User manual

Installatie
244
6. Verwijder de glazen plaat.
Vervanging van de gasmondstukken
1. Draai de schroef A los en duw de
luchtregelaar B helemaal in.
2. Verwijder de gasmondstukken C met een
steeksleutel en monteer de
gasmondstukken die voor het nieuwe
gastype geschikt zijn, neem daarbij de
aanwijzingen van de desbetreffende
tabellen in acht (zie “Type van gas en
toebehorende landen”).
3. Stel de luchtstroom af door de
luchtregelaar B te verplaatsen tot u de
afstand D, aangeduid in de
desbetreffende tabel (zie “Type van gas
en toebehorende landen”), heeft
verkregen.
4. Hermonteer het apparaat op correcte
wijze als u iedere brander heeft afgesteld.
Regeling van het minimum voor methaan
of stadsgas
1. Schakel de brander in en laat hem op de
lage stand branden.
2. Verwijder de knop van de gaskraan, en
handel op de regelschroef die zich naast
het staafje van de kraan bevindt
(afhankelijk van het model) tot een
regelmatige minimum vlam wordt
verkregen.
3. Monteer de knop opnieuw en controleer
de stabiliteit van de vlam van de brander.
4. Draai de knop snel vanaf de maximum
positie naar de minimum positie: de vlam
zou niet mogen uitgaan.
5. Herhaal deze handeling voor alle
gaskranen.
Het aandraaimoment van het
gasmondstuk mag niet meer dan
3 Nm bedragen.