User manual

Installatie
239
NL
Ventilatie
Hieronder worden twee juiste installaties
met voldoende ventilatie en een verkeerde
installatie getoond.
5.4 Gasaansluiting
Algemene informatie
De aansluiting op het gasnet kan
uitgevoerd worden met een vaste koperen
buis of met een flexibele stalen slang op
een doorlopende wand volgens de
voorschriften van de van kracht zijnde norm.
Raadpleeg voor de voeding met andere
gastypes het hoofdstuk “5.5 Aanpassing
aan de verschillende gastypes”. De
gasaansluiting heeft een extern
schroefdraad ½” (ISO 228-1).
Gaslekkage
Explosiegevaar
• Controleer na elke ingreep of het
aandraaimoment van de
gasaansluitingen zich tussen 10 Nm en
15 Nm bevindt.
• Gebruik, daar waar nodig, een
drukregelaar in overeenstemming met
de van kracht zijnde norm.
• Na de installatie moet u eventuele
lekken opsporen met een
zeepoplossing, maar nooit met een
vlam.
• De buizen mogen niet in aanraking
komen met beweegbare delen, en
mogen niet geplet worden.