Operation Manual

Instructies Voor de Gebruiker
20
8.2.1 De bougies en veiligheidsvoorzieningen
Voor een goede werking moeten de ontstekingsbougies en de
veiligheidsvoorzieningen altijd goed schoon gehouden worden.
Controleer hen regelmatig en maak hen indien nodig schoon met een
vochtige doek.
8.2.2 Het deksel
Bij de modellen met glazen of stalen deksel moet de reiniging worden
verricht met lauw water, zonder gebruik te maken van ruwe doeken of
schurende middelen. Om de reiniging te vergemakkelijken aan de
achterkant van de kookplaat kan het deksel worden verwijderd door het
naar boven op te tillen.
Plaats het deksel weer terug na de reiniging, en controleer of het goed is
aangebracht.
Alvorens het deksel te openen moeten eventuele vloeistoffen die erop
gevallen zijn, worden weggenomen.
Sluit het deksel niet als de branders of de elektrische plaat
ingeschakeld of nog warm zijn.