User manual

Installatie
332
4. Breng aan het einde van de
handelingen het klepje weer aan op de
achterste plaat en zet het met de
eerder verwijderde schroeven vast.
Vaste aansluiting
Breng op de lijn een alpolige
scheidingsschakelaar aan met een
contactopening die, overeenkomstig de
installatievoorschriften, de volledige
scheiding volgens overspanningscategorie
III mogelijk maakt.
De onderbrekingsinrichting dient op een
eenvoudig te bereiken plaats en in de
nabijheid van het apparaat te zijn
aangebracht.
Test
Voer na de installatie een korte test uit. Bij
een slechte werking van het apparaat,
nadat u heeft vastgesteld dat u de instructies
correct heeft uitgevoerd, moet u het
apparaat loskoppelen van het
elektriciteitsnet en zich wenden tot het
dichtstbijzijnde Technische Servicecentrum.
5.5 Voor de installateur
• De stekker moet na de installatie
toegankelijk blijven. De kabel voor de
verbinding met het stroomnet mag niet
verbogen of vastgeklemd worden.
• Het apparaat moet volgens de
installatieschema’s worden geïnstalleerd.
• Het schroefdraadelement van de
verbinding niet losdraaien of forceren.
Daardoor kan dit deel van het apparaat
beschadigd raken en wordt de
fabrieksgarantie ongeldig.
• Controleer alle aansluitingen met water
en zeep op gaslekken. Controleer op
eventuele lekkageNIET m.b.v. een vlam.
• Ontsteek de branders eerst een voor
een en dan allemaal tegelijkertijd om de
correcte werking van het gasventiel, de
brander en de ontsteking te
waarborgen.
• Draai de knoppen van de branders op
de minimum stand en observeer of de
vlam van elke brander apart en van alle
branders tegelijkertijd stabiel is.
• In geval het apparaat, na het verrichten
van alle controles, niet correct werkt,
neem dan contact op met het plaatselijke
erkende servicecentrum.
• Na de correcte installatie van het
apparaat wordt u verzocht de gebruiker
te informeren over de correcte
werkwijze.
Draai de schroef van het
kabelbevestigingsplaatje los,
alvorens de voedingskabel te
installeren.