Operation Manual

Gebruiksaanwijzing
80
Het drogen
In het bedieningspaneel van de droger zijn de
delen voor de keuze van het droogprogramma en
het controlelampje ingebowud, dat brandt als het
apparaat in werking is.
Sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed op textielsoort.
Sluit knopen en ritssluitingen, bind bandjes aan
elkaar en keer zakken binnenste buiten.
Doe bijzonder teer wasgoed (fijn
damesondergoed met kant, panties) in een
speciale textielzak, zodat het niet door knopen,
ritssluitingen en gespen van ander wasgoed
wordt beschadigd.
Het valt aan te bevelen grote en kleine stukken
wasgoed tegelijk te drogen. Grotere stukken
(lakens) kunnen tijdens het drogen verward
raken. Neem ze tijdens het drogen uit de
droger, schud ze los en leg ze terug in de
trommel.
Doe niet meer dan 2 tot 3 grotere stukken
wasgoed in de droger (lakens,
dekbedovertrekken, tafellakens). Droog niet
meer dan 5 tot 6 overhemden, blouses of
andere fijne kledingstukken tegelijk (max 2,5
kg).
Doe alleen gecentrifugeerd wasgoed in de
droogautomaat!
Textielartikelen zijn gemerkt met een etiket
waarop de droogtijd is aangeduid.
DROGEN
Drogen in de droger toegestaan
Centrifugeren, ophangen aan de
waslijn en drogen
Niet centrifugeren, nat ophangen en
drogen
Centrifugeren, plat neerleggen en
drogen
Drogen in de droger niet toegestaan.
Drogen op normale temperatuur
Drogen bij een lagere temperatuur
Controlelampje
Het controlelampje brandt wanneer de machine
ingeschakeld is.
De aan/uit schakelaar en de
droogtijdkeuzetoets
Draai de knop in de richting van de wijzers van de
klok.
Aan/uit
In stand "O" is de droogautomaat uitgeschakeld.
In alle andere standen is hij ingeschakeld.
Drogen
Stel de droogtijd in door de knop op de juiste
stand te draaien (van 120 tot 10 minuten). De
nummers op de knop zijn minuten.
Tijdens het drogen kunt u de droogtijd
veranderen wanneer u maar wilt.
Afkoelen
10 minuten voor het einde van het
droogprogramma begint het afkoelen van het
wasgoed (het verwarmingselement slaat af).
Hierdoor kreukt het wasgoed minder. Na het
afkoelen komt de trommel tot stilstand en kunt u
het wasgoed uit de machine nemen.
De temperatuurkeuzetoets
Met deze toets kiest u de droogtemperatuur. U
drukt de toets in wanneer u bij lagere
temperaturen wilt drogen (fijn wasgoed).
Wanneer de toets niet ingedrukt is, zijn de
droogtemperaturen hoger en is de droogtijd
korter (normaal wasgoed).
TOETS INGEDRUKT:
lagere droogtemperatuur (fijn wasgoed)
TOETS NIET INGEDRUKT:
hogere droogtemperatuur (normaal
wasgoed)
Lampje – condenslade
(alleen bij drogers met een condenslade)
Het lampje brandt, wanneer de lade vol is en het
droogprogramma stopt. Wanneer u de lade leegt en
hem weer in het apparaat schuift, wordt het
programma automatisch voortgezet.