Operation Manual
Instructies Voor de Installateur
52
4 GASAANSLUITING
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre
koperbuis of met een flexibele buis met doorgaande wand en in
overeenstemming met de voorschriften van de normen. Om de
aansluiting te vergemakkelijken kan de verbinding A aan de achterkant
van het apparaat zijwaarts worden gericht; draai de zeskantmoer B los,
draai de verbinding A in de gewenste positie en span de zeskantmoer
B opnieuw (de afdichting ervan wordt verzekerd door een biconische
messing ring).
Controleer na de handeling met behulp van een zeepoplossing, en
nooit met een vlam, of de afdichting perfect is. De kookplaat is
goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P)
- G20/G25 (2E+)
met een druk van 25 mbar - 20/25 mbar Voor voeding
met andere types gas zie Hoofdstuk “5 REGELING VAN HET GAS ”.
Het verbindingsstuk heeft een externe schroefdraad van ½” gas (ISO 7-
1).
Plaats altijd een geschikte afdichting tussen het verbindingsstuk A en
buis C (bijvoorbeeld teflon pakkingtape).
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de
geldende voorschriften.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de
geldende voorschriften (op de buis moet het
opschrift AGREE AGB/BGV leesbaar zijn).
De flexibele buis moet zo worden gelegd dat de lengte van de leidingen
niet meer is dan 1.5 meter in maximale extensie; controleer of de
leidingen niet in aanraking komen met beweegbare delen of bekneld
raken.
Voor de aansluiting van het apparaat op het gasnet moet u een
flexibele metalen buis gebruiken.