Inhoudsopgave 1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ___________________________________________ 64 2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID _______________________________ 65 3. KEN UW KOOKPLAAT _________________________________________________ 66 4. VOORDAT U DE OVEN IN GEBRUIK NEEMT _______________________________ 66 5. KOOKZONES _________________________________________________________ 67 6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN ___________________________________ 68 7.
Gebruiksvoorschriften 1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ELEKTRISCHE AANSLUITING: RAADPLEEG DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES. IN UW BELANG EN VOOR UW VEILIGHEID IS WETTELIJK BEPAALD DAT DE INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE GASAPPARATEN ELEKTRISCHE OF ELEKTRISCHEAPPARATEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDT UITGEVOERD, IN OVEREENSTEMMING MET DE VAN TOEPASSING ZIJNDE NORMEN.
Waarschuwingen voor de veiligheid 2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: ZIJN BESTEMD VOOR DE GEKWALIFICEERDE TECHNICUS DIE DE INSTALLATIE MOET UITVOEREN, HET APPARAAT IN BEDRIJF MOET STELLEN EN MOET TESTEN. VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
Instructies voor de gebruiker 3. KEN UW KOOKPLAAT Glaskeramisch oppervlak van het apparaat Enkel plaatje Dubbel ovaal plaatje Dubbel rond plaatje Display Timer Kookzone Bedieningspaneel Display vermogen plaatjes NIET ALLE GESIGNALEERDE COMPONENTEN ZIJN OP ELK MODEL AANWEZIG 4. VOORDAT U DE OVEN IN GEBRUIK NEEMT Laat geen verpakkingsresten in de huishoudelijke omgeving rondslingeren.
Instructies voor de gebruiker 5. KOOKZONES ENKEL PLAATJE LINKSACHTER DUBBEL PLAATJE RECHTSACHTER DUBBEL PLAATJE LINKSVOOR ENKEL PLAATJE RECHTSVOOR OVAAL PLAATJE RECHTSACHTER CENTRAAL OVAAL PLAATJE ENKEL PLAATJE LINKSVOOR Het apparaat heeft 4/5 kookzones met verschillende diameters en vermogens. Hun positie wordt duidelijk aangegeven door cirkels en de warmte wordt afgebakend binnen de diameters die op het glas getekend zijn.
Instructies voor de gebruiker 6.
Instructies voor de gebruiker 7. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT 7.1 Kookplaten met draaiknoppen 7.1.1 Enkele plaatjes Ter hoogte van elke knop wordt de bijbehorende plaat aangegeven. De verwarming wordt geregeld door de knop op de gewenste stand tussen 1 en 6 te zetten. De instelling is progressief, dus alle tussenliggende standen kunnen worden gebruikt. 7.1.2 Dubbele plaatjes Ter hoogte van elke knop wordt de bijbehorende plaat aangegeven.
Instructies voor de gebruiker 7.2 Kookplaten met toetsen Bij de eerste verbinding met het elektriciteitsnet zal automatisch een werkingsproef worden uitgevoerd en zullen alle controlelampjes enkele seconden gaan branden. 7.2.1 Enkele plaatjes In de ruststand zal de kookplaat volledig zijn uitgeschakeld.
Instructies voor de gebruiker 7.2.3 Blokkering van de plaatjes 20 Seconden na de laatste regeling van het vermogen wordt het plaatje "geblokkeerd" en zijn verdere regelingen van het ingestelde vermogen niet meer mogelijk. Deze voorzorgsmaatregel, die wordt gesignaleerd door het verschijnen van een puntje naast het vermogen (zie figuur hiernaast), dient voor een grotere veiligheid tijdens het gebruik van de kookplaat.
Instructies voor de gebruiker 7.2.9 Foute handeling Wanneer tijdens het gebruik van de knoppen een verkeerde handeling wordt uitgevoerd, zal dit worden aangegeven door het verschijnen van een op de vermogensdisplay die zichtbaar zal blijven tot u de knop indrukt waarmee de fout is gemaakt. 7.2.10 Uitschakelen De kookplaat wordt uitgeschakeld wanneer alle displays 0 aangeven. Circa 30 seconden nadat u het laatste plaatje op 0 heeft gezet zal de kookplaat automatisch uitgaan.
Instructies voor de gebruiker Voor alle werkzaamheden moet de elektrische voeding van het apparaat worden uitgeschakeld. 8.1 Reiniging van het glaskeramische plaat Het glaskeramische plaat moet regelmatig worden schoongemaakt, het liefst na elk gebruik, wanneer de lampjes van de restwarmte gedoofd zijn. Eventuele lichtgekleurde sporen die veroorzaakt zijn door pannen met een aluminium bodem, kunnen worden verwijderd met een in azijn vochtig gemaakte doek.
Instructies voor de installateur 10. INSTALLATIE Het aansluiten van Smeg apparatuur. Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240 volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden aangesloten kunnen beschadigd raken. De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom.
Instructies voor de installateur 10.3 Elektrische aansluiting VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE. DE TOEPASSELIJKE ALS HET APPARAAT WORDT AANGESLOTEN OP HET ELEKTRICITEITSNET DOOR MIDDEL VAN EEN STOPCONTACT EN STEKKER, MOETEN DEZE VAN HETZELFDE TYPE ZIJN EN VOLGENS DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN MET DE VOEDINGSKABEL WORDEN VERBONDEN. BIJ EEN INGEBOUWD APPARAAT MOET HET STOPCONTACT BEREIKBAAR ZIJN.
Instructies voor de installateur 76 Let op: haal de voedingskabel door gat “A” en breng, na de elektrische aansluiting te hebben gemaakt, het kabelbevestigingsplaatje aan. U monteert hem door de bijgevoegde schroeven vast te schroeven, zoals afgebeeld in de figuur. KLEMMENBORD TYPE 1 Let op: sluit het kabelbevestigingsplaatje na de elektrische aansluiting te hebben gemaakt. Draai en druk op het deksel van het klemmenbord om hem te sluiten.
Instructies voor de installateur 10.4 PLAATSING VAN HET BOVENBLAD De volgende ingreep vergt metsel- of timmerwerk en moet derhalve worden verricht door een technicus die op dit vlak bekwaam is. De installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen, zoals metselwerk, metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout, als het maar hittebestendig is (T 90°C).
Instructies voor de installateur Gebruik bij het aansluiten van de pinnen alleen de hiertoe bestemde openingen, zoals hier geïllustreerd. Dit apparaat mag niet worden ingebouwd boven een vaatwasser. Onder de kookplaat mogen uitsluitend ovens worden geïnstalleerd die zijn uitgerust met een koelventilator. Laat de voedingskabel langs de achterkant van het meubel lopen en let ervoor op dat hij niet in aanraking komt met het onderste carter van de kookplaat of met een eventuele ingebouwde oven eronder.