Operation Manual
Instructies voor de gebruiker
7
1.2 Wasprogramma’s
Alvorens
een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
• de waterkraan geopend is;
• er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
• er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
• de korven op de juiste wijze zijn beladen;
• de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
• De vaatwasserdeur op correcte wijze is gesloten.
INSCHAKELEN
Met de ON/OFF (1) drukknop schakelt u de vaatwasser in en gaat het
controlelampje (4) branden.
Ongeveer 2 seconden na deze handeling zullen de controlelampjes
FASEN/PROGRAMMA (8) gaan branden.
PROGRAMMERING
Op dit model vaatwasser zijn alle programmeringshandelingen slechts
mogelijk bij een gesloten deur. Bij een geopende deur blijven de
controlelampjes PROGRAMMA’S (5) en de controlelampjes
FASEN/PROGRAMMA (7) gedoofd.
SELECTIE VAN HET PROGRAMMA
Het programma kan worden
geselecteerd met behulp van de
bijbehorende drukknoppen (2).
Wanneer u de drukknop van het gewenste programma indrukt zal het
bijbehorende controlelampje gaan branden ter bevestiging van de
uitgevoerde handeling.
Voor het uitvoeren van de laatste vier programma’s van de tabel moet u
eerst het “hoofdprogramma” (P2, P3, P4, P5), en vervolgens het “weken”
programma P1 selecteren.