Inhoudsopgave 1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK _______ 90 2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT _______________________________ 92 3. REGELING VAN HET GAS_______________________________________ 97 4. AFSLUITENDE HANDELINGEN___________________________________ 99 5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN____________________ 101 6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT _________________________________ 108 7. GEBRUIK VAN DE OVENS _____________________________________ 110 8.
Presentatie 1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET APPARAAT. HIJ MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN BEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK TE NEMEN. BEWAAR OOK DE BIJGEVOEGDE SERIE VAN SPUITSTUKKEN.
Presentatie HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET SERIENUMMER EN HET MERKTEKEN IS ZICHTBAAR IN HET OPBERGVAK AANGEBRACHT. HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD. PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE PANDRAGERS VAN DE KOOKPLAAT. TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT. DIT APPARAAT MAG NIET OP VERHOOGDE PLATFORMEN WORDEN GEMONTEERD.
Instructies voor de installateur 2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT Het apparaat moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus en in overeenstemming met de geldende normen. Het apparaat kan worden geïnstalleerd tegen wanden waarvan er één hoger is dan het werkblad, op een minimale afstand van 50 mm vanaf de zijkant van het apparaat, zoals afgebeeld in de tekeningen A en B met betrekking tot de installatieklassen.
Instructies voor de installateur 2.2 Elektrische aansluiting Het aansluiten van Smeg apparatuur. Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240 volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden aangesloten kunnen beschadigd raken. De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom.
Instructies voor de installateur Het apparaat heeft aan de achterkant een klemmenbord. Voor de elektrische aansluiting verwijzen wij naar het volgende schema. Het is toegankelijk als u het carter achter verwijdert. Werking op 220-240V∼: gebruik een driepolige kabel van het type H05RR-F (kabel van 3 x 6 mm2). Werking op 380-415V2N∼ of 220-240V2N∼ : gebruik een driepolige kabel van het type H05RR-F (kabel van 4 x 4 mm2).
Instructies voor de installateur 2.3 Ventilatie van de ruimten Het apparaat mag alleen in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd, zoals voorzien door de plaatselijk geldende normen. In de ruimte waar het apparaat is geplaatst moet voldoende lucht kunnen toestromen ter vervanging van die noodzakelijk voor de normale verbranding van het gas en de normale verversing van de lucht de ruimte zelf.
Instructies voor de installateur 2.5.1 Aansluiting op vloeibaar gas Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften van de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers ”.
Instructies voor de installateur 3. REGELING VAN HET GAS Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden. 3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P) met een druk van 25 mbar. Als hij op andere gassoorten moet werken, moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld.
Instructies voor de installateur 3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van 25 mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld. Brander Nominaal warmtevermogen (kW) Hulpbrander Halfsnelle Snel Vispan Zeer snel 1.05 1.8 3.0 1.9 3.9 Diameter mondstuk 1/100 mm 72 - 0306 94 - 0210 121 - 0309 100 – 0210 145 - 0332 Beperkt debiet (W) 360 450 750 800 1600 1.0 3.5 70 - 0208 105 +105 - 0211 350 1600 UR2 Binn.
Instructies voor de installateur 4. AFSLUITENDE HANDELINGEN Na de spuitstukken te hebben vervangen moet u de vlamverdelers, branderdeksels en pandragers weer terugplaatsen. Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet u het op het apparaat aangebrachte etiketje voor de regeling van het gas vervangen door dat voor het nieuwe gas. U vindt het etiketje in het zakje met de spuitstukken. 4.1 Regeling van het minimum voor stadsgas en methaan Ontsteek de brander en zet hem op de minimumstand .
Instructies voor de installateur 4.3 • • 100 Montage van de spatrand Plaats de spatrand boven de vangschaal waarbij u de gaten A met de gaten B overeen moet laten stemmen. Bevestig de spatrand met de schroeven C op de vangschaal.
Instructies voor de gebruiker 5. 5.1 BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN Het frontpaneel Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de keuken bevinden zich op het frontpaneel.
Instructies voor de gebruiker FUNCTIEKEUZEKNOP OVEN LINKS Draai de knop om uit één van de volgende functies te kiezen: GEEN FUNCTIE INGESTELD GRILL-ELEMENT + VENTILATIE BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE ONDERSTE VERW.EL. + GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT GEVENT.
Instructies voor de gebruiker THERMOSTAATKNOP OVEN RECHTS U kunt de kooktemperatuur instellen door de knop rechtsom te draaien op de gewenste stand, tussen 50° en - 280 ( ) °C. Het branden van het controlelampje wijst erop dat de oven wordt opgewarmd. Wanneer dit lampje uitgaat is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt. Het regelmatig knipperen wijst erop dat de temperatuur in de oven continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
Instructies voor de gebruiker 5.2 Analoge Elektronische Klok (oven links / rechts) LIJST VAN FUNCTIES DRUKKNOP KOOKWEKKER DRUKKNOP EINDE KOOKTIJD INSTELLING JUISTE TIJD EN RESET DRUKKNOP AFNAME WAARDE DRUKKNOP TOENAME WAARDE Het alarmsignaal dat op het einde van elke programmering zal afgaan, bestaat uit 10 geluidssignalen die 3 maal met intervals van ongeveer 1 minuut worden herhaald. Het kan echter op elk moment worden onderbroken, door een willekeurige toets in te drukken.
Instructies voor de gebruiker 5.2.2 Kookwekker Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren. Wanneer u op de toets drukt, wordt het display verlicht zoals aangeduid wordt in afbeelding 1; - - Druk binnen 5 seconden op de toetsen of om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij elke druk zal 1 extern segment oplichten of uitgaan, overeenkomstig 1 minuut van bereiding (in afbeelding 2 wordt 1 uur en 10 minuten weergegeven).
Instructies voor de gebruiker 5.2.3 Programmering gedrukt wordt, Duur van bereiding: wanneer op de tweede toets kan de duur van de bereiding ingesteld worden. Vóór het instellen, moet u de thermostaat op de voor de bereiding gewenste temperatuur draaien en de keuzeschakelaar voor de functies in een willekeurige positie plaatsen. Om de duur van de bereiding in te stellen, moet u als volgt te werk gaan: - Druk op de toets ; de wijzer zal zich op positie 12 plaatsen en het symbool (Afb. 1).
Instructies voor de gebruiker Begin bereiding: naast de duur van de bereiding kunt u ook de starttijd van de bereiding instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur tegenover de actuele tijd). Om het begintijdstip/eindtijdstip in te stellen, moet u als volgt handelen. Stel de duur van de bereidingstijd in zoals beschreven werd in de vorige paragraaf. - Binnen 5 seconden na de laatste druk op de toetsen nogmaals op de toets of moet u drukken om het uur van het einde van de bereiding te bepalen.
Instructies voor de gebruiker 6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT 6.1 Inschakelen van de branders van de kookplaat Voordat u de branders van de kookplaat ontsteekt moet u controleren of de vlamverdelers in hun zetels liggen met de bijbehorende deksels, waarbij u ervoor moet opletten dat de gaten A van de vlamverdelers overeenstemmen met de vonkontstekers en thermokoppels. Bij de UR2 dual brander moet u de deksels G en F perfect op de brander D laten vallen.
Instructies voor de gebruiker 6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de kookplaat Voor een beter rendement van de branders en een minimaal verbruik van het gas moet u: recipiënten gebruiken met een deksel en qua grootte aangepast aan die van de branders om te voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (zie paragraaf “6.3 Diameter van de recipiënten”). Op het moment dat de vloeistof aan de kook raakt moet u de vlam zover verminderen dat hij niet overkookt.
Instructies voor de gebruiker 7. 7.1 GEBRUIK VAN DE OVENS Waarschuwingen en algemene aanbevelingen Bij de eerste ingebruikneming van de oven moet u hem net zolang op de maximumtemperatuur (250-220°C) verhitten tot de eventuele olieachtige resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten op het voedsel zouden kunnen overbrengen, zullen zijn verbrand.
Instructies voor de gebruiker 8. GEBRUIK VAN DE "PIZZA" FUNCTIE Dit apparaat is uitgerust met een speciaal voor het bakken van pizza's bestudeerde functie. Die functie is herkenbaar aan het symbool op de functieknop van de oven. Om de pizza te bakken moet u als volgt te werk gaan. Zet de functieknop van de oven op het symbool en de thermostaatknop op . Verwarm de oven in deze staat tot de thermostaatlamp uitgaat, en leg de pizza vervolgens op de speciale plaat.
Instructies voor de gebruiker 8.2 Waarschuwingen • • • • • • • Het koken met de grill mag nooit langer dan 60 minuten duren. Tijdens het koken met de grill en grill + draaispit moet de ovendeur gesloten blijven. Om gevaarlijke oververhitting te voorkomen moet u tijdens het gebruik van de oven of de grill het glazen deksel van het apparaat altijd omhoog laten staan.
Instructies voor de gebruiker 9. BESCHIKBARE ACCESSOIRES De oven heeft 4 geleiderails om de ovenschalen en roosters op verschillende hoogten op te kunnen plaatsen. Ovenrooster: voor het koken van voedsel in schalen, kleine taarten, braadstukken of voedsel dat licht moet worden geroosterd. Rooster voor ovenschaal: om bovenop een ovenschaal te zetten voor het bereiden van voedsel dat kan lekken. Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van het vet dat van het voedsel op het rooster erboven druipt.
Instructies voor de gebruiker Tang van verchroomd metaal: handig om hete roosters en ovenschalen mee uit de oven te halen. Bovenste bescherming: wanneer u hem eruit trekt kunt u de oven van binnen gemakkelijker schoonmaken. Pizzaplaat: speciaal ontworpen voor het bakken van pizza's. Moet worden gebruikt zoals beschreven in paragraaf 8 "Gebruik van de “pizza” functie" Op bestelling beschikbare accessoires Via de Bevoegde Servicecentra kunt u de plint en de zelfreinigende panelen van de ovens bestellen.
Instructies voor de gebruiker 10. AANBEVELINGEN VOOR HET KOKEN Voor de voorverwarming raden wij altijd de geventileerde functie en een temperatuur van 30/40°C hoger dan de kooktemperatuur aan. Hiermee kunt u de kooktijden en het energieverbruik aanzienlijk verminderen en zullen de kookresultaten beter zijn. Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven. 10.
Instructies voor de gebruiker 10.2 Koken met warme lucht (oven links / rechts) FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 - 250°C THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 - 280°C ( ) Dit systeem is geschikt voor het koken op meerdere niveaus, ook van voedsel van geheel verschillende aard (vis, vlees, enz.) zonder dat de smaak of geur op elkaar overslaan. De circulatie van de lucht in de oven garandeert een gelijkmatige verspreiding van de hitte. Voorverwarming is niet nodig.
Instructies voor de gebruiker Geschikt voor het snel goudbruin braden van het voedsel. Wij raden aan om de ovenschaal in de bovenste stand te zetten. Bij korte kooktijden en kleine hoeveelheden moet u het rooster op de derde geleiderail van onderen plaatsen. Bij langere kooktijden en grillschotels moet u het rooster lager zetten afhankelijk van de grootte van de stukken vlees. Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven. 10.
Instructies voor de gebruiker 10.5 Ontdooien (oven links) FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR THERMOSTAAT IN DE STAND 0 Uitsluitend de verplaatsing van de lucht door de ventilator zal voor een snellere ontdooiing van het voedsel zorgen. De in de oven circulerende lucht is op omgevingstemperatuur. Het ontdooien op omgevingstemperatuur heeft als voordeel dat de smaak en het aanzien van het voedsel er niet door worden veranderd.
Instructies voor de gebruiker 10.6 Koken met het draaispit (oven links) FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 250°C Bereid het spit met het voedsel voor door de schroeven A van de vorken te blokkeren. Steek de frames B in de gaten in het bakje F. het spit van het braadstuk zodanig plaatsen dat de katrol E op de steun voor het spit B blijft. Steek de schaal volledig in de oven tot de punt van de spies tegenover gat C staat.
Instructies voor de gebruiker 10.7 Aanbevolen kooktabellen De kooktijden, en speciaal die van het vlees, zullen variëren afhankelijk van de dikte en de kwaliteit van het voedsel en de persoonlijke smaak van de consument. TRADITIONELE KOOKWIJZEN POSITIE GELEIDERAIL VAN ONDEREN TEMPERATUUR (°C) TIJDSDUUR IN MINUTEN (*) 2-3 2-3 210 - 230 210 - 230 30 40 2 2 2 2 2 2 2 1 1-2 170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200 170 - 200 1-2 210 - 240 30 - 40 PER KG.
Instructies voor de gebruiker KOKEN MET WARME LUCHT VOORGERECHTEN LASAGNE MACARONI UIT DE OVEN CREOOLSE RIJST VLEES KALFSGEBRAAD GEBRADEN VARKENSVLEES GEBRADEN RUNDVLEES RUNDERFILET LAMSGEBRAAD ROSBIEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS PIZZA GEBAK KRANSVORMIG GEBAK VRUCHTENTAART CAKE CROISSANTS STRUDEL LANGEVINGERPUDDING BROOD TOAST POSITIE GELEIDERAIL VAN ONDEREN TEMPERATUUR (°C) TIJDSDUUR IN MINUTEN (*) 2 2 2 190 - 210 190 - 210 190 - 220 20
Instructies voor de gebruiker 11. REINIGING EN ONDERHOUD Gebruik nooit stoomstralen om de oven van binnen mee schoon te maken. 11.1 Het reinigen van roestvrij staal Voor een goed behoud van het roestvrij staal moet u het na ieder gebruik en nadat het is afgekoeld schoonmaken. 11.1.
Instructies voor de gebruiker 11.2 Reiniging van de componenten van de kookplaat Vóór alle werkzaamheden op onder spanning staande onderdelen moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen. 11.2.1 Barbecueplaat Verwijder de plaat uit diens zetel nadat hij is afgekoeld waarbij u hem aan de voorkant moet optillen zoals afgebeeld in figuur 1 en ervoor moet opletten dat u de voedselresten die in de gleuven aan de zijkant zijn opgevangen niet morst.
Instructies voor de gebruiker 11.2.3 De pandragers Verwijder de pandragers rechts (grillplaat+visbrander) zoals aangegeven in de figuur. Voor de pandragers links bestaat geen speciale demontagevolgorde. Verwijder de pandragers en was ze in lauw water met een niet schurend schoonmaakmiddel en zorg ervoor dat u alle aankoekingen verwijdert. Plaats ze weer terug; eerst die aan de zijkant en daarna de grillplaat. 11.2.
Instructies voor de gebruiker • Maak de ovenroosters en de geleiderails aan de zijkant schoon met warm water en niet-schurende detergenten. Daarna afdrogen en afspoelen. • Reinig de ovenwanden met een zachte, in een oplossing van ammoniak gedrenkte doek. Daarna afspoelen en afdrogen. Mochten er nog vlekken of druipresten achterblijven dan moet u onderin de oven een in ammoniak gedrenkte doek leggen, de deur sluiten en de oven na enkele uren schoonmaken met warm water en een vloeibaar reinigingsmiddel.
Instructies voor de gebruiker 1) 2) 11.4 Ruiten van de deur Wij raden aan om ze altijd goed schoon te houden. Gebruik absorberend keukenpapier; bij hardnekkig vuil reinigen met een vochtige spons en een gewoon schoonmaakmiddel. Gebruik voor het reinigen van de ruiten van de ovendeur geen schurende of bijtende reinigingsmiddelen. (bijv. poeders, ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes).
Instructies voor de gebruiker • GEBRUIK NOOIT STOOMSTRALEN OM HET APPARAAT VAN BINNEN MEE SCHOON TE MAKEN. • Maak het ovenrooster en de geleiderails aan de zijkant schoon met warm water en niet-schurende detergenten, daarna afspoelen en afdrogen. • Om het schoonmaken te vergemakkelijken kunt u de deur verwijderen (zie P. 8.3).
Instructies voor de installateur 12. BUITENGEWOON ONDERHOUD Van tijd tot tijd moeten er kleine onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd op de oven of moeten aan slijtage onderhavige onderdelen zoals pakkingen, lampen, enz. worden vervangen. Onderstaand vindt u de specifieke instructies voor alle werkzaamheden van dit type. Vóór alle werkzaamheden op onder spanning staande onderdelen moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen. 12.1 Vervanging van het lampje voor de verlichting.
Instructies voor de installateur 12.2 Demontage van de deur Open de deur helemaal en steek de (meegeleverde) pinnen in de gaten aan de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van ongeveer 45°, til hem op en trek hem uit diens zetel. Om hem weer terug te plaatsen moet u de scharnieren in de daarvoor bestemde gleuven steken en de deur laten zakken tot hij op de onderkant steunt en moet u de pinnen verwijderen. 12.