User manual

Instructies voor de gebruiker
132
5.2 Inductieplaat
Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de kookplaat
geplaatst worden omdat ze heet zouden kunnen worden.
5.2.1 Kookzones
Het toestel is voorzien van twee kookzones met
verschillende diameters en vermogens. Hun positie
wordt duidelijk aangeduid door cirkels, en de warmte
wordt beperkt binnen de getekende diameters op het
glas.
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel
die gevoed wordt door een elektronisch systeem, en
die een variabel magnetisch veld creëert. Wanneer in
een dergelijke magnetisch veld een pan wordt
geplaatst, richten de hoogfrequentiestromen zich
rechtstreeks op de pan en wordt de warmte
geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het
voedsel.
Het symbool naast de bedieningsknoppen geeft aan
welke kookzone door deze knop wordt geregeld. Om
de zone in te schakelen, drukt u de knop in en
verdraait u deze tot op de gewenste positie. De
regeling gebeurt continu; daardoor is ook elke
tussenpositie instelbaar. Om de zone uit te schakelen
zet u de knop op
0.
Op de twee displays naast de kookzones ziet u
informatie over het verbruikte vermogen en de
speciale functies “Booster” en “Automatische
opwarming”.