Operation Manual

Aanwijzingen voor de installateur
109
4. INSTALLATIE EN AANSLUITING
4.1 De keuze van de plaats
Plaats de diepries op een droge plaats waar een voldoende luchtverversing aanwezig is. Stel het
toestel niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, en plaats het niet buiten (bijv: een niet verwarmde
ruimte of een balkon). Bedek de ventilatie-openingen bovenaan niet: er moet een goede luchtcirculatie
rondom het toestel gehouden worden. Er moet een afstand van minstens 10 cm tussen het bovenste
deel van de behuizing van het toestel en elk ander meubel boven het toestel zelf gehouden worden (Fig.
1). Plaats de koelkast met diepvries niet in de buurt van wamtebronnen. Als dit onvermijdelijk is, moet
een geschikt isolerend paneel gebruikt worden zodat de correcte werking van het product niet in het
gedrang komt. Plaats anders het toestel op minstens 3 cm van elektrische fornuizen of gasfornuizen, en
op minstens 30 cm van verwarmingssystemen of radiatoren. Als deze vereiste niet gerespecteerd wordt,
zal het toestel meer elektriciteit verbruiken en kan de compressor oververhitten.
Als het toestel in een hoek geplaatst wordt, moet een ruimte van minstens 1 cm gelaten worden tussen
de behuizing van het toestel en de muur zodat de deur van de diepvries (1) voldoende geopend kan
worden zodat de lade van de diepvriesproducten (2) kan uitgetrokken worden (raadpleeg Fig. 1).
Het toestel moet op een vlakke ondergrond geplaatst worden, en mag de wand niet raken.
Het toestel kan gebruikt worden bij verschillende temperatuurcondities naargelang de klimatische klasse
van herkomst (die wordt aangeduid op de identificatieplaat die zich in de koelkast bevindt):
Klasse Omgevingstemperatuur
SN (Subnormaal) van + 10° C tot + 32° C
N (Normaal) van + 16° C tot + 32° C
ST (Subtropisch) van + 18° C tot + 38° C
T (Tropisch) van + 18° C tot + 43° C
Let op bij de installatie van het toestel op parquet of linoleum, zodat dit niet gekrast of beschadigd wordt.
Indien noodzakelijk kan de koelkast met diepvries op stukjes hout of op een tapijt tot aan de definitieve
plaats voor de elektrische aansluiting geschoven worden.
Fig. 1