Operation Manual

108
Aanwijzingen voor de gebruiker
8. GIDS VOOR HET VINDEN VAN PROBLEMEN
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK WAARSCHIJNLIJKE OPLOSSING
Lawaaierige werking - raadpleeg het deel “lawaai tijdens
de werking”
De compressor wordt te frequent in
werking gesteld, of is continu in
werking:
- onvoldoende koeling van de
compressor en van de
condensator:
- toename van de
buitentemperatuur;
- frequente of lange opening van de
deuren;
- te grote hoeveelheid vers voedsel
geplaatst
- controleer of het deel achteraan
correct verlucht wordt zoals wordt
aangeduid in de paragraaf “9.1”,
en of de condensator niet
excessief vuil is;
- vries minder voedsel per keer in;
De compressor wordt niet in werking
gesteld:
- stroomkabel niet aangesloten op
het elektriciteitsnet;
- het stopcontact levert geen
stroom.
- sluit de stroomkabel aan;
- contacteer uw stroomleverancier
Onvoldoende koeling van de
koelkast:
- de thermostaat voor de instelling
van de binnentemperatuur is
ingesteld op een te lage positie (1-
2) (overeenkomstig een hogere
temperatuur in de cel);
- frequente of lange opening van de
deur;
- de deur sluit niet correct
- toename van de
buitentemperatuur.
- Plaats de regelaar op een
tussenpositie.
- open de deur minder frequent, en
voor een zo kort mogelijke
periode;
- controleer of het voedsel correct
op de leggers geplaatst is, of ze
de correcte sluiting niet
verhinderen, en of de koelkast
correct genivelleerd is op de vloer;
- controleer of de pakkingen correct
sluiten en niet beschadigd zijn.
Moeilijkheden bij de opening van de
deur onmiddellijk na de sluiting:
- wanneer de deur onmiddellijk na
de sluiting weer moet geopend
worden (vooral de deur van de
diepvries), zal hiervoor veel kracht
moeten uitgeoefend worden. Dit is
te wijten aan de onderdruk die
gecreëerd wordt door de koeling
van de warme lucht die in de cel
terecht kwam.