Operation Manual
Instructies voor de gebruiker
72
7.2.9 Foute handeling
Wanneer tijdens het gebruik van de knoppen een verkeerde handeling wordt uitgevoerd, zal dit
worden aangegeven door het verschijnen van een
op de vermogensdisplay die zichtbaar zal
blijven tot u de knop indrukt waarmee de fout is gemaakt.
7.2.10 Uitschakelen
De kookplaat wordt uitgeschakeld wanneer alle displays 0 aangeven. Circa 30 seconden nadat u het
laatste plaatje op 0 heeft gezet zal de kookplaat automatisch uitgaan.
Bij nog hete plaatjes zal 5 seconden na het uitschakelen de knipperende “H” voor de restwarmte
verschijnen.
7.2.11 “DEMO” functie
Sommige modellen zijn uitgerust met de “DEMO” functie die het gebruik van de platen verhindert en
die gewoonlijk niet is ingeschakeld. Mocht u echter storingen in de werking constateren dan vindt u
onderstaand de opeenvolging van toetsen die u moet indrukken om hem uit te schakelen (uit te
voeren binnen 60 seconden na het inschakelen).
Druk 1 maal knop
van de eerste toets van links in, daarna 2 maal knop van de derde toets van
links en uiteindelijk 3 maal knop
van de tweede toets van links.
7.3 Tabel met richtlijnen voor de bereiding
In de onderstaande tabel staan de in te stellen vermogenswaarden weergegeven en bij iedere waarde
wordt het type te bereiden voedsel vermeld. De waarden kunnen variëren op grond van de
hoeveelheid voedsel en van de smaak van de consument.
STAND KNOP NUMMER OP DE
TYPE VOEDSEL
DISPLAY
1 1 Om boter, chocolade en dergelijke te smelten.
Om voedsel te verwarmen, kleine hoeveelheden water aan de
2 2-3
kook te houden, om sauzen met eidooiers of boter te kloppen.
Om vaste en vloeibare voedingsmiddelen te verwarmen, water
aan de kook te houden, diepvriesproducten te ontdooien, voor
3 4-5
omeletten van 2-3 eieren, gerechten fruit en groente,
verschillende bereidingen.
Stoven van vlees, vis, groenten, gerechten met meer of minder
4 6
water, bereiding van jam enz..
Gebraden vlees of vis, biefstuk, lever, gestoofd vlees en vis,
5 7-8
eieren, enz.
Frituren van aardappelen enz., snel aan de kook brengen van
6 9
water.
Voor een goed rendement en een juist energieverbruik mogen alleen pannen worden gebruikt die
geschikt zijn voor gebruik op elektrische kookplaten:
- de bodem van de pannen moet erg dik en perfect vlak zijn en moet
bovendien schoon en droog zijn, zoals ook de kookplaat zelf.
- Gebruik geen gietijzeren pannen of pannen met een ruwe bodem, want die
zouden het oppervlak van de kookplaat kunnen krassen.
- De diameter van de bodem van de pannen moet gelijk zijn aan de diameter
van de cirkel op de kookzones; als zij niet overeenkomen, betekent dat
energieverspilling.
8. REINIGING EN ONDERHOUD