Operation Manual

Instructies voor de gebruiker
69
7. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
7.1 Kookplaten met draaiknoppen
7.1.1 Enkele plaatjes
Ter hoogte van elke knop wordt de bijbehorende plaat aangegeven.
De verwarming wordt geregeld door de knop op de gewenste stand tussen 1 en
6 te zetten. De instelling is progressief, dus alle tussenliggende standen kunnen
worden gebruikt.
7.1.2 Dubbele plaatjes
Ter hoogte van elke knop wordt de bijbehorende plaat aangegeven.
De verwarming binnen de kleine diameter wordt geregeld door de knop in één
van de standen tussen 1 en 6 te zetten.
De verwarming van beide zones wordt ingeschakeld door de knop op het
symbool
te draaien; als de knop wordt losgelaten, keert hij terug in stand 9.
Draai voor de instelling van de verwarming de knop tegen de klok in in de
gewenste positie. De verwarming wordt teruggebracht tot alleen de kleine
diameter, als de knop in de stand 0 en vervolgens in een stand tussen 1 en 6
wordt gedraaid
7.1.3 Opstelling van de plaatjes – Beschrijving van de symbolen
LINKS ACHTER
RECHTS ACHTER
LINKS VOOR
RECHTS VOOR
7.1.4 Restwarmte
De vijf lampjes aan de voorzijde tussen de kookzones gaan branden wanneer één of
meer kookzones warmer zijn dan 60°C.
Door deze inrichting kan men weten, na het gebruik van de plaat, of er in één of meer
kookzones nog een temperatuur boven 60°C is.
De lampjes doven pas wanneer de temperatuur onder de circa 60° is gedaald.
7.1.5 Uitschakelen
De kookzone wordt uitgezet door de knop terug te brengen in de stand 0.