Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen 212 Algemene veiligheidsinstructies Aansprakelijkheid van de fabrikant Beoogd gebruik Identificatieplaatje Deze gebruiksaanwijzing Verwerking Wegwijs in de gebruiksaanwijzing Om energie te besparen 2 Beschrijving 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 220 Algemene beschrijving Kookplaat Bedieningspaneel Andere onderdelen Beschikbare accessoires 3 Gebruik 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.
Aanwijzingen 1 Aanwijzingen 1.1 Algemene veiligheidsinstructies Persoonlijk letsel • Het apparaat en de bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Houd het apparaat buiten bereik van kinderen. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte. • Probeer geen vlammen/brand te doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
• De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven. • In geval van ingrepen op de etenswaren of aan het einde van de bereiding, de deur gedurende een aantal seconden 5 centimeter openen, het stoom laten ontsnappen en vervolgens de deur volledig openen. • Open de bergruimte (indien aanwezig) niet wanneer de oven ingeschakeld of warm is. • De voorwerpen in de bergruimte kunnen erg heet zijn erg heet zijn na het gebruik het gebruik van de oven. • Na gebruik het apparaat uitschakelen.
Aanwijzingen • Ga niet op het apparaat zitten. • Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot ze niet verder kunnen. De mechanische veiligheidsblokkeringen die de verwijdering van de roosters voorkomen, moeten naar beneden en naar de achterzijde van de oven gericht zijn. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten of oliën oververhit kunnen raken of vlam kunnen vatten.
• Plaats geen lege potten of pannen op ingeschakelde kookzones. • Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten. • Stop de verwijderbare onderdelen, zoals de roosters van de kookplaat, de vlamverdelers en de deksels niet in de vaatwasser.
Aanwijzingen • De omstandigheden voor de afstelling van dit apparaat kunt u vinden op het label met de gasafstelling. • Laat de gasaansluiting uitvoeren door bevoegd personeel. • Het aansluiten met een flexibele buis moet zodanig uitgevoerd worden dat de lengte van de buis niet langer is dan 2 meter bij maximale uitschuiving voor flexibele stalen buizen en 1,5 meter voor rubberen buizen. • De buizen mogen niet in aanraking komen met beweegbare delen, en mogen niet geplet worden.
• het gebruik van niet-originele reserveonderdelen. 1.3 Beoogd gebruik • Dit apparaat is bedoeld om thuis voedsel te bereiden. Elk ander gebruik is oneigenlijk. • Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningssystemen. 1.4 Identificatieplaatje Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd. 1.
Aanwijzingen • Oude of gebruikte apparaten aan het einde van hun levensduur moeten door de gebruiker worden ingeleverd bij geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigd worden aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht. Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare materialen. • Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Aanwijzingen NL 1.8 Om energie te besparen • Verwarm het apparaat uitsluitend voor als dit in het recept is aangegeven. • Ontdooi bevroren levensmiddelen voordat u ze in de ovenruimte plaatst, tenzij anders op de verpakking is aangegeven. • Bij meerdere bereidingen wordt geadviseerd om de levensmiddelen achtereenvolgens te bereiden zodat u de reeds opgewarmde ovenruimte het beste kunt benutten. • Gebruik bij voorkeur metalen en donkerkleurige bakvormen; deze helpen de warmte beter te absorberen.
Beschrijving 2 Beschrijving 2.
NL Beschrijving 1 Plint 2 Kookplaat 3 Bedieningspaneel 4 Ovenlamp 5 Pakking 6 Deur 7 Ventilator 8 Bergruimte Niveau van het frame voor roosters/ovenschalen 2.
Beschrijving 2.3 Bedieningspaneel 1 Klok programmeereenheid 4 Functieknop Voor de weergave van de actuele tijd, het instellen van de geprogrammeerde bereidingen en de kookwekker. De diverse functies van de oven zijn geschikt voor verschillende bereidingswijzen. Kies de gewenste functie en stel de temperatuur in met de temperatuurknop. 2 Temperatuurknop Met deze knop kunt u de bereidingstemperatuur kiezen. Draai de knop rechtsom op de gewenste waarde tussen de laagste en de hoogste stand.
Beschrijving 2.4 Andere onderdelen 2.5 Beschikbare accessoires Plaatsbare vlakken Rooster voor ovenschaal (uitsluitend bepaalde modellen) Het apparaat beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving). Interne verlichting Om op een ovenschaal te zetten, voor het bereiden van voedsel dat kan lekken.
Beschrijving Draaispit Verkleiners. Handig voor kleine pannen. WOK-ring Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel dat uniform moet bereid worden. Rooster Handig wanneer u een wok gebruikt Bepaalde modellen zijn niet van alle accessoires voorzien. Nuttig voor het plaatsen van ovenschalen met voedsel tijdens de bereiding.
Gebruik Aanwijzingen De temperatuur in de oven is hoog tijdens gebruik Gevaar op verbranding • Houd de ovendeur dicht tijdens het koken. • Bescherm uw handen met ovenwanten wanneer u eten in de oven verplaatst. • Raak niet de warmte-elementen in de oven aan. • Giet geen water rechtstreeks op hete schalen. • Houd kinderen jonger dan 8 jaar buiten bereik van het werkende apparaat.
Gebruik De temperatuur in de oven is hoog tijdens gebruik Brand- of ontploffingsgevaar • Gebruik geen spuitbussen in de buurt van de oven. • Laat geen ontvlambaar materiaal in de nabijheid van de oven of in bergruimte achter. • Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden. • Plaats geen verzegelde blikken of containers in de oven. • Laat het toestel niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en oliën kunnen vrijkomen.
Gebruik 3. Verwijder en was alle accessoires van het apparaat (zie 4 Reiniging en onderhoud). 4. Verwarm de lege oven op de maximale temperatuur om eventuele productieresten te verwijderen. Rooster voor ovenschaal (uitsluitend bepaalde modellen) Het rooster voor de ovenschaal wordt in de schaal geplaatst. Op deze manier kan vet van het bereide voedsel worden gescheiden. 3.1 De accessoires gebruiken Verkleiners. NL De verkleiners moeten op het rooster van de kookplaat worden aangebracht.
Gebruik Maak de ovenschalen voor het eerste gebruik schoon om eventuele productieresten te verwijderen. 3. Rijg het voedsel op de spies van het draaispit door gebruik te maken van de bijgeleverde vorken. De vorken kunnen bevestigd worden met de bevestigingsschroeven. Draaispit 1. Breng de meegeleverde 4 draagpotten aan in de 4 gaten in de hoeken van de diepe ovenschaal. Draai ze met behulp van een gereedschap (bijv. een schroevendraaier) op de ringen vast. 4.
Gebruik 8. Verwijder de ovenschaal met het draaispit als de bereiding is voltooid. 9. Schroef het geleverde handvat vast om het draaispit eenvoudiger te kunnen hanteren. NL 5. Breng de ovenschaal op het eerste vlak aan (zie “Algemene beschrijving”). 6. Breng de punt van de spies in de motor van het draaispit aan de rechterzijde van de oven aan. 3.2 De kookplaat gebruiken Verricht deze handeling bij koude en uitgeschakelde oven. 7.
Gebruik De brander kan uitgaan wanneer u de knop loslaat: In dit geval is het thermokoppel niet voldoende opgewarmd. Wacht een aantal seconden en herhaal de procedure. Houd de knop langer ingedrukt. Bij een ongewenste uitschakeling zal een veiligheidsinrichting worden geactiveerd die de gastoevoer onderbreekt, ook als de gaskraan is geopend. Draai de knop op en wacht minstens 60 seconden voor u de gaspit weer ontsteekt.
Gebruik Inschakelen van de oven Om de oven in te schakelen: 1. Selecteer de gewenste bereidingsfunctie met de functieknop. 2. Selecteer de gewenste temperatuur met de temperatuurknop. Controleer of op de klok van de programmeereenheid het symbool van de bereidingsduur wordt weergegeven. De oven kan niet worden ingeschakeld als dit niet het geval is. Druk tegelijkertijd op de toetsen en om de klok van de programmeereenheid te resetten.
Gebruik Statisch+ventilator De werking van de ventilator, gecombineerd met de traditionele bereiding, verzekert ook voor ingewikkelde recepten homogene bereidingen. Ideaal voor koekjes en taarten, die ook gelijktijdig op meerdere niveaus bereid kunnen worden. (Voor bereidingen op meerdere niveaus raden we u aan om het 2e en het 4e niveau te gebruiken.
Gebruik Algemeen advies • Gebruik de geventileerde functie om een gelijkmatige bereiding te bekomen op verschillende niveaus. • Het is niet mogelijk om de kooktijden te verkorten door de temperatuur te verhogen (het voedsel zou aan de buitenkant goed gebakken kunnen zijn, maar binnenin minder). Advies voor het bereiden van vleesgerechten • De kooktijden hangen af van de dikte en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
Gebruik Advies voor het ontdooien en het rijzen • Plaats het ingevroren voedsel zonder de verpakking in een recipiënt zonder deksel op het eerste niveau van de oven. • Vermijd opeenstapeling van voedingsmiddelen. • Om vlees te ontdooien kunt u een rooster gebruiken op het tweede niveau, en een ovenschaal op het eerste niveau. Op deze manier blijft het voedsel niet in contact met de vloeistof van de ontdooiing. • De meest delicate delen kunnen bedekt worden met aluminiumfolie.
Gebruik Bereiding met tijdinstelling Instelling van de tijd Met bereiding met tijdinstelling wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kunt beginnen, en deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen. Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking zullen de cijfers zal op de display van het apparaat knipperen. 1. Druk tegelijkertijd op de toetsen 1. Selecteer bereidingsfunctie en temperatuur, en druk op de toets en Het display zal de cijfers . en .
Gebruik 6. Druk tegelijkertijd op de toetsen en om de klok van de programmeereenheid te resetten. Het is niet mogelijk om een bereidingsduur van meer dan 10 uur in te stellen. Wanneer u na de instelling de resterende tijd wilt weergeven, moet u op de toets drukken. Om de ingestelde programmering op nul te stellen, moet tegelijkertijd op de toetsen en gedrukt worden, en moet de oven manueel uitgeschakeld worden.
Gebruik Kookwekker De kookwekker onderbreekt de bereiding niet, maar waarschuwt de gebruiker wanneer de ingestelde minuten verstreken zijn. De kookwekker kan op eender welk ogenblik geactiveerd worden. 1. Druk op de toets de cijfers . Het display toont en de knipperende NL controlelamp weergeven tussen de uren en de minuten. 2. Druk op de toetsen of gewenste minuten in te stellen. 3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder een toets in te drukken om de instelling van de kookwekker te beëindigen.
Gebruik Kooktabel Voedsel Gewicht (Kg) Functie Positie van de geleider vanaf onderaan Temperatuur (°C) Tijd (minuten) Lasagne Pasta uit de oven 3-4 3-4 Statisch Statisch 1 1 220 - 230 220 - 230 45 - 50 45 - 50 Kalfsgebraad Varkenslende Worstjes Rosbief Gebraden konijn Kalkoenborst Gebraden Gebraden kip 2 2 1,5 1 1,5 3 2-3 1,2 Turbo/Statisch+ventilator Turbo/Statisch+ventilator Geventileerde grill Turbo/Statisch+ventilator Circulatie Turbo/Statisch+ventilator Turbo/Statisch+ventilator Turbo/Sta
Reiniging en onderhoud Aanwijzingen Incorrect gebruik Risico op beschadiging van oppervlakken • Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten. • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
Reiniging en onderhoud 4.1 De kookplaat reinigen Vonkontstekers en thermokoppels Roosters van de kookplaat Voor een goede werking moeten de vonkontstekers en de thermokoppels steeds rein gehouden worden. Controleer ze regelmatig, en reinig ze indien nodig met een vochtige doek. Eventuele droge resten moeten verwijderd worden met een houten tandenstoker of met een naald. Verwijder de roosters en reinig ze in lauw water met een niet-schurend reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle afzettingen.
Reiniging en onderhoud Het deksel kan van de scharnieren worden gehaald om de reiniging te vereenvoudigen. 1. Sluit het deksel. 2. Draai de schroeven aan de achterkant van de scharnieren los. 3. Open het deksel en til het op. 4. Reinigen. 5. Breng het deksel aan in de geleiders. Draai de schroeven in de scharnieren in de gesloten stand vast. Verwijder eventueel vloeistof dat op het gesloten deksel is gemorst met een doek voor u het deksel opent. 4.
Reiniging en onderhoud De binnenruiten demonteren Voor een gemakkelijke schoonmaak, kunnen de binnenruiten van de deur worden gedemonteerd. 1. Open de deur. 2. Plaats de klemmen in de gaten in de scharnieren om te voorkomen dat de deur per ongeluk dicht gaat. 3. Trek het achterste gedeelte van het binnenste glazenpaneel voorzichtig omhoog en volg daarbij de beweging die aangegeven wordt door de pijlen (1). 4. Trek het binnenste glaspaneel uit de voorste strip (2) om het uit de deur te verwijderen. 242 5.
Reiniging en onderhoud Om de ovenruimte in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden. Laat geen voedselresten in de ovenruimte opdrogen aangezien daardoor de lak beschadigd kan raken. Verwijder de uitneembare delen alvorens de ovenruimte te reinigen. Voor een gemakkelijke schoonmaak is het aanbevolen om het volgende te demonteren: • De deur • De geleiderframes voor roosters/ ovenschalen • De pakking.
Reiniging en onderhoud 4.4 Vapor Clean Vapor Clean is een reinigingsprocedure die de verwijdering van vuil vergemakkelijkt. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenkant van de oven zeer makkelijk te reinigen. De vuilresten worden verzacht door de warmte en door de waterdamp, zodat ze later makkelijker verwijderd kunnen worden. • Giet ongeveer 40 cc water in de ovenschaal. Let op dat het water niet uit de insnijding komt.
Reiniging en onderhoud Instelling van Vapor Clean 4.5 Buitengewoon onderhoud 1. Draai de functieknop op het symbool en draai de temperatuurknop op het symbool . Demontage en hermontage van de pakking NL 2. Stel een bereidingsduur van 18 minuten in op de klok van de programmeereenheid. Een enkele seconde na de laatste handeling met de toetsen van de klok, begint de Vapor Clean-reinigingscyclus. 3.
Reiniging en onderhoud De interne lamp vervangen Onderdelen onder spanning Gevaar voor elektrische schok 4. Trek de lamp naar buiten en demonteer hem. • Koppel het apparaat af. In de ovenruimte is een 40W-lamp aangebracht. 1. Verwijder alle accessoires uit de oven. 2. Verwijder de geleiderframes voor roosters/ovenschalen. 3. Demonteer het lampenkapje met gereedschap (bijv. schroevendraaier). Zorg ervoor dat het email op de wanden van de ovenruimte geen krassen oplopen.
Installatie 5.1 Gasaansluiting Gaslek Ontploffingsgevaar • Controleer na een willekeurige handeling of de gasaansluitingen met een aandraaimoment van 10 Nm tot 15 Nm zijn vastgezet. • Gebruik, waar nodig, een drukregelaar die voldoet aan de van kracht zijnde norm. • Controleer aan het einde van de installatie met een zeepoplossing, maar nooit met een vlam, of de aansluitingen lekken.
Installatie Schroef de slangaansluiting 3 zorgvuldig op de gasaansluiting van het toestel 1 (schroefdraad ½” ISO 228-1), en breng daartussen de pakking 2 aan. De slangaansluiting 4 kan, afhankelijk van de diameter van de gebruikte slang, ook worden bevestigd op de slangaansluiting 3. Nadat u de slangconnector(s) hebt vastgezet, drukt u de gasslang 6 op de slangconnector en bevestigt u deze met de klem 5 die voldoet aan de geldende norm.
Aansluiten op LPG Ventilatie van de vertrekken Gebruik een drukregelaar en verricht de aansluiting op de gasfles volgens de richtlijnen in de geldende normen. Installeer het apparaat in een ruimte met permanente ventilatie volgens de geldende normen. In de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd, moet voldoende luchttoevoer aanwezig zijn voor een regelmatige gasverbranding en luchtverversing van de ruimte zelf.
Installatie Een efficiënt afzuigsysteem moet zorgvuldig worden ontworpen door een specialist en moet worden uitgevoerd volgens de posities en de afstanden die zijn voorgeschreven. Na de handeling moet de installateur een conformiteitscertificaat afgeven. 5.2 Aanpassen aan de verschillende gastypen Het apparaat is vooringesteld voor aardgas G20 onder een druk van 20 mbar.
Installatie 3. Zet de branders terug in de houders. De minimuminstelling voor aard- of stadsgas aanpassen Ontsteek de brander en draai hem op de laagste stand. Verwijder de knop van de gaskraan en draai aan de stelschroef naast het staafje van de kraan (afhankelijk van het model) tot de correcte minimum vlam is verkregen. Hermonteer de knop en controleer of de vlam van de brander stabiel is. Draai de knop snel van de hoogste naar de laagste stand: De vlam mag niet uitgaan.
Installatie Gastypen en landen Gastypen 1 Natuurgas G20 G20 20 mbar G20/25 20/25 mbar 2 Natuurgas G20 G20 25 mbar 3 Natuurgas G25 G25 25 mbar G25.3 25 mbar 4 Natuurgas G25.1 G25.1 25 mbar 5 Natuurgas G25 G25 20 mbar 6 Natuurgas G2.350 G2.
Installatie 1 Natuurgas G20 Nominaal verwarmingsvermogen (kW) Diameter straalpijp (1/100 mm) Voorkamer (gedrukt op straalpijp) Verminderde stroomsnelheid (W) 2 Natuurgas G20 Nominaal verwarmingsvermogen (kW) Diameter straalpijp (1/100 mm) Voorkamer (gedrukt op straalpijp) Verminderde stroomsnelheid (W) 3 Natuurgas G25/G25.3 Nominaal verwarmingsvermogen (kW) Diameter straalpijp (1/100 mm) Voorkamer (gedrukt op straalpijp) Verminderde stroomsnelheid (W) 4 Natuurgas G25.
Installatie 7 LPG G30/31 Nominaal verwarmingsvermogen (kW) Diameter straalpijp (1/100 mm) Voorkamer (gedrukt op straalpijp) Verminderde stroomsnelheid (W) Nominale stroomsnelheid G30 (g/h) Nominale stroomsnelheid G31 (g/h) 8 LPG G30/G31 Nominaal verwarmingsvermogen (kW) Diameter straalpijp (1/100 mm) Voorkamer (gedrukt op straalpijp) Verminderde stroomsnelheid (W) Nominale stroomsnelheid G30 (g/h) Nominale stroomsnelheid G31 (g/h) 9 LPG G30/G31 Nominaal verwarmingsvermogen (kW) Diameter straalpijp (1/100 mm
Installatie Zwaar apparaat Pletgevaar • Plaats het apparaat in het meubel samen met een tweede persoon. Druk op de open deur Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen. • Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur. Alle wandeenheden die worden geïnstalleerd boven het werkblad van het apparaat op moeten minstens Y mm erboven worden geplaatst.
Installatie Afmetingen apparaat B - Klasse 2 subklasse 1 (Apparaat vrije installatie) A 900 mm B 600 mm C1 D min. 150 mm 900 - 915 mm H 750 mm I 450 mm L2 900 mm 1 Minimumafstand van zijwanden of ander ontvlambaar materiaal. 2 Minimumbreedte van kastje (=A). C - Klasse 2 subklasse 1 (Apparaat vrije installatie) Het apparaat moet volgens de van kracht zijnde normen geïnstalleerd worden door een gekwalificeerd technicus.
Installatie Afmetingen van het apparaat: locaties van gas- elektrische aansluitingen (mm) Plaatsing en nivellering Zwaar apparaat Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Plaats eerst de voorste en daarna de achterste pootjes. NL • Nadat de gas- en de elektrische aansluiting is uitgevoerd, moeten de vier bijgeleverde voetjes van het apparaat vastgedraaid worden. A 124 B 38 C 42 D 634 F min. 105 - max.
Installatie Bevestiging aan de wand 3. Assembleer de bevestigingsbeugel. Om omvallen van het apparaat te voorkomen, moeten de stabilisatoren worden geïnstalleerd. 1. Schroef het bevestigingsplaatje aan de achterkant van het apparaat aan de muur vast. 4. Lijn de onderkant van de haak van de bevestigingsbeugel uit met de onderkant van de rand van het bevestigingsplaatje aan de muur. 2. Regel de hoogte van de 4 pootjes.
Installatie 7. Plaats de beugel op de muur en geef de punten aan waar gaten in de muur moeten worden geboord. NL 5. Lijn de onderkant van de bevestigingsbeugel uit met de grond en draai de schroeven op de vastgestelde punten vast. 6. Houd tussen de zijkant van het apparaat en de gaten van de beugel 50 mm vrij. 8. Boor de gaten. Zet de beugel met pluggen en schroeven aan de muur vast. 9.
Installatie De deksel aanbrengen (uitsluitend bepaalde modellen) 3. Laat het deksel op de kookplaat zakken. 1. Installeer de twee steunen A en bevestig ze onder de kookplaat met de bijbehorende schroeven B. 4. Bevestig het deksel op de kookplaat met behulp van de schroeven C in de achterkant van de twee steunen A. 2. Installeer het deksel van boven, parallel aan de twee steunen A.
Installatie De bijgeleverde plint is een integrerend deel van het product. Ze moet op het apparaat bevestigd worden voordat het apparaat zelf wordt geïnstalleerd. De plint moet steeds correct gepositioneerd en bevestigd worden op het apparaat. 1. Draai de 2 moeren B achter het vlak los. 2. Positioneer de plint zodanig boven het vlak dat de pinnen C overeenkomen met de openingen D. 3. Bevestig de plint op het vlak door de schroeven A vast te draaien. 5.
Installatie Het apparaat kan op de volgende manieren functioneren: • 220-240 V 1N~ Met een driepolige kabel 3 x 1,5 mm². De bovenstaande waarden verwijzen naar de doorsnede van de interne conductor. De genoemde voedingskabels hebben afmetingen die rekening houden met de gelijktijdigheidsfactor (conform de norm EN 60335-2-6).