User manual

Installatie
141
NL
5.6 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
elektriciteitsnet overeenstemmen met de
gegevens op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de CE-
markering en is zichtbaar op het apparaat
aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Zorg voor de aardverbinding met een
kabel die ten minste 20 mm langer is dan
de andere kabels.
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
220-240 V 1N~
Gebruik een driepolige kabel 3 x 0,75 mm².
Vaste aansluiting
Installeer een schakelaar op de voedingslijn
waarmee het apparaat van het omnipolaire
netwerk kan worden losgekoppeld, met een
openingsafstand tussen de contacten waar-
mee volledige afkoppeling mogelijk is in de
omstandigheden van overspanningscategorie
III, in overeenstemming met de installatievoor-
schriften.
De schakelaar dient op een eenvoudig te
bereiken plaats en in de nabijheid van het
apparaat te zijn aangebracht.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• Gebruik een persoonlijk
beschermingsmiddel.
De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
• Gebruik kabels die bestand zijn tegen
temperaturen van minstens 90 °C.
• Het aandraaimoment van de schroeven
van de stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
Laat de stroomkabel achter het
meubel langs passeren en let op
dat hij niet in contact komt met de
ondercarter van de kookplaat of
met een eventuele daaronder
ingebouwde oven.
De waarden verwijzen naar de
diameter van de interne geleider.