Operation Manual
Instructies voor de installateur
136
15.INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
15.1 Elektrische aansluiting
het typeplaatje met de technische specificaties, het serienummer en het merkteken is zichtbaar
aangebracht op de lijst van de ovendeur.
Het plaatje mag nooit worden verwijderd.
Een aardaansluiting in overeenstemming met de wijzen voorzien door de veiligheidsvoorschriften van de
elektrische installatie is verplicht.
Bij gebruik van een vaste aansluiting moet u op een gemakkelijk bereikbare plaats in de nabijheid van
het apparaat op de voedingslijn ervan een meerpolige scheidingsinrichting aanbrengen met een
minimale contactopening van 3 mm.
Bij een aansluiting met een stekker moet u controleren of de stekker en het stopcontact van hetzelfde
type zijn. Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen die tot oververhitting of brand
zouden kunnen leiden.
Werking op 220-240 V~: gebruik een driepolige kabel van het type
H05RR-F-H05V2V2-F (kabel van 3 x 1,5 mm
2
).
Bij het uiteinde dat op het apparaat moet worden aangesloten moet
de aardleiding (geel-groen) tenminste 20 mm langer zijn dan de
andere leidingen.
Bij vervanging van de voedingskabel moet u het carter aan de achterkant demonteren en de schroeven
losdraaien zoals aangegeven in de onderstaande figuur. De doorsnede van de kabel mag niet kleiner
zijn dan 1,5 mm
2
(kabel van 3 x 1,5) en moet bestand zijn tegen temperaturen t/m 90°C (H05V2V2-F).
Verzeker u ervan dat de kabels een optimaal traject volgen en gebruik kabelwikkels om ze aan de zijkant
van het meubel te bevestigen, om ieder contact met de oven te vermijden.