Operation Manual

Aanwijzingen voor de gebruiker
115
5.5 Flessenrek
Ook het flessenrek (1) kan evenals de schabben op verschillende hoogtes
geplaatst worden.
Aandacht: wanneer langere flessen dan normaal op het flessenrek
moeten gelegd worden, moet het op een hoogte geplaatst worden
zodat de deur correct kan gesloten worden.
Fig. 10
5.6 Afvoer dooiwater koelcel
Achteraan de koelcel, onder de koelplaat, bevinden zich een goot en een gat voor de opvang van het
dooiwater. Deze opening mag niet verstopt worden, zodat de correcte werking van de koelkast niet wordt
geschaad. Er wordt aangeraden deze regelmatig te controleren en te reinigen, door een ijzerdraad te
gebruiken.
5.7 Lade voor groenten en fruit
Deze lade, die zich onderaan de koelkast bevindt, heeft een glazen plaat om de verse voedingswaren te
bedekken die voor een correcte bewaring een constante vochtigheidsgraad nodig hebben.
5.8 Opbergvakjes in de deur
In de deur van de koelkast bevinden zich opbergvakjes voor het bewaren van eieren, boter,
zuivelproducten, tubes, conserven en andere kleine pakjes. Onderaan de deur is een houder aanwezig
om flessen verticaal te plaatsen.
Alle opbergvakjes en houders kunnen verwijderd worden om de reiniging te vergemakkelijken. Om ze te
verwijderen, moet u met uw vuist lichtjes onderaan de vakjes slaan, en dit eerst aan één zijde en daarna
aan de andere. Plaats geen te zware flessen in de flessenhouder, en laat ze niet in de houder vallen
(Fig. 11).
Fig. 11
5.9 Binnenverlichting
Wanneer de deur van de koelkast wordt geopend, licht de lamp op en blijft deze aan tot de deur
helemaal gesloten wordt. De lamp gaat ook aan wanneer de thermostaat van de koelkast met diepvries
op de positie “0” ingesteld is, wat dus de uitschakeling van de koelkast en van de diepvries aanduidt.