Operation Manual

Table Of Contents
146
Instructies voor de installateur
13. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
13.1 Elektrische aansluiting
Het typeplaatje met de technische specificaties, het serienummer en het
merkteken is zichtbaar aangebracht op de lijst van de ovendeur.
Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Een aardaansluiting in overeenstemming met de wijzen voorzien door de
veiligheidsvoorschriften van de elektrische installatie, is verplicht.
Bij gebruik van een vaste aansluiting moet u op een gemakkelijk
bereikbare plaats in de nabijheid van het apparaat op de voedingslijn
ervan een meerpolige scheidingsinrichting aanbrengen met een minimale
contactopening van 3 mm.
Bij een aansluiting met stekker en stopcontact moet u controleren of beide
van hetzelfde type zijn. Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters
of afleidingen die tot oververhitting of brand zouden kunnen leiden.
Werking op 220-240 V~:
gebruik een
driepolige kabel van het type H05RR-
F (kabel van 3 x 1,5 mm2) of
H05V2V2-F (kabel van 3 x 1,5 mm2).
De aardleiding (geel-groen) van het
uiteinde dat op het apparaat moet
worden aangesloten, moet tenminste 20
mm langer zijn dan de andere leidingen.
Bij vervanging van de voedingskabel moet u het carter aan de achterkant
demonteren en de schroeven losdraaien zoals aangegeven in de
onderstaande figuur. De doorsnede van de kabel mag niet kleiner zijn dan
1,5 mm
2
(kabel van 3 x 1,5) en moet bestand zijn tegen temperaturen t/m
90°c (H05V2V2-F). Verzeker u ervan dat de kabels een optimaal traject
volgen en gebruik kabelwikkels om ze aan de zijkant van het meubel te
bevestigen, om ieder contact met de oven te vermijden.