User manual

Installeren
10
2. Installatie
2.1 Technische specificaties
Toevoerwaterdruk min. 0,05 - max. 0,9 MPa (min. 0,5 – max. 9
bar)
Toevoerwatertemperatuur
max. 60°C
Inhoud
12-13 couverts
Beschermingsgraad tegen vocht
IPX0
Bescherming tegen elektrische
schokken
klasse I
Elektrische eigenschappen
Zie typeplaatje
Afmetingen van het apparaat (mm)
2.2 Algemene informatie
De vaatwasser kan tegen meubels of wanden worden geplaatst.
Als de vaatwas machine naast een warmtebron wordt geplaatst moet een
isolatiepaneel aangebracht worden om oververhitting en storingen aan het
apparaat te vermijden.
Om de installatie te vergemakkelijken kunnen de toe- en afvoerleidingen in alle
richtingen worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze niet afgeklemd of geknikt worden
en dat ze niet te strak gespannen komen te staan.
Voor de passage van de leidingen en de voedingskabel is een gat nodig van
minimaal Ø 8 cm.
Onderwerp het apparaat na de installatie aan een korte test: open de waterkraan
en controleer of er geen water lekt.
Voor een installatie tegen de achterwand van de vaatwasser moeten de leidingen
door de specifieke ruimte onderaan worden gehaald.
Plaats het apparaat waterpas op de grond door met de specifieke
inbussleutel aan de stelpoten te draaien. Dit is vereist voor de correcte
werking van de vaatwasser.