User manual
Beschrijving
211
NL
4 Functieknop hoofdoven
De verschillende functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Nadat u de gewenste
functie heeft geselecteerd, moet u de
kooktemperatuur instellen met de
temperatuurknop.
5 Knoppen van de branders van de
kookplaat
Nuttig voor de inschakeling en de regeling
van de branders van de plaat.
Druk op de knoppen, en draai deze
linksom op de waarde om de
overeenkomstige branders te ontsteken.
Om de vlam te regelen, moet de knop in de
zone tussen het maximum en het
minimum gedraaid worden.
Om de branders uit te schakelen, moeten
de knoppen op geplaatst worden.
6 Bedieningsknop barbecue
Met deze knop kan het vermogen van de
barbecueweerstand op de kookplaat
rooster geregeld worden.
Activeer het verwarmingselement door de
knop een willekeurige stand van 1 tot 9 te
plaatsen.
7 Controlelamp barbecue
Gaat branden om aan te geven dat de
barbecueweerstand is ingeschakeld.
Wordt uitgeschakeld als de temperatuur is
bereikt. Een regelmatig knipperend lampje
geeft aan dat de ingestelde temperatuur
van de weerstand constant wordt
gehouden.
8 Knop variabele grill hulpoven
Plaats de thermostaatknop van de hulpoven
op het symbool of
.
Draai de knop van de variabele grill
rechtsom naar de gewenste stand.
9 Controlelamp variabele grill hulpoven
Het oplichten van de controlelamp meldt
dat de grill is ingeschakeld.
10 Thermostaatknop hulpoven
De keuze van de temperatuur voor de
bereiding wordt uitgevoerd door de knop
rechtsom te draaien tot de gewenste
waarde wordt bereikt, tussen 50° en
220°C.
De oven wordt ingeschakeld door de knop
rechtsom te draaien naar een willekeurige
functie.
11 Controlelamp hulpoven
Het oplichten van de controlelamp meldt
dat de hulpoven aan het voorverwarmen is.
Wanneer deze controlelamp uitgaat, werd
de ingestelde temperatuur bereikt. Het
regelmatig knipperen duidt aan dat de
temperatuur in de oven constant op het
ingestelde niveau wordt gehouden.










