User manual

15
Let op: Algemene aanwijzingen voor de bereiding van
alle dranken met melk.
: druk hierop om de bereiding volledig te
onderbreken en terug te keren naar het bedieningspaneel.
: druk hierop om de afgifte van melk of koe te
onderbreken en naar de volgende afgifte te gaan (indien
van toepassing) om een drank te voltooien.
Na de afgifte moet om de hoeveelheid koe in het kopje te
verhogen op worden gedrukt.
De bereiding van alle dranken met melk kan worden
aangepast (zie de paragrafen Aangepaste dranken en
“Bewaren van uw persoonlijke proel”).
Laat het melkreservoir niet te lang uit de koelkast:
naarmate de temperatuur toeneemt (idealiter 5 °C), zal de
kwaliteit van het schuim afnemen.
Nadat de koe is gezet is het apparaat weer klaar om de
volgende drank te zetten.
Het melkreservoir reinigen na gebruik
Gevaar brandwonden!
Bij het reinigen van de leidingen van het melkreservoir kan een
kleine hoeveelheid heet water en stoom uit het afgiftepijpje voor
opgeschuimde melk (D5) ontsnappen. Voorkom dat u geraakt wordt
door wegspattend water. Telkens als met melk wordt gewerkt, verschijnt
DRAAI KNOP SCHUIMINSTELLING OM REINIGING TE STARTEN op het
display en moet het deksel van de melkopschuimer worden gereinigd:
1. Laat het melkreservoir (D) in de machine zitten (u hoeft het
niet te legen).
2. Plaats een kopje of een andere houder onder het
afgiftepijpje voor opgeschuimde melk (g. 20).
3.
Draai de knop voor de schuiminstelling (D1) naar CLEAN (g. 21):
op het display (B) verschijnt REINIGING MELKRESERVOIR PLAATS
EEN KOPJE ONDER HET MELKPIJPJE (FIG. 22) samen met een
voortgangsindicator die voller wordt naarmate de reiniging vordert.
De reiniging wordt automatisch gestopt.
4. Draai de knop terug naar een van de schuimselecties.
5. Verwijder het melkreservoir en reinig altijd de
stoomspuitmond (A10) met een spons (g. 23).
Let op:
Als meerdere dranken met melk moeten worden gezet,
reinig het melkreservoir dan pas nadat de laatste drank
is bereid. Om na het verschijnen van het bericht CLEAN
verder te kunnen gaan met het zetten van dranken, moet
op
worden gedrukt.
Als het melkreservoir niet gereinigd wordt, verschijnt
het symbool op het display als herinnering dat het
melkreservoir moet worden gereinigd.
Het melkreservoir kan in de koelkast worden bewaard.
In sommige gevallen moet het apparaat kortstondig
opwarmen om de reiniging te kunnen uitvoeren.
AFGIFTE VAN WARM WATER
Gevaar brandwonden!
Laat het apparaat niet onbeheerd terwijl heet water stroomt.
1. Zorg dat de afgiftegroep voor warm water en stoom (C6)
correct bevestigd is aan de spuitmond voor warm water en
stoom (A10).
2. Plaats een houder onder de afgiftegroep (zo dichtbij
mogeljk om spatten te voorkomen).
3. Selecteer WARM WATER op het bedieningspaneel. Op
het display (B) verschijnt het bijbehorende symbool samen
met een voortgangsindicator die voller wordt naarmate de
bereiding vordert.
4.
De machine geeft warm water af en stop daarmee vervolgens
automatisch. De afgifte van warm water kan handmatig
worden onderbroken door te drukken op .
Let op:
Als "Spaarstand" actief is kan het enkele seconden langer
duren voordat warm water wordt afgegeven.
De afgifte van warm water kan worden aangepast (zie de
paragrafen Aangepaste dranken en “Bewaren van uw
persoonlijke proel”).
AFGIFTE VAN STOOM
Gevaar brandwonden!
Laat het apparaat niet onbeheerd terwijl stoom wordt afgegeven.
1. Zorg dat de afgiftegroep voor warm water en stoom (C6)
correct bevestigd is aan de spuitmond voor warm water en
stoom (A10).
2.
Vul een houder met de op te warmen of op te schuimen vloeistof
en plaats de afgiftegroep voor warm water en stoom hierin.
3.
Selecteer STOOM op het bedieningspaneel. Op het
display (B) verschijnt het bijbehorende symbool samen met een
voortgangsindicator die voller wordt naarmate de bereiding
vordert en na enkele seconden komt er stoom voor de opwarming
van de vloeistof uit de afgiftegroep voor warm water en stoom.
4. Zodra de gewenste temperatuur of hoeveelheid schuim is
bereikt, moet de stoomafgifte worden onderbroken door te
drukken op .
Attentie!
Om brandwonden door wegspattende vloeistoen te
voorkomen, moet de stoomafgifte altijd gestopt worden voordat
de houder met vloeistof wordt uitgenomen.
NL