Operation Manual

46
Aanwijzingen voor de gebruiker
7. HET GEBRUIK VAN DE OVEN
7.1 Algemene beschrijving
7.1.1 Plaatsbare vlakken
De oven beschikt over 4 vlakken, zodat roosters en
ovenschalen op verschillende hoogtes kunnen geplaatst
worden. De plaatsbare hoogtes werden genummerd van
laag naar hoog (raadpleeg de figuur).
7.1.2 Koelventilatie
Het toestel is uitgerust met een koelsysteem, dat bij het starten van een
bereiding in werking treedt. De werking van de ventilator veroorzaakt een
normale luchtstroom die onder de deur naar buiten komt, en die nog even
kan doorgaan nadat de oven werd uitgeschakeld.
7.1.3 Lamp van de binnenverlichting
De ovenlamp gaat aan wanneer de deur wordt geopend of wanneer een
functie of recept wordt geselecteerd, behalve bij en (indien
aanwezig).
7.2 Algemene waarschuwingen en advies voor het gebruik
De deur moet tijdens alle bereidingen gesloten blijven.
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met aluminiumfolie
of dergelijk, en plaats hierop geen pannen of ovenschalen om
beschadiging aan het email te vermijden. Bij gebruik van ovenpapier moet
u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet
door wordt verhinderd.
Om te voorkomen dat eventuele damp in de oven
ongemakken veroorzaakt, opent u de ovendeur het
best in twee keer: open de deur eerst een beetje (ong.
5 cm) voor 4-5 seconden, en daarna helemaal.
Wanneer gerechten moeten gecontroleerd worden
tijdens de bereiding, moet u de ovendeur zo kort
mogelijk openhouden om te vermijden dat de
temperatuur in de oven zodanig zakt dat het slagen
van de bereiding in gedrang komt.
Er wordt aangeraden om het voedsel na de bereiding niet te lang in de
ovenruimte te laten, om excessieve condensvorming op de ruit binnenin
de oven te voorkomen.