User manual

108
Gebruik
3.7 Lawaai tijdens de werking
De koeling van de koelcel en van de
vriescel gebeurt door middel van een
compressiesysteem. Om de geselecteerde
temperatuur in de cellen te behouden,
wordt de compressor in werking gesteld
die, indien noodzakelijk, continu in werking
kan blijven afhankelijk van de ingestelde
temperatuur. Wanneer de compressor in
werking wordt gesteld, wordt een gezoem
geproduceerd dat na enkele minuten
langzaam aan afneemt.
Een ander lawaai dat normaal is tijdens de
werking van het apparaat is het geklater
van koelmiddel dat in de leidingen van het
circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en
duidt niet op een slechte werking van de
machine. Als het lawaai te erg zou zijn, kan
dit te wijten zijn aan andere oorzaken.
Controleer dus het volgende:
• of de koelkast correct genivelleerd is op
de vloer, en niet trilt tijdens de werking
van de compressor: voer een correcte
regeling van de voorziene voetjes uit;
• of de laden, de leggers en de bakjes in
de deur correct in de daarvoor
bestemde zittingen geplaatst zijn: zorg
er voor dat deze correct zijn
gepositioneerd;
• of de flessen en de bakjes stabiel op de
leggers geplaatst zijn, en niet tegen
elkaar komen: trillingen als gevolg van
de werking van de compressor zouden
lawaaierigheid kunnen veroorzaken;
• Plaats de koelkast niet tegen meubels of
andere huishoudapparaten.
3.8 Warm oppervlak vooraan
In het cabinet is een verwarmingssysteem
van het oppervlak vooraan voorzien
waardoor de vorming van condens in de
zone van de sluiting van de deurpakkingen
beperkt wordt
3.9 Uitschakelen
Indien het apparaat lang niet zal gebruikt
worden, wordt aanbevolen om het uit te
schakelen.
1. Draai de thermostaatknop op het
bedieningspaneel op de positie (uit).
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Maak de cellen leeg.
4. Droog na het ontdooien de eventuele
resterende vochtigheid op met behulp
van een zachte doek.
Laat de deuren op een kier staan
om te vermijden dat de
vochtigheid en de stilstaande lucht
slechte geurtjes kunnen
ontwikkelen.