesteld. Tijdens de bereiding kunt u altijd de temperatuur en de bereidingstijd wijzigen.
Gebruik 4. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 5. Herhaal dezelfde stappen, beginnende bij punt 2 van hoofdstuk “Een recept toevoegen”. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links tot u annuleren selecteert. 4. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 5. Bevestig dat u het recept wilt wissen. Selecteer JA om het recept definitief te verwijderen. Een eigen recept wissen 1.
Gebruik Delay timer 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u een eerder opgeslagen eigen recept in het menu “eigen recepten” heeft gekozen (in het voorbeeld is dit het testrecept). 2. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of links tot u delay timer selecteert. 4. Bevestig met een druk op de bedieningsknop. 442 5. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u met de bedieningsknop het einde van de bereiding heeft gekozen.
Gebruik Met dit menu kunt u de configuratie van het product instellen. 1. Druk op het klokscherm op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen. 2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het hoofdmenu instellingen selecteert. 3. Druk op de bedieningsknop om te bevestigen. Taal Hiermee kunt u uit de beschikbare talen de gewenste taal kiezen. 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het menu “instellingen“ taal selecteert. NL 3.12 Instellingen 2.
Gebruik Klok Hiermee kunt u de weergegeven tijd wijzigen. 1. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links om de uren in te stellen. 2. Druk op de bedieningsknop om de minuten te kunnen wijzigen. 3. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links om de minuten in te stellen. 4. Bevestig met een druk op de terugkeerknop. Toetsblokkering Deze functie blokkeert de bedieningen van het apparaat automatisch na een minuut normale werking als de gebruiker geen handelingen verricht.
Gebruik Eco-logic (enkel op sommige modellen) Met deze stand kunt u het verbruik van het apparaat beperken. Ideaal om meerdere huishoudelijke apparaten tegelijkertijd te kunnen gebruiken. Als deze optie is geactiveerd, wordt op het display het symbool weergegeven. NL Demo stand (uitsluitend voor exposanten) Deze stand laat toe om de verwarmingselementen te deactiveren, terwijl men toch gebruik kan maken van het bedieningspaneel. • Bevestig de activering van de demostand door JA te selecteren.
Gebruik Geluid Iedere keer dat u op de knoppen drukt laat het apparaat een geluid horen. Met deze instelling kunt u dit deactiveren. • Bevestig de activering van de warmhoudfunctie door JA te selecteren. • Deactiveer het geluid dat met een druk op de knoppen geassocieerd is door NEE te selecteren.
Gebruik • Stel deze stand in op UIT om te voorkomen dat het apparaat de lamp automatisch na een minuut deactiveert. Digitale klok Maakt de digitale weergave van de tijd mogelijk. • Bevestig de activering van de digitale klok stand door JA te selecteren. Als de Eco-Light stand ingesteld is op UIT, wordt op het display zwak verlicht de huidige tijd weergegeven wanneer het apparaat in stand-by is geplaatst.
Reiniging en onderhoud 4 Reiniging en onderhoud 4.1 Waarschuwingen Incorrect gebruik. Beschadiging van de oppervlakken • Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidaties, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten. • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv.
Reiniging en onderhoud 1. Verwijder de elementen van de kookplaat. 2. Reinig met behulp van lauwwarm water en een niet-schurend reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle afzettingen 3. Maak zorgvuldig droog met een zachte doek of een microvezeldoek. 4. Breng de elementen weer op de kookplaat aan. De roosters staan steeds in contact met de vlam waardoor de glans van de delen van het staal, die het meest de warmte moeten verdragen, mettertijd kan verdwijnen.
Reiniging en onderhoud De geleiderframes voor roosters/ ovenschalen demonteren (enkel op bepaalde modellen) Als de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen worden verwijderd, kan de reiniging van de zijdelen makkelijker uitgevoerd worden. Om de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen te verwijderen: • Trek het frame naar de binnenkant van de oven zodat het uit de klemverbinding A komt, en verwijder het uit de zittingen achteraan B.
Reiniging en onderhoud De regeneratiecyclus van de panelen is een reinigingsmethode om vette en nietsuikerachtige resten te verwijderen. 1. Reinig eerst de bodem en de bovenkant met een microvezeldoek, water en een neutraal vaatwasmiddel. Goed spoelen. 2. Stel een regeneratiecyclus in door de geventileerde functie aan de maximum temperatuur te selecteren, en dit voor een uur. 3.
Reiniging en onderhoud Handmatige deactivering van de hendel van de deurblokkering (enkel pyrolysemodellen) 1. Verplaats de hendel van de deurblokkering helemaal naar rechts. Incorrect gebruik Gevaar op verbranding • De volgende handelingen moeten altijd bij koud en uitgeschakeld apparaat worden verricht. • Probeer tijdens de pyrolyse de hendel van de deurblokkering nooit met de hand te deactiveren.
Reiniging en onderhoud 4.4 Vapor Clean (enkel op sommige modellen) • Giet ongeveer 40 cc water op de bodem van de ovenruimte. Let op dat het water niet uit de insnijding komt. NL Vapor Clean is een reinigingsprocedure die de verwijdering van vuil vergemakkelijkt. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenkant van de ovenruimte zeer makkelijk te reinigen. De vuilresten worden verzacht door de warmte en door de waterdamp, zodat ze makkelijker kunnen verwijderd worden. Incorrect gebruik.
Reiniging en onderhoud • Tijdens de geassisteerde reinigingscyclus moeten de zelfreinigende panelen (indien aanwezig), die eerder verwijderd werden, apart met lauw water en weinig reinigingsmiddel gereinigd worden. 2. Op het display verschijnen de tijdsduur en de temperatuur van de reinigingscyclus.
Instelling van de geprogrammeerde reinigingscyclus Vapor Clean Einde van de reinigingscyclus Vapor Clean Het tijdstip waarop Vapor Clean begint kan net zoals de andere functies worden geprogrammeerd. 1. Selecteer de speciale functie Vapor Clean, en druk op de bedieningsknop. Op de display verschijnt de huidige tijd en het symbool licht op. 1. Open de deur en verwijder het minst hardnekkige vuil met een microvezeldoek. 2. Gebruik een sponsje met messingdraden voor het hardnekkige vuil. 3.
Reiniging en onderhoud 4.5 Pyrolyse (enkel op sommige modellen) De pyrolyse is een automatische reinigingsprocedure met hoge temperaturen, die het vuil zal oplossen. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenkant van de ovenruimte zeer makkelijk te reinigen. Incorrect gebruik. Beschadiging van de oppervlakken • Verwijder voedselresten of gemorste sporen van vroegere bereidingen uit de ovenruimte. • Schakel branders of kookplaten uit die eventueel boven het apparaat geïnstalleerd zijn.
Reiniging en onderhoud , waarvan de tijdsduur is vastgesteld op 2 uur). 3. Druk op de bedieningsknop. Het symbool stopt met knipperen. Op het display wordt een bericht weergegeven dat aangeeft dat alle accessoires uit de ovenruimte moeten worden verwijderd. NL 2. Draai aan de bedieningsknop om de tijdsduur van de reinigingscyclus in te stellen, van minimaal 2 uur tot maximaal 3 uur (met uitzondering van de functie 4. Druk op de bedieningsknop om de pyrolyse te starten.
Reiniging en onderhoud Pyrolyse 1. Op het display worden het bericht “pyrolyse in uitvoering” en de resterende tijd weergegeven ter indicatie dat het apparaat de automatische reinigingscyclus uitvoert. 2 minuten na de opstart van de pyrolyse wordt de deur vergrendeld door een mechanisme dat het openen ervan onmogelijk maakt (op het display wordt het symbool weergegeven. 2. Na afloop van de pyrolyse blijft de deur geblokkeerd tot de temperatuur binnenin de ovenruimte een veilig niveau bereikt. 3.
Reiniging en onderhoud Tijdens de eerste pyrolyse kunnen er onaangename geurtjes voorkomen, door verdamping van de olieachtige productiestoffen. Dit is een normaal verschijnsel dat na de eerste reinigingscyclus verdwijnt. Tijdens de pyrolyse maken de ventilatoren meer geluid omdat ze sneller draaien. Dit maakt deel uit van de normale werking om de warmte beter af te voeren.
Reiniging en onderhoud 4.6 Demontage van de deur Om de reiniging van de oven te vergemakkelijken, kunt u de ovendeur verwijderen en op een theedoek leggen. Voor een correcte demontage moet als volgt gehandeld worden: 1. Open de deur volledig en plaats twee borghaken in de openingen van de scharnieren zoals op de afbeelding. 3. Om de deur weer te monteren, moeten de scharnieren in de daarvoor bestemde openingen in de oven geplaatst worden, zodat de gleuven A helemaal op de openingen steunen.
Reiniging en onderhoud Voor een gemakkelijke schoonmaak, kunnen de binnenruiten van de deur worden gedemonteerd. 1. Open de deur. 2. Plaats de borghaken in de gaten van de scharnieren om de onbedoelde sluiting van de deur te voorkomen. 3. Verwijder de interne ruit door ze achteraan voorzichtig naar boven te trekken en volg de beweging die wordt aangeduid door de pijlen (1). 5. Verwijder de tussenruit door deze op te heffen. 6. Maak de buitenruit schoon, evenals de voorheen verwijderde ruiten.
Reiniging en onderhoud Demontage van de binnenruiten (pyrolytisch model) Voor een gemakkelijke schoonmaak, kunnen de binnenruiten van de deur worden gedemonteerd. 1. Open de deur. 2. Plaats de borghaken in de gaten van de scharnieren om de onbedoelde sluiting van de deur te voorkomen. 3. Verwijder de interne ruit door ze achteraan voorzichtig naar boven te trekken en volg de beweging die wordt aangeduid door de pijlen (1). 5. Verwijder de tussenruiten door ze op te heffen. 6.
Reiniging en onderhoud 4.8 Buitengewoon onderhoud 4. Draai de lamp los en verwijder ze. Vervanging van de lamp voor de binnenverlichting Delen onder elektrische stroom Gevaar voor elektrische schok • Schakel de stroomtoevoer naar het apparaat uit. 1. Verwijder alle accessoires uit de oven. 2. Verwijder de geleiderframes voor roosters/ovenschalen. 3. Verwijder de kap van de lamp met gereedschap (bijv. een schroevendraaier). Raak ze niet direct met de vingers aan, gebruik altijd isolerend materiaal. 5.
Reiniging en onderhoud Demontage en montage van de pakking (behalve pyrolytische modellen) De pakking demonteren: • Haak de op de 4 hoeken en centraal geplaatste haken los en trek de pakking naar buiten. De pakking monteren: • Haak de haken in de 4 hoeken en in het midden van de pakking vast. Advies voor het onderhoud van de pakking De pakking moet elastisch en zacht zijn. • Gebruik een niet-schurende spons en lauwwarm water om de pakking schoon te houden.
Reiniging en onderhoud (enkel pyrolyse-modellen) Na de automatische reinigingscyclus (pyrolyse) kan geen functie geselecteerd worden: • Controleer of de deurblokkering uitgeschakeld is. Indien dit niet het geval is, is het apparaat voorzien van een bescherming die de uitvoering van een functie verhindert terwijl de deurblokkering actief is. Dit is het geval omdat de temperatuur in de ovenruimte zodanig hoog is dat geen enkele bereiding kan uitgevoerd worden.
Installatie 5 Installatie 5.1 Gasaansluiting Gaslek Explosiegevaar • Controleer na elke ingreep of het aandraaimoment van de gasaansluitingen zich tussen 10 Nm en 15 Nm bevindt. • Gebruik, waar dit wordt gevraagd, een drukregelaar in overeenstemming met de van kracht zijnde norm. • Na de installatie moet u eventuele lekken opsporen met een zeepoplossing, maar nooit met een vlam.
Installatie Aansluiting met een flexibele stalen buis Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op de gasaansluiting 1 van het apparaat en breng altijd de meegeleverde pakking 2 ertussen aan. NL Voer de aansluiting op het gasnetwerk uit met een rubberleiding conform de kenmerken van de van kracht zijnde norm (controleer of de afkorting van deze norm op de leiding gedrukt is).
Installatie Aansluiting met een flexibele stalen buis met conische verbinding Verlengstuk gasaansluiting (enkel pyrolytische modellen) Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de verbinding 3 zorgvuldig vast op de gasaansluiting 1 (schroefdraad ½” ISO 228-1) van het apparaat, en breng altijd de bijgeleverde pakking 2 aan.
Installatie 4. Draai het gemonteerde verlengstuk C op de gasaansluiting van het apparaat D en breng altijd de meegeleverde pakking 2 ertussen aan. NL 3. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op het verlengstuk van de gasaansluiting 1 en breng altijd de meegeleverde pakking 2 ertussen aan. 5. Breng isolerend materiaal aan op de schroefdraad van het gemonteerde verlengstuk C en draai de flexibele buis E vast.
Installatie Ventilatie van de vertrekken Het apparaat mag enkel in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door de toepasselijke normen. In de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is, moet voldoende luchttoevoer aanwezig zijn die nodig is voor de regelmatige gasverbranding en de luchtverversing van de ruimte zelf.
Aanpassing aan de verschillende gastypes Regeling van het minimum voor methaan of stadsgas Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de straalpijpen op de branders vervangen worden en moet de lage vlam op de gaskranen geregeld worden. Schakel de brander in en laat hem op de lage stand branden. Verwijder de knop van de gaskraan, en handel op de regelschroef die zich naast het staafje van de kraan bevindt (afhankelijk van het model) tot een regelmatige minimum vlam wordt verkregen.
Installatie Regeling van het minimum voor vloeibaar gas Draai de schroef naast het staafje van de kraan helemaal rechtsom. Afmetingen van het apparaat Positie van de elektrische aansluitingen en de gasaansluitingen. Na de regeling met een ander gas dan het gas dat in de fabriek werd afgesteld moet het etiket voor de regeling van het gas, dat is aangebracht op het apparaat, vervangen worden door het etiket voor het nieuwe gas. Het etiket is bij de straalpijpen gevoegd (indien aanwezig).
Installatie Type van gas en toebehorende landen 1 Methaan G20 G20 20 mbar G20/25 20/25 mbar 2 Methaan G20 G20 25 mbar 3 Methaan G25.1 G25.1 25 mbar 4 Methaan G25 G25 20 mbar 5 Methaan G2.350 G2.
Installatie Tabel eigenschappen brander en gasmondstukken 1 Methaan G20 - 20 mbar AUX SR R UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.0 1.8 3.0 4.2 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 72 97 120 145 Voorkamer (gedrukt op straalpijp) (X) (Z) (H9) (F3) 2 Methaan G20 - 25 mbar 400 AUX 500 SR 800 R 1200 UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.1 1.8 2.9 4.1 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 72 94 110 145 Voorkamer (gedrukt op straalpijp) (X) (Z) (H8) (H3) 3 Methaan G25.
7 Vloeibaar gas G30/31 - 37 mbar AUX SR R UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.1 1.9 3.0 4.2 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 50 65 81 95 - - - - Gereduceerd verbruik (W) 450 550 900 1500 Nominaal verbruik G30 (g/h) 80 138 218 305 Nominaal verbruik G31 (g/h) 8 Vloeibaar gas G30/31 - 50 mbar 79 AUX 136 SR 214 R 300 UR2 Nominaal warmteverbruik (kW) 1.0 1.8 3.0 4.
Installatie 5.2 Plaatsing Buitenafmetingen Zwaar apparaat Pletgevaar • Plaats het apparaat op het meubel samen met een tweede persoon. Druk op de deur Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen. • Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur. • Til dit apparaat niet op door de handgreep beet te pakken.
Installatie Het apparaat kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimale afstand van 50 mm van de zijkant van het apparaat, zoals wordt aangeduid in de afbeeldingen A en C betreffende de installatieklassen. Keukenkasten die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op een afstand van minstens 750 mm bevinden. Bij gebruik van een afzuigkap boven de kookplaat dient de gebruiksaanwijzing van de afzuigkap te worden geraadpleegd om de correcte afstand te bepalen.
Installatie Plaatsing en nivellering Zwaar apparaat Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Plaats eerst de voorste voetjes en daarna de achterste. Voor de stabiliteit is het absoluut noodzakelijk dat het apparaat correct genivelleerd wordt op de ondergrond. • Na de uitvoering van de aansluitingen van gas en elektriciteit moet het voetje vast- of losgedraaid worden tot het apparaat stabiel en horizontaal op de vloer staat.
Installatie Bevestiging aan de muur (waar voorzien) 4. Op de muur de positie markeren waar het gat geboord moet worden. 1. Draai de schroef achter de kookplaat naast de gasaansluiting los. NL 5. Boor het gat en plaats een plug. 2. Haak de ketting aan het fornuis door middel van de zojuist verwijderde schroef. 3. De ketting horizontaal verlengen zodat het andere uiteinde van de ketting de muur aanraakt. 6. Bevestig de ketting en duw het apparaat naar de muur toe.
Installatie 5.3 Elektrische aansluiting Elektrische spanning Gevaar voor elektrische schok • Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel. • Gebruik een persoonlijk beschermingsmiddel. • De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie. • Schakel de stroomtoevoer uit. • Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen. • Gebruik kabels die bestand zijn tegen temperaturen van minstens 90 °C.
Installatie Toegang tot het klemmenbord (enkel pyrolyse-modellen) 3. Installeer de voedingskabel. Om de voedingskabel te kunnen aansluiten is toegang tot het klemmenbord op de achterste plaat vereist: 1. Verwijder de schroeven die het klepje op de achterste plaat vastzetten. 2. Laat het klepje een stukje draaien en verwijder het van diens plaats. NL Draai de schroef van het kabelbevestigingsplaatje los, alvorens de voedingskabel te installeren. 4.
Installatie Multifunctionele modellen • 220-240 V 1N~ Driepolige kabel 3 x 1,5 mm². De waarden verwijzen naar de diameter van de interne geleider. De stroomkabels hebben afmetingen die rekening houden met de gelijktijdigheidsfactor (conform de norm EN 60335-2-6). Vaste aansluiting Voorzie een meerpolige onderbreking voor de voeding, overeenkomstig de installatienormen. De schakelaar dient op een eenvoudig te bereiken plaats en in de nabijheid van het apparaat te zijn aangebracht.