Operation Manual
Table Of Contents
- 1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
- 2. Instructies voor de afvalverwerking - Onze zorg voor het milieu
- 3. Waarschuwingen voor de veiligheid
- 4. LEER UW OVEN KENNEN
- 5. VÓÓR de installatie
- 6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN VAN HET FRONTPANEEL
- 7. gebruik van de oven
- 7.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
- 7.2 Werkstanden
- 7.3 Eerste inwerkingstelling
- 7.4 Selectie kookfunctie
- 7.4.1 Koken met vooraf ingestelde temperatuur
- 7.4.2 Wijzigen van de vooraf ingestelde temperatuur
- 7.5.1 Koken met de timer
- 7.5.2 Halfautomatisch koken
- 7.5.3 Automatisch koken
- 7.6 Secundair menu
- 1 de op de display (DSP1) weergegeven tijd kan wijzigen.
- 2 (P1: OF / ON) In- of uitschakeling van de kinderbeveiliging (); deze functie zal na 2 minuten van werking zonder interventies ...
- 3 (P2: OF / ON) De Show Room functie activeren of desactiveren; deze functie desactiveert alle verwarmingselementen en laat alleen het bedieningspaneel functioneren (voor een normaal gebruik van de oven moet u P2:OFF instellen).
- 4 (P3: OF / ON) De functie activeren of desactiveren waarmee het verbruik wordt beperkt tot max. 2300 W.
- 7.6 Secundair menu
- 7.6.1 Wijziging van de instelling van het secundaire menu
- 8. GEBRUIK VAN DE PIZZAFUNCTIE (alleen op sommige modellen)
- 9. BESCHIKBARE ACCESSOIRES
- 10. Aanbevolen kooktabellen
- 11. REINIGING EN ONDERHOUD
- 11.1 Het reinigen van roestvrij staal
- 11.2 Gewone dagelijkse reiniging
- 11.3 Voedselvlekken of -resten
- 11.4 De oven reinigen
- 11.5 Schoonmaken van de oven met zelfreinigende panelen (alleen op bepaalde modellen)
- 11.5.1 Gebruik van de zelfreinigende panelen
- 11.5.2 Onderhoud van de zelfreinigende panelen
- 11.5.3 Demontage van de zelfreinigende panelen
- 12. BUITENGEWOON ONDERHOUD
- 13. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT

140
Instructies voor de gebruiker
11.4 De oven reinigen
Voor een goed behoud van de oven moet u hem regelmatig en nadat hij is
afgekoeld, schoonmaken.
Verwijder alle losse onderdelen.
• Maak de ovenroosters schoon met warm water en niet-schurende
detergenten, daarna afspoelen en afdrogen.
• Om het schoonmaken te vergemakkelijken kunt u de deur verwijderen
(zie paragraaf “12.2 Demontage van de deur”)
Gebruik voor het reinigen van de ruiten van de ovendeur geen schurende
of bijtende reinigingsmiddelen. (bijv. poeders, ovensprays,
ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes).
Gebruik voor het reinigen van de glazen deuren van de oven geen ruwe of
schurende materialen of scherpe spatels van metaal, die het glas zouden
kunnen bekrassen en versplinteren.
Alleen op bepaalde modellen:
• Voor het reinigen van de bodem van de oven moet u de onderstaande
handelingen uitvoeren op een koude oven.
1) 2)