Operation Manual
137
Instructies voor de gebruiker
7.3.1 Veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de
microgolfoven
1 De microgolfoven niet aanzetten als:
• zich in de oven geen te bereiden voedsel bevindt;
• de ovendeur vervormd is, de scharnieren ervan los zitten of de
bekleding beschadigd is. In elk van deze gevallen is de tussenkomst
van een gespecialiseerde technicus vereist.
2 Behalve voor gespecialiseerde technici is het voor iedereen gevaarlijk
om herstellingen of onderhoud uit te voeren waarvoor de verwijdering
nodig is van een bedekking die moet beschermen tegen de energie die
door de microgolfoven wordt uitgestraald.
3 Drank en voedsel mogen niet worden opgewarmd in luchtdichte
verpakkingen omdat hierdoor een explosiegevaar ontstaat.
4 Gebruik uitsluitend vaatwerk dat geschikt is voor de microgolfoven:
meer hierover vindt u in paragraaf "7.3.2
Vaatwerk
".
5 Wanneer u etenswaren opwarmt die in plastic of papier zijn verpakt,
dient u regelmatig te controleren of zich binnen in de oven geen begin
van brand gaat voordoen.
6 Als u rookvorming opmerkt, moet u het toestel onmiddellijk uitschakelen en
de deur gesloten houden om mogelijke vlammen sneller te doen uitdoven.
7 Door dranken met de microgolfoven op te warmen, bereiken deze
mogelijk het kookpunt met een vertraging. Daarom moet u extra opletten
ook nadat u de drank uit de oven hebt gehaald.
8 Gehomogeniseerde voeding uit een potje of in zuigflessen, en in het
algemeen alle kindervoeding, moet worden geschud of geroerd na
opwarming, en de temperatuur ervan moet worden gecontroleerd voor
ervan gegeten wordt om brandwonden te voorkomen.
9 Ongepelde of hardgekookte eieren mogen niet opgewarmd worden in
de microgolfoven omdat zij uit mekaar kunnen spatten, zelfs na de
eigenlijke opwarming ervan.
10 Niet voor het opwarmen van voedsel te gebruiken zijn alle metalen en
aluminium schalen en bakvormen. Door de metalen delen van deze
recipiënten kan de oven ernstig worden beschadigd.
11 Voor het opwarmen met de microgolfoven gebruikt u het best relatief
korte kooktijden. Het verdient de voorkeur aan het einde van de kooktijd
het gerecht nog wat langer te moeten verwarmen, veeleer dan alvast
een langere tijd in te stellen. Dit om te voorkomen dat, zoals het geval
kan zijn met langere kooktijden in de microgolfoven, de bereiding
uitdroogt of plaatselijk gaat aanbranden.
12 Niet geschikt voor de microgolfoven zijn alle ontvlambare vloeistoffen
zoals alcohol, likeuren enz.
13 Kleine recipiënten met kleine voedselhoeveelheden moeten voor het
beste kookresultaat in het midden van de oven worden geplaatst.