Operation Manual
Instructies Voor de Installateur
102
2. INSTALLATIE
2.1 Elektrische aansluiting
Vergewis u ervan dat de spanning en de dimensionering van de
voedingslijn corresponderen met de eigenschappen op het plaatje dat op
de lijst van de ovendeur zit. Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Aarding is verplicht volgens de toepasselijke veiligheidsvoorschriften van
de elektrische installatie.
Als er een verbinding met stekker en stopcontact wordt gebruikt, moet
worden gecontroleerd of deze van het zelfde type zijn. Gebruik geen
reductoren, adapters of omleidingen, want die zouden kunnen leiden tot
verhitting of verbrandingen.
Als er een vaste aansluiting wordt gebruikt moet er op de voedingslijn
van het apparaat een veelpolig uitschakelmechanisme worden
aangebracht met een opening van de contacten van minstens 3 mm, op
een gemakkelijk te bereiken plaats in de buurt van het apparaat.
Werking op 220-240V
∼
: gebruik een
driepolige kabel van het type H05RR-F /
H05RN-F (kabel van 3 x 1.5 mm
2
).
Het uiteinde dat verbonden moet worden
met het apparaat moet een (geel-groene)
aardingsdraad hebben die minstens 20 mm
langer is.
2.1.1 Ovens met bedieningen van de kookplaat
Bij ovens met bedieningen van de kookplaat wordt geen voedingskabel
geleverd. Er moet een rubberen kabel H05RR-F of H05RN-F worden
gebruikt; let er bij het plaatsen op dat deze niet in aanraking komt met de
metalen delen van het omhulsel van het apparaat.
Om bij het klemmenbord te kunnen moet de kap op de achterkant van
het apparaat worden verwijderd door de schroeven los te draaien. Wijzig
indien nodig de rangschikking van de bruggen op het klemmenbord zoals