Operation Manual

136
Instructies voor de gebruiker
7.2 Koelventilator
Het toestel is voorzien van een koelsysteem dat in werking treedt als de
oven wordt ingeschakeld. De werking van de ventilator veroorzaakt een
normale luchtstroom die onder de deur naar buiten komt, en die nog korte
tijd nadat de oven is uitgeschakeld, door kan gaan.
7.3 Bereidingen met microgolfoven
Voor bereidingen met de microgolfoven kunt u de verschillende
gebruiksvermogens instellen met de REGELKNOP VERMOGEN
MICROGOLFOVEN. Hierna worden de bereidingen toegelicht die voor elk
gekozen vermogen het meest geschikt zijn.
MIN-20%: zuivelproducten en smeerpasta zacht maken, gerechten warm
houden;
30-50%: ontdooien van voedingswaren, opwarmen van sauzen en dun
zacht vlees gecombineerd met de normale functies;
60-80%: koken van deegwaren of rijst, bereiding van kip, groenten of dikke
vis gecombineerd met de normale functies;
90-100%: opwarmen van bereide gerechten, koken van verse en
diepgevroren groenten, gecombineerd met de normale functies voor de
bereiding van kalkoen en vette kippen, taart en gebak.
Voor het activeren van de microgolfoven moet u een kooktijd instellen,
een vermogen selecteren, een functie selecteren (uit het oranje
selectiegedeelte op het bedieningspaneel) en de knop op het
frontpaneel indrukken.