User manual

Installatie
197
NL
Aansluiten op LPG
Gebruik een drukregelaar en verricht de
aansluiting op de gasfles volgens de
richtlijnen in de geldende normen.
De toevoerdruk moet voldoen aan de
waarden in de tabel “Gastypen en
landen”.
Aansluiting met een stalen slang met
kegelarmatuur
Maak de aansluiting op het gasnet met een
stalen slang op een rechte muur die voldoet
aan de geldende norm.
Schroef de slangaansluiting 3 zorgvuldig
op de gasaansluiting 1 van het toestel
(schroefdraad ½” ISO 228-1), en breng
daartussen de pakking 2 aan. Breng
isolatiemateriaal aan op het schroefdraad
van de aansluiting 3 en draai de stalen
slang 4 vast op de aansluiting 3.
Ventilatie van de vertrekken
Installeer het apparaat in een ruimte met
permanente ventilatie volgens de geldende
normen. In de ruimte waar het apparaat is
geïnstalleerd, moet voldoende luchttoevoer
aanwezig zijn voor een regelmatige
gasverbranding en luchtverversing van de
ruimte zelf. De luchtinlaatopeningen, die
beschermd worden door roosters, moeten
afmetingen conform de van kracht zijnde
normen hebben, en moeten zodanig
geplaatst zijn dat ze niet, ook niet
gedeeltelijk, verstopt worden.
De ruimte moet goed geventileerd worden
gehouden om de warmte en vochtigheid
die door het koken ontstaan te verwijderen:
Met name na langer gebruik is het
raadzaam een raam te openen of de
snelheid van ventilatoren te verhogen.
Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten
moet verzekerd worden door middel van
afzuigkappen, die aangesloten zijn op een
rookkanaal met een efficiënte trek of met
een geforceerde afzuiging.
Dit apparaat is niet aangesloten
op een uitlaatsysteem voor
verbrandingsproducten. Het moet
worden geïnstalleerd en
aangesloten in overeenstemming
met de geldende
installatievoorschriften. Er moet
speciale aandacht worden
besteed aan de geldende normen
voor ventilatie.