Operation Manual
13
NL
Koezetten met koebonen
 Attentie!
Gebruik geen groene, gekaramelliseerde of gekonjte 
koebonen, omdat die aan de koemolen kunnen vastplakken 
en deze onbruikbaar maken.
1. 
Vul het koebonenreservoir (A16) (g. 12) met koebonen.
2.  Plaats een kopje onder de koeafgiftegroep (A13).
3.  Laat de koeafgiftegroep tot zo dicht mogelijk bij het kopje 
zakken (g. 13): zo wordt een betere crème verkregen.
4. 
Druk op   (B10) of   (B8) tot de gewenste koe verschijnt.
5.  Selecteer vervolgens op het bedieningspaneel de gewenste 
koe:
•  ESPRESSO
•  DOPPIO+
•  KOFFIE
•  LUNGO
•  2 X ESPRESSO
•  AMERICANO
6. 
De bereiding begint en op het display (B) wordt de afbeelding 
van de geselecteerde drank weergegeven samen met een 
voortgangsindicator die voller wordt naarmate de bereiding 
 vordert.
 Let op:
•   Er kunnen 2 kopjes ESPRESSO tegelijk worden bereid door 
op X2   te drukken als 1 ESPRESSO wordt bereid (de 
afbeelding blijft enkele seconden op het display staan bij 
aanvang van de bereiding).
•   Als de machine aan het koezetten is, kan dit op elk 
moment worden onderbroken door te drukken op 
.
•   Zodra het koezetten is beëindigd, kan de hoeveelheid 
koe in het kopje worden verhoogd door te drukken 
op   : wanneer de gewenste hoeveelheid is 
verkregen, moet op   worden gedrukt.
Nadat de koe is gezet is het apparaat weer klaar om de 
volgende drank te zetten.
 Let op:
Tijdens het gebruik van het apparaat kunnen verschillende 
alarmmeldingen worden weergegeven (TANK VULLEN, 
KOFFIEDIKRESERVOIR LEGEN, enz.). Deze worden uitgelegd in 
de paragraaf “Meldingen op het display”.
•  Voor hetere koe, zie de paragraaf “Tips voor hetere koe”.
• 
Indien de koe in druppels uitstroomt, te slap is, onvoldoende 
crème heeft of te koud is, lees dan de tips in de paragraaf “Aanpassen 
van de koemolen” en het hoofdstuk “Oplossing van problemen”.
• 
De bereiding van koe kan worden aangepast (zie de paragrafen 
“Aangepaste dranken” en “Bewaren van uw persoonlijke proel”).
•   Als "Spaarstand" actief is kan het enkele seconden duren 
voordat de eerste koe wordt gezet.
Koezetten met gemalen koe
 Attentie!
• 
Voeg nooit gemalen koe toe als de machine is uitgeschakeld 
om te voorkomen dat de koe in de machine terechtkomt en 
deze vervuilt. Het apparaat kan daardoor beschadigd raken.
•   Gebruik nooit meer dan 1 maatschepje (C2) omdat de 
binnenzijde van de koemachine anders vies kan worden 
of de trechter (A4) verstopt kan raken.
 Let op:
Bij gebruik van gemalen koe kunt u slechts een kopje koe 
per keer zetten.
1.  Druk herhaaldelijk op   SMAAK (B6) tot op het display 
(B)   (gemalen) verschijnt.
2.  Open het deksel (A15) en het klepje van de trechter voor 
gemalen koe (A23).
3.  Zorg dat de trechter (A21) niet verstopt is en voeg een 
maatschepje gemalen koe toe (g. 14).
4.  Plaats een kopje onder de koeafgiftegroep (A13) (g. 13).
5.  Selecteer vervolgens op het bedieningspaneel de gewenste 
koe (ESPRESSO, KOFFIE, LUNGO, enz.).
6. 
De bereiding begint en op het display wordt de afbeelding 
van de geselecteerde drank weergegeven samen met een 
voortgangsindicator die voller wordt naarmate de bereiding vordert.
 Let op:
•   Als de machine aan het koezetten is, kan dit op elk 
moment worden onderbroken door te drukken op 
.
•   Zodra het koezetten is beëindigd, kan de hoeveelheid 
koe in het kopje worden verhoogd door te drukken 
op  : wanneer de gewenste hoeveelheid is 
verkregen, moet op   worden gedrukt.
Nadat de koe is gezet is het apparaat weer klaar om de 
volgende drank te zetten.
 Attentie! Een LUNGO   zetten:
Halverwege de bereiding verschijnt op het display het bericht 
VOEG GEMALEN KOFFIE TOE, MAXIMAAL EEN MAATSCHEPJE. 
Voeg een maatschepje gemalen koe toe en druk op 
.
Aanpassen van de koemolen
De koemolen hoeft in het begin niet te worden aangepast, 
omdat die in de fabriek al zo is ingesteld dat er op de juiste wijze 
koe mee kan worden gezet. 
Indien u na het zetten van een aantal kopjes vindt dat de koe 
te slap is, de crèmelaag niet goed is of het koezetten te lang 
duurt (met druppels), kan dat worden gecorrigeerd door aan de 
regelknop voor de maalgraad te draaien (g. 11).










