Operation Manual

Gebruiksaanwijzing62
bevoegd en gekwalificeerd gemsantalijk
bedrijf of dienaangaande bij de gemeente of
bij de winkelier informatie in te winnen. Let er
vanwege een mogelijk risico voor vervuiling
van het milieu op om de leiding aan de
achterkant van de kast niet te beschadigen.
Opstellen
De keuze van de ruimte
Plaats het apparaat in een droge en regelmatig
geventileerde ruimte. De toegestane
temperatuur van de omgeving voor de juiste
werking van het apparaat is afhankelijk van de
uitvoering (klasse) van het apparaat, die op het
typeplaatje van het apparaat vermeld is. Plaats
het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen, bijvoorbeeld een gasfornuis,
verwarming, boiler enz. en stel het niet bloot
aan directe zonnestraling. De koelkast moet
tenminste 3 cm van het elektrisch of gasfonuls
respectievelijk 30 cm van de ollekachel of
kolenkachel worden geinstalleerd. Bij kleinere
afstanden moet er een isolatieplaat worden
gebruikt. De afstand tot de muur respectievelijk
de vrije ruimte achter de kast dient ongeveer
200 cm² te bedragen. Een keukenkastje boven
de koelkast moet een ruimte van tenminste 5
cm laten. Daardoor wordt een voldoende
koeling van de condensor gewaarborgd.
Klasse Raumtemperatur
SN (subnormaal) van + 10°C tot + 32°C
N (normaal) van + 16°C tot + 32°C
ST (subtropisch) van + 18°C tot + 38°C
T (tropisch) van + 18°C tot + 43°C
Aansluiten
Sluit het apparaat met de aansluitkabel op het
electriciteitsnet aan. De wandcontactdoos moet
geaard zijn (veiligheids- stopcontact). De
voorgeschreven netspanning en frequentie zijn
op het typeplaatje van de koelkast vermeld. De
aansluiting op het electriciteitsnet en de aarding
van het apparaat moeten volgens de geldige
standaarden en voorschriften uitgevoerd zijn.
Het apparaat laat een kortdurende
spanningsafwijking toe, echter hoogstens van -
15 tot +10%.