Operation Manual
Instructies voor de gebruiker
75
7.4 Alarminrichting lage temperatuur
Wanneer de temperatuur 1 uur lang lager dan 2°C is geweest, zal de display knipperen en afwisselend
de werkelijke temperatuur en de tekst “Lo” (laag) weergegeven. Wijn kan niet goed rijpen bij een
temperatuur van minder dan nul.
Dubbele instelling voor de opdientemperatuur. Gewoonlijk zijn de instellingen van de opdientemperatuur
in het bovenste en onderste gedeelte respectievelijk 16°C en 6°C. Met die instellingen wordt in de kast
een voor het bewaren van verschillende soorten wijn geschikt temperatuurbereik verkregen, verdeeld
over de het bovenste en onderste gedeelte.
Wij bevelen aan om de wijn op een paar graden lager dan de gewenste opdientemperatuur op te dienen,
daar wijn de neiging heeft om op het moment dat u het in het glas schenkt iets warmer te worden.
Enkele instelling voor lange bewaartijden. Voor een lange bewaartijd van de wijn raden wij aan om de
temperatuur van de bovenste en onderste vakken op 12°C in te stellen. Met een identieke instelling voor
de twee gedeelten kunnen de controlebesturingen een constante temperatuur in de kast handhaven. De
omgevingstemperatuur zal hoe dan ook via de deur en de wanden geleidelijk aan de temperatuur in de
kast beïnvloeden en een gering temperatuurverschil creëren tussen het bovenste en onderste gedeelte.
De controlebesturingen handhaven de voor het onderste gedeelte van de kast ingestelde temperatuur
en iedere wijziging ten opzichte van de instelling zal betrekking hebben op het bovenste gedeelte. Het
verschil zal schommelen tussen de 0 en 3°C, afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
7.5 Bewaartemperatuur
Zoals u ongetwijfeld weet moet iedere wijn bij een specifieke temperatuur worden bewaard en genuttigd
om de organoleptische kwaliteiten ervan op passende wijze te kunnen appreciëren. Onderstaand vindt u
een tabel met de juiste temperaturen afhankelijk van de wijn.
WIJN TEMPERATUUR
Jonge witte wijnen 10° - 12° C
Rijpe witte wijnen 12° - 14° C
Jonge en lichte rosé’s 10° - 12° C
Rijpe en volle rosé’s 12° - 14° C
Rode primeurwijnen 10° - 14° C
Jonge rode wijnen, licht, met weinig
tannine
14° - 16° C
Rijpe en volle rode wijnen, rijk aan tannine 16° - 18° C
Lang gerijpte en geraffineerde rode wijnen 16° - 18° C
Zoete en aromatische mousserende wijnen 8° C
Rode, zoete, aromatische mousserende
wijnen
10° - 12° C
Mousserende wijnen “Charmatproces” 8° - 10° C
Mousserende wijnen “Lang
Charmatproces”
10° - 12° C
Mousserende wijnen “méthode
traditionelle" zonder jaarvermelding
8° - 10° C
Mousserende wijnen “méthode
traditionelle" met wijn uit één jaar”
10° - 12° C
Passito- en zoete wijnen 10° - 18° C
Versterkte of likeurwijnen 10° - 18° C