Operation Manual

141850
Gebruiksaanwijzing112
Storingen en hoe ze verholpen kunnen
worden
Tijdens het gebruik van het apparaat kunnen storingen optreden.
Hieronder vermelden we enkele storingen, die meestal het gevolg zijn
van onjuist gebruik en die u zelf verhelpen kunt.
Het apparaat functioneert niet, nadat het op het
electriciteitsnet is aangesloten
Controleer of er spanning op het stopcontact staat en of het apparaat
aan staat (temperaturkeuzeknop in de "aan" stand).
Het koelsysteem functioneert ononderbroken gedurende
langere tijd
De deur wordt te vaak geopend of blijft te lang open staan.
De deur is niet goed gesloten (misschien zit er iets tussen de deur,
hangt de deur of is de rubber band beschadigd,..).
Er is een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen in de diepvriezer
geplaatst.
De compressor en de condensator koelen niet voldoende. Controleer
of de lucht ongestoord circuleert. Reinig de condensator.
Het ontstaan van ijs op de achterwand van de koelkast
Zolang het water via de gleuf en door de opening in het bakje op de
compressor afvloeit, is normaal automatisch ontdooien van de koelkast
gegarandeerd.
Indien zich op de achterwand van de koelkast overmatig ijs afzet (3-5
mm), ontdooi het apparaat dan met de hand. Draai de
termostaatkeuzeknop in de STOP (0) stand en laat de deur van de
koelkast openstaan. Ontdooi het ijs niet met electrische apparaten
(haardroger e.d.) en verwijder het niet met scherpe voorwerpen.
Draai na het ontdooien de knop op de gewenste stand en sluit de deur
van de koelkast.
Overmatige ijsafzetting komt door
slecht afsluiten van de deur (wanneer de rubber afsluitstrip vuil of
beschadigd is, hem schoonmaken of vervangen),
te vaak openen van de deur of het te lang openstaan van de deur,
het vullen van de koelkast met warm voedsel,
voedsel of een schaal raken de achterwand van de koelkast.