User manual

Gebruik
285
NL
Om te controleren of de pan geschikt is,
volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan geschikt voor een
inductiekookplaat. Als u niet over een
magneet beschikt, kunt u in het houder een
kleine hoeveelheid water gieten, het op
een kookzone plaatsen en de plaat
inschakelen. Indien op het display het
symbool verschijnt, is de pan niet
geschikt.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een kookzone
staat of als de pan te klein is, wordt geen
energie overgedragen en verschijnt het
symbool op het display.
Als een geschikte pan op de kookzone
staat, detecteert het herkenningssysteem de
aanwezigheid van de pan en schakelt het
systeem de plaat in op het vermogen dat
ingesteld werd met de draaiknop. Het
overdragen van energie wordt ook
onderbroken wanneer de pan wordt
verwijderd van de kookzone (op het
display wordt het symbool
weergegeven).
Wanneer de panherkenningsfunctie
geactiveerd wordt, ondanks de beperkte
afmetingen van de pannen of de potten die
zich op de kookzone bevinden, wordt
enkel de noodzakelijke energie
overgedragen.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.