Operation Manual

Aanwijzingen voor de installateur
88
3. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE
GASTYPES
Voordat de volgende handelingen uitgevoerd worden, moet de
stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden.
De kookplaat van het fornuis is getest op methaangas G20/G25 (2E+) bij
een druk van 20 mbar. Als hij op andere gassoorten moet werken,
moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte
de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld. De sproeiers
moeten worden vervangen volgens de beschrijving in de volgende
paragraaf
3.1 Vervanging van de straalpijpen van de kookplaat
1. Verwijder de roosters, alle deksels en de vlamverdelers;
2. Draai alle straalpijpen van de branders los met met een buissleutel
van 7 mm;
3. Vervang de straalpijpen van de branders met diegene voor het gas
dat gebruikt zal worden (raadpleeg paragraaf "3.2 Tabel met
kenmerken van de branders en de straalpijpen").