Operation Manual
Instructies voor de installateur
4. AFSLUITENDE HANDELINGEN
Na de spuitstukken te hebben vervangen moet u de vlamverdelers,
branderdeksels en pandragers weer terugplaatsen.
Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet u het op
het apparaat aangebrachte etiketje voor de regeling van het gas
vervangen door dat voor het nieuwe gas. U vindt het etiketje in het zakje
met de spuitstukken.
4.1 Regeling van het minimum voor stadsgas en methaan
Ontsteek de brander en zet hem op de
minimumstand
. Trek de knop van het
gaskraantje eraf en verdraai het schroefje in of
naast de stang van het kraantje (afhankelijk van de
modellen) tot u een minimale en regelmatig
brandende vlam heeft. Plaats de knop weer terug
en controleer de stabiliteit van de vlam van de
brander (wanneer u de knop snel van de maximum-
naar de minimumstand draait mag de vlam niet
uitgaan). Herhaal deze handeling voor alle
gaskraantjes.
4.2 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de regeling van het minimum met vloeibaar gas moet u de schroef
in of naast de staaf van het kraantje (afhankelijk van de modellen)
volledig rechtsom draaien.
De diameters van de bypassen staan voor iedere afzonderlijke brander
vermeld in de paragraaf “3.2 Tabel karakteristieken branders en
spuitstukken”.
99