Operation Manual
Aanwijzingen voor de installateur
90
4. AFSLUITENDE HANDELINGEN
Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de
kapjes van de branders en de roosters worden teruggeplaatst.
Na instelling met een andere gassoort dan bij de keuring is gebruikt,
moet het etiket van het ingestelde gas dat op het apparaat aangebracht
is, worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe
gassoort.
4.1 Instelling van het minimum voor methaangas
Ontsteek de brander en zet hem op de minimum
stand
. Trek de knop van de gaskraan uit en
draai aan de stelschroef naast het staafje van de
kraan, totdat een regelmatige, minimum vlam
wordt verkregen.
Hermonteer de knop en controleer de stabiliteit
van de vlam van de brander (als de knop snel
van de grootste naar de kleinste stand gedraaid
wordt, mag de vlam niet uitgaan). Herhaal deze
operatie op alle gaskranen.
4.2 Montage van de plint
• Plaats de plint boven de plaat en zorg er voor dat de gaten A
overeenkomen met de gaten B.
• Bevestig de plint op de plaat, door de schroeven C vast te draaien.