Operation Manual

Instructies Voor de Gebruiker
11
3.2 Wasprogramma's
De vaatwasser is uitgerust met een bedieningspaneel, zoals beschreven
in hoofdstuk "3. Beschrijving van het bedieningspaneel", waarmee alle
handelingen noodzakelijk voor het inschakelen, uitschakelen en de
programmering kunnen worden uitgevoerd.
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
de waterkraan geopend is;
er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
de korven op de juiste wijze zijn beladen;
de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
INSCHAKELING
Wanneer u de ON/OFF (1) knop indrukt wordt de vaatwasser
ingeschakeld. De controlelampjes zullen de “staat” van de vaatwasser
aangeven.
PROGRAMMERING
Het programmeren is uitsluitend mogelijk bij een gesloten deur.
Bij een geopende deur blijven de controlelampjes PROGRAMMA’S (4)
gedoofd.
PROGRAMMAKEUZE
Druk de PROGRAMMAKEUZEKNOP (3)
meerdere malen in tot het controlelampje,
dat hoort bij het gewenste programma,
gaat branden.
STARTEN VAN HET PROGRAMMA
Om de vaatwasser te starten moet u de drukknop START/PAUZE (2)
enkele seconden lang ingedrukt houden tot het controlelampje van het
geselecteerde programma begint te knipperen (beep ter bevestiging).
Tijdens het volledige verloop van het programma zal het controlelampje
blijven knipperen.