User manual

Table Of Contents
REINIGING EN ONDERHOUD - 83914779612/A
n
Ontdooien
Ontdooien van de koelcel
De koelcel of de vriezer hoeven niet ontdooid te
worden, omdat het ijs dat zich op de koelplaat
vormt automatisch wordt ontdooid gedurende
de stilstand van de compressor. Het ontdooien
verloopt automatisch.
Het dooiwater wordt rechtstreeks in de
daarvoor bestemde bak aan de achterzijde van
het apparaat afgevoerd en verdampt door de
warmte van de compressor.
Interne verlichting
De binnenverlichting mag uitsluitend worden
gerepareerd door de Technische assistentie als
deze kapot is.
Oplossingen voor problemen…
Het apparaat functioneert niet:
Controleer of het apparaat is aangesloten
en of de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in werking
gesteld, of is ononderbroken in werking:
De buitentemperatuur is te hoog.
De deur wordt te vaak of te lang geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
Er is teveel vers voedsel aanwezig.
Controleer of er voldoende lucht circuleert
nabij de sensor die zich in het rechter deel
van de koelcel bevindt.
Controleer of het achterste deel van de
koelcel voldoende wordt geventileerd, en
of de condensator niet zeer vuil is.
In de koelcel wordt teveel ijs of condens
gevormd:
De deur wordt te vaak of te lang geopend.
Er werd warm voedsel in de koelcel
geplaatst.
Het voedsel of de bakjes raken de
achterwand.
De deurpakking is vuil of beschadigd. Reinig
of vervang de pakking.
Onvoldoende koeling van de koelcel:
De thermostaat is ingesteld op een te hoge
temperatuur.
De deur wordt te vaak of te lang geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
De buitentemperatuur is te hoog.
De temperatuur in de koelcel is te laag en
bevriest het voedsel:
De thermostaat is ingesteld op een te lage
temperatuur.
Het voedsel is niet in daarvoor bestemde
bakjes of zakjes geplaatst.
Fruit en groenten zouden excessief nat
kunnen worden.
Het voedsel is tegen de achterwand van de
koelcel geplaatst.
De temperatuur in de vriescel zorgt niet voor
een correcte bevriezing van het voedsel:
De thermostaat is ingesteld op een te hoge
temperatuur.
De deur wordt te vaak of te lang geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
De deurpakking is vuil of beschadigd. Reinig
of vervang de pakking.
Er is een te grote hoeveelheid suiker
aanwezig in het in te vriezen voedsel.
In de vriescel wordt teveel ijs gevormd:
De thermostaat is ingesteld op een te lage
temperatuur.
De buitentemperatuur is te hoog.
De deur wordt te vaak of te lang geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
De deurpakking is vuil of beschadigd. Reinig
of vervang de pakking.
Er werd warm voedsel in de vriescel
geplaatst.
Moeilijkheden bij de opening van de deuren
onmiddellijk na de sluiting:
wanneer de deur onmiddellijk na de sluiting
weer moet geopend worden (vooral de
deur van de diepvries), zal hiervoor veel
kracht moeten uitgeoefend worden. Dit is te
wijten aan de onderdruk die gecreëerd
wordt door de koeling van de warme lucht
die in de cel terecht kwam.
De deuren zijn niet uitgelijnd:
Controleer of het apparaat correct
waterpas is gezet
Stel de voetjes af tot een perfecte uitlijning
wordt verkregen.
De regelmatige aanwezigheid van rijp
in de vriescel is normaal.
Gebruik voor het ontdooien geen
elektrische apparaten (bijv.
haardroger...) of een spray, omdat
anders de plastic delen zouden kunnen
vervormen.