User manual
Gebruik
221
NL
Correcte positie van de vlamverdelers en 
van de deksels
Voordat de branders van de kookplaat 
ingeschakeld worden, moet gecontroleerd 
worden of de vlamverdelers correct 
gepositioneerd zijn met de respectievelijke 
deksels. Let op dat de openingen van de 
vlamverdelers overeenstemmen met de 
vonkontstekers en de thermokoppels (A).
Praktisch advies voor het gebruik van de 
kookplaat
Voor een optimaal rendement van de 
branders en een minimaal gasverbruik 
moeten recipiënten gebruikt worden met 
een deksel en die geschikt zijn voor de 
brander, om te voorkomen dat de vlam 
langs de zijkanten lekt. Wanneer de 
vloeistof begint te koken, moet de vlam 
dusdanig laag gedraaid worden dat wordt 
voorkomen dat de vloeistof overkookt.
3.5 Gebruik van de bergruimte
Onderaan het fornuis is er een bergruimte 
die toegankelijk is door de handgreep naar 
u toe te trekken. Deze bergruimte is geschikt 
om potten en pannen of metalen 
voorwerpen voor gebruik met het apparaat 
te bewaren.
3.6 Het gebruik van de oven
Inschakelen van de oven
Om de oven in te schakelen:
1. Selecteer de gewenste bereidingsfunctie 
met de functieknop.
2. Selecteer de gewenste temperatuur met 
de temperatuurknop.
Diameter van de recipiënten:
• AUX: 12 - 14 cm.
• SR: 16 - 24 cm.
• R: 18 - 26 cm.
• UR2: 18 - 26 cm.
Diameters van de recipiënten met 
verhoogd rooster:
• UR2: 26 - 28 cm.
Regelmatige knipperingen van de 
controlelamp van de thermostaat 
tijdens de bereiding zijn normaal, 
en duidt aan dat de temperatuur in 
de oven constant wordt gehouden.










