User manual

Gebruik
284
Correcte positie van de vlamverdelers en
van de deksels
Voordat de branders van de kookplaat
ingeschakeld worden, moet gecontroleerd
worden of de vlamverdelers correct met de
respectievelijke deksels gepositioneerd zijn.
Let op dat de openingen van de
vlamverdelers overeenstemmen met de
vonkontstekers en de thermokoppels (A).
Praktisch advies voor het gebruik van de
kookplaat
Voor een optimaal rendement van de
branders en een minimaal gasverbruik
moeten houders met een deksel gebruikt
worden die geschikt zijn voor de brander,
om te voorkomen dat de vlam langs de
zijkanten lekt. Wanneer de vloeistof begint
te koken, moet de vlam laag gedraaid
worden om te vermijden dat de vloeistof
overkookt.
3.4 Gebruik van de inductieplaten
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Ter hoogte van
elke knop wordt de bijbehorende
kookzone aangegeven.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
vermogenswaarde.
Houders die geschikt zijn voor
inductiekoken
De voor het inductiekoken gebruikte
houders moeten van metaal zijn en
beschikken over magnetische
eigenschappen en een bodem van
geschikte afmetingen.
Geschikte houders:
Recipiënten van geëmailleerd staal met
dikke bodem.
Houders van gietijzer met geëmailleerde
bodem.
Houders van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte houders:
Recipiënten van koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek
en terracotta.
Diameter van de houders:
SR: 16 - 24 cm.
R: 18 - 26 cm
UR2 int + ext: 18 - 28 cm
Schakel de platen na gebruik uit
door de relatieve knop op O te
plaatsen. Vertrouw nooit alleen op
de panherkenningsindicatie.
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten.