Operation Manual

155628
Stel de wasmachine in de lengte en dwars bij door aan de
verstelbare voetjes te draaien. Hij kan met de voetjes +/- 1 cm
worden bijgesteld.
Na het afstellen van de hoogte van de voetjes moet u de
moer goed aandraaien (A) - in de richting van de bodem
van het apparaat!
Trillingen, bewegen van het apparaat in de ruimte en
luidruchtige werking wegens niet goed afstellen van de
verstelbare voetjes vallen niet onder de garantie.
De vloer waarop het apparaat staat moet een betonnen
ondergrond hebben en droog en schoon zijn, anders
kan het apparaat gaan glijden. Reinig ook de verstelbare
voetjes.
Als u een droger met de juiste afmetingen heeft, kunt u hem
op de wasmachine plaatsen.
Voor een goede werking van de machine moet de druk
van het water in de waterleiding tussen de 0,05-0,8 MPa.
bedragen.
U stelt de minimale waterdruk vast door het meten van de
hoeveelheid afgetapt water. In 15 seconden moet er uit
een volledig opengedraaide kraan 3 liter water stromen.
U plaatst de dichting met het zeefje in de moer van de
aansluitslang Schroef de slang aan de waterkraan.
Als u een model heeft met aansluitingen voor warm en koud
water moet u één slang op koud water en de andere slang
op warm water aansluiten, zoals op de achterkant van de
machine staat aangegeven. De letters C en H zijn in de
machine gedrukt. (C-cold = koud in H-hot = warm)
Gedeeltelijke Aqua-stop (blokkering van de
watertoevoer)
Bij beschadiging van de slang in de wasmachine wordt het
blokkeringssysteem geactiveerd en de watertoevoer naar de
machine stopgezet. Het venstertje A kleurt in dit geval rood.
De toevoerslang moet vervangen worden.
Plaatsen Plaatsen
Aansluiting op de
watertoevoer
Aansluiting op de
watertoevoer
6